IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

De barmhartige vader

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De barmhartige vader

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.

Wat moet dat die vader pijn hebben gedaan: dat verachterlijke "deze zoon van u". Hij wil niet spreken over 'mijn broer'. Nee, die teruggekeerde zoon "is niet meer waard mijn broer te heten". En tot op zekere hoogte heeft hij alweer gelijk. Heus, met de wet in de hand heb je altijd gelijk. Die zoon had immers zelf tegen vader gezegd dat hij niet meer waard was diens zoon genoemd te worden.

En die oudste zoon had ook gelijk, toen hij zei dat de jongste alles erdoor had gedraaid met hoeren. Dat kon iedereen wel op de vingers uitrekenen. Geld, wijntje en Trijntje, die horen in zulke gevallen bij elkaar.

Maar… "De liefde bedekt alle dingen" (1 Kor. 13:7). Daarom is ook de leer van de r.-k. biecht volkomen in strijd met deze gelijkenis en met de liefde, die in de Bijbel centraal staat als de uiting van de liefde van de hemelse Vader.

De R.-K. Kerk eist, onder bedreiging met doodzonde en hel, dat mannen en jongens, maar ook vrouwen en meisjes, hun zonden op sexueel gebied aan een andere man die er verder niets mee heeft te maken, aan een priester, opbiechten met het juiste aantal en de verschillende soorten van zonden. Weigeren ze dat, dan slingert de hemelse Vader hen zonder pardon in de hel; zo leert Rome.

En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe.

Hoe kon die vader die zoon aanspreken met 'kind', terwijl die zich helemaal niet als een kind gedroeg, maar als een arbeider in dienst van zijn vader?

We zullen dat slechts kunnen begrijpen tegen de achtergrond van Israël, als het volk van God met wie Hij een verbond had gesloten. Op grond van dat verbond noemt God Zich de Vader van Israël (bv. Jer. 3:19) en noemt Hij Israël 'Mijn zoon' (Hosea 13:1).

Het was Gods bedoeling dat de afzonderlijke Israëlieten al hun vertrouwen zouden stellen op Hem als hun genadige Vader. Zij zouden dan ook de gerechtigheid ontvangen door geloof alleen.

Maar verreweg de meeste Joden hebben die weg van de zaligmaking door genade en geloof afgewezen. Die afwijzing is vooral op twee manieren gebeurd:

1. Eén groep - in de dagen van de Heere Jezus waren dat vooral de wetgeleerden en Farizeeën - heeft getracht door strenge wetsvolbrenging een eigen gerechtigheid op te bouwen, waardoor ze voor God staande zouden kunnen blijven.

2. Veel Joden echter waren moedeloos geworden onder die strenge wetsprediking. Bovendien ging hun hart uit naar allerlei vormen van losbandigheid (net zoals het hart van die eerste groep) en zij geneerden zich er niet voor om dat openlijk toe te geven.

In de dagen van de Heere Jezus waren dat de tollenaars, de hoeren en over het algemeen de zondaars, de wetsovertreders. Hen heeft de Heere getekend in het beeld van de jongste zoon.

Geen van beiden had zich in het verleden als een kind van de Vader gedragen. Maar de jongste zoon was echt tot ommekeer gekomen. Toen hij de liefde van de Vader had gezien, liet hij elke poging om te komen tot een loonovereenkomst met zijn Vader varen en aanvaardde volledig de positie van het kind dat uit de liefde van God de Vader leeft.

"Gij zijt altijd bij mij en al het mijne is het uwe". Daarmee wil de vader van de gelijkenis zeggen: Jouw verwijt dat ik je zelfs geen bokje zou hebben willen geven om met je makkers feest te vieren, slaat nergens op. Al het mijne is immers tegelijk het jouwe en je had het mij maar hoeven te vragen -je bent immersaltijd bij mij - en je zou het van mij gekregen hebben.

Lezer(es), bent u al ingegaan op dat aanbod dat je in heel de Bijbel vindt, het aanbod dat God in Christus je genadige Vader wil zijn?

Dat kunt u alleen, wanneer de Heilige Geest u door het Woord Gods heen de overweldigende liefde Gods in Christus heeft laten zien. Dan wordt u innerlijk gebroken. Dan wilt u niets meer weten van een eigen gerechtigheid. Als u de stralende gerechtigheid van Christus hebt gezien, die u om niet wordt aangeboden, dan kunt u alleen maar ootmoedig het hoofd buigen als de tollenaar en belijden:

"Doch wij allen zijn als een onreine en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed" (Jes. 64:6). Dan noemt u die werken van uw eigen gerechtigheid met Paulus 'drek' (Fil. 3:8) en u schaamt zich ervoor dat u die ooit aan God hebt durven aanbieden als een grond om door Hem te worden aangenomen.

Maar als u dan de vreugde van het kind-zijn van God hebt mogen zien en vol dankbaarheid hebt mogen aanvaarden, leeft u dan wel voldoende uit deze wonderbare vertroosting: "Kind, gij zijt altijd bij Mij en al het Mijne is het uwe"?

De vader vervolgt: Men behoort dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood en is weer levend geworden; en hij was verloren en is gevonden.

Wat een tere en geduldige liefde van deze vader! Menigeen zou reageren: Met zo'n stijfkop wil ik niet verder praten.

Maar deze vader wilde ook deze zoon winnen met zijn liefde. Hij had natuurlijk het volste recht om die zoon nu eens flink onder handen te nemen en om hem eens door elkaar te rammelen.

Maar hij zegt niet eens: "Jij", maar "men" behoorde vrolijk en blijde te zijn. Hij vermijdt elke rechtstreekse, harde confrontatie.

En daarom richt ik mij aan het slot nog eens tot u, lezer(es). Het is Jezus Christus, die deze gelijkenis heeft verteld; Hij, de eniggeboren Zoon die de Vader kent, omdat Hij éénzelfde goddelijke natuur heeft. Hecht dus geen geloof aan mensen, die God als een vreselijke boeman afschilderen, die de deur van Zijn barmhartige liefde nauwelijks op een kiertje voor ons openzet. Geloof in Jezus Christus, die heel diep in het Vaderhart van God heeft geschouwd.

En als u dan deze oeverloze liefde van de Vader hebt gezien, hoe kunt u het dan nog ook maar één moment bij uzelf en bij uw eigen vermeende gerechtigheid uithouden? Laat u dan onweerstaanbaar door de Heilige Geest van Jezus trekken naar deze oneindig-barmhartige Vader. Kniel in ootmoed en gebrokenheid voor Hem neer. Laat u door Hem omhelzen en kussen. Vier het feest van de liefde met Hem.

Luister naar die innige woorden: "Kind, gij zijt altijd bij Mij en al het Mijne is het uwe". En weet: "In die dag zult gij bekennen dat Ik in de Vader(ben)en gij in Mij en Ik in u" (Joh. 14:20). En wees zalig, wees onuitsprekelijk zalig, in de Zoon en door Hem in de Vader!

De Heere was barmhartig jegens mij

Tussen mijn paperassen van vroeger vond ik het getuigenis van de Italiaanse exjezuïet, Edoardo Labanchi, die in 1964 priester was gewijd in India. In dat getuigenis roemt Hij Gods barmhartigheid, die hem ondanks zijn tegenstribbelingen langs schijnbare toevalligheden gevoerd heeft naar Zijn wonderbaar licht. Hij had in Ceylon een eerste kontakt gehad met christenen van de Reformatie, maar werd benoemd om de Bijbel te bestuderen aan het pauselijke bijbelinstituut te Rome. Hij dacht daarom dit kontakt niet meer nodig te hebben. Teleurgesteld zocht hij in Rome opnieuw naar protestantse gelovigen.

"Toen ik tot geloofsovergave aan Christus kwam, nam Hij die gestorven was voor de verzoening van mijn zonden, steeds meer bezit van mij. Sinds die tijd kreeg ook de Bijbel een heel andere betekenis voor mij. Tot dan toe had ik de Bijbel gelezen met behulp van mijn exegetisch-technische kennis, precies zoals ook mijn professoren en medestudenten dat deden. Maar nu werd Gods Woord voor mij de bron van het nieuwe leven".

Later is Labanchi predikant geworden van de Waldenzenkerk van Italië.

Gift van ƒ 100.000,-

Op dezelfde dag dat wij in de pers lazen over de voorgenomen overgang van ds. van Leeuwen naar de R.-K. Kerk, werden wij verblijd en vertroost met een enorme gift, nl. van honderdduizend gulden. Ook langs deze weg onze hartelijkste dank aan deze zeer milde gever, die verder onbekend wenst te blijven. En boven alles uit onze ootmoedige dank aan de God der vertroosting in Jezus Christus.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

De barmhartige vader

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1987

In de Rechte Straat | 32 Pagina's