IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Wat voor soort kerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat voor soort kerk?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ons januarinummer citeerden we uit de twee eerste hoofdstukken van het boek "La hora de Dios para Guatemala". We spraken tevens over de hoop van de evangelisch-reformatorische christenen van Guatemala dat in 1990 meer dan de helft van de bevolking zal behoren tot een kerk waar het Woord Gods trouw wordt verkondigd. In het derde hoofdstuk stelt ds. Nunez de vraag: Wat voor soort kerk beogen wij? Wij vertalen:

Een integrale groei

Het is jammer dat, wanneer er gesproken wordt over de groei van de gemeente, dit meteen numeriek wordt verstaan, alsof het getal de belangrijkste rol zou spelen in de geestelijke zaken.

Het ligt wel in de aard van onze natuur om zo te denken, want wij komen gemakkelijk onder de indruk van het uiterlijke, het grote, het massieve en massale.

En als men eenmaal het getal is gaan verheerlijken, ontstaat bijna vanzelf een geest van weinig hoogstaande concurrentie, een geest van elkaar willen overtroeven en van roemen in eigen prestaties.

Het verlangen om in aantal toe te nemen kan ook voortkomen uit de begeerte om de voortreffelijkheid van de eigen dienst als predikant te demonstreren of om door een groeiend aantal leden meer te gaan betekenen in de maatschappij. Van de andere kant kunnen we niet ontkennen dat de Heere ook de groei in aantal wenst. Anders zou Hij Zijn leven niet hebben gegeven tot redding van "velen" en dan had het ook geen zin dat Hij Zijn discipelen de opdracht gaf om het Evangelie uit te dragen naar de gehele wereld.

De Heere is ook geïnteresseerd in statistieken, maar niet in de kerkregisters en ledenlijsten die wij erop na houden, maar in degenen die geschreven staan in het Boek des levens. Ook Hij telt de hoofden zoals we kunnen zien in Handelingen (2:41; 4:4; 5:14; 6:7).

Wanneer iemand beweert dat het alleen maar op de kwaliteit aankomt en dat het aantal op geen enkele wijze van belang is, is hij dus in strijd met wat de Bijbel leert. Beiden, kwaliteit èn kwantiteit, inhoud en aantal, hebben hun plaats in het plan van God.

Van de Schrift uit bezien is het dus geen geldig excuus, wanneer een gemeente zegt: "Wij groeien wel niet aantal, maar des te meer in kwaliteit". Je zou dan bovendien de vraag kunnen stellen: Wat bedoelt u met die kwaliteit van u? De groei moet dus integraal zijn. Het Nieuwe Testament zegt duidelijk dat de christenen niet alleen in aantal moeten toenemen, maar ook groeien in de kennis van God (Kol. 1:10), groeien in de kennis en de genade van Christus (2 Petr. 3:18), groeien in de zaligheid (1 Petr. 2:2), groeien in de liefde tot elkaar en tot allen (1 Thess. 3:12), altijd groeien in het werk van de Heere (1 Kor. 15:58), in alles groeien in Christus (Ef. 4:15).

Voeding door het Woord

Het vermogen van de gelovigen in Christus om het Woord Gods in zich op te nemen en te verwerken is een van de Nieuw-Testamentische kentekenen van de rijpheid van een gemeente (1 Kor. 3:M; Hebr. 5:11-6:3). Een integrale groei zonder de degelijke voeding van het Woord Gods is onmogelijk (1 Petr. 2:2; 2 Tim. 3:14-17).

Zij die menen dat de gemeente in de ware zin van het woord zal groeien enkel door de trommelslagen van de emotie, begaan een grote vergissing. Gebed en systematische bestudering van de Bijbel zijn onontbeerlijk.

Sommigen leggen de nadruk op het belang van een goede publiciteit voor de gemeente of op telkens afwisselende programma's, maar met nauwelijks enige bijbelse inhoud. Anderen hopen integraal te groeien, maar hun preken zijn slechts evangelisatietoespraken, zonder soliede bijbelse voeding.

Het trieste gevolg daarvan is dat veel gemeenten lijden aan geestelijke bloedarmoede. De kerkleden zijn ondervoed en staan daardoor weerloos tegenover de aanvallen van dwaalleraren.

Er is veel bijbels 'analfabetisme' in die zin dat men teksten soms op de klank af interpreteert en uit hun verband rukt.

Ook voor ons, dienaren van het Woord, geldt de vermaning die Paulus richtte tot Timotheús: "Predik het Woord" (2 Tim. 4:2). "Benaarstig u om uzelf Gode beproefd voor te stellen, een arbeider die niet beschaamd wordt, die het woord der waarheid recht snijdt" (2 Tim. 2:15).

De plaatselijke kerk moet de gehoorzaal, de aula, zijn, waar de christenen bijbels onderwijs ontvangen dat hen bekwaam zal maken voor het leven en voor de dienst, die van een christen mag worden verwacht.

Maar ook in het gezin moet deze toename in de kennis van het Woord bevorderd worden door Bijbelstudie van vader en moeder samen, en doordat ze hun bijbelse kennis met het gezag en de ootmoed van de Heere aan hun kinderen overdragen.

De bediening van de Heilige Geest

Het Woord Gods en de Heilige Geest vullen elkaar aan tot zegen van de gelovige in Christus.

Wij kunnen niet groeien in de kennis van het Woord Gods los van de bediening van de Heilige Geest, die ons in alle waarheid leidt (Joh. 16:13) en die ons de wijsheid Gods openbaart (1 Kor. 2:6-11).

Wij hebben de Heilige Geest nodig om een christelijk overwinnend leven te kunnen leiden. Wanneer wij ons overgeven aan de Heilige Geest en Hem vragen dat Hij het beheer van ons leven in handen neemt (Ef. 5:18), dan isertoename in de onderlinge, broederlijke harmonie (Ef. 5:19-21), dan wordende gezinsverhoudingen beter (Ef. 5:22-6:4). Ook onze maatschappelijke verbanden ondergaan dan een verandering ten goede (Ef. 6:5-9). De Heilige Geest en het Woord maken ons dan meer dan overwinnaars in de strijd tegen de machten van het kwade (Ef. 6:10-20).

Het is de Heilige Geest die in ons de vrucht voortbrengt, die Gode welbehagelijk is (Gal. 5:22-23). Hij is het ook, die ons Zijn gaven uitdeelt en de kracht die wij nodig hebben voor het christelijke dienstbetoon (I Kor. 12-14; Hand 1:8). "Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest (zal het geschieden), zegt de Heere der heerscharen" (Zach. 4:6).

Wij moeten de Heilige Geest niet bedroeven door iets te doen dat in strijd is met de smetteloosheid van Zijn wezen (Ef. 4:30). We moeten niet liegen tegen de Heilige Geest (Hand. 5:1-11) en evenmin mogen we de Geest in de plaatselijke gemeente uitblussen (1 Thess. 5:19).

Deze laatste vermaning heeft betrekking op de uitoefening van de gaven van de Heilige Geest. Een gemeente die integraal wil groeien, mag geen grenzen stellen aan het werk van de Heilige Geest.

Van de andere kant moeten we niet vergeten dat Woord en Geest steeds samengaan. De Geest zal ons nooit brengen tot een leer, die in strijd is met het Woord dat Hijzelf heeft geïnspireerd.

Hoe wordt in ons leven de volheid van de Geest zichtbaar? In de volle onderwerping aan het Woord waarvan Hij de Auteur is.

De gemeente die zich heeft toevertrouwd aan de bediening van de Heilige Geest, zal nooit vervallen tot traagheid en lauwheid. Ze zal nooit haar geestelijk élan verliezen. Ze zal zichzelf voortdurend en in alle opzichten vernieuwen tot dienstbetoon, tot eer en heerlijkheid van God.

Aanbidding van de Heere

Dit kenmerk staat in nauwe relatie met het voorafgaande. De studie van het Woord onder de bediening van de Geest voert ons naar een diepere kennis van wat en wie God is. En naar de mate dat wij Hem meer leren kennen, zullen wij in ons de neiging voelen om ons voor Zijn aangezicht neer te werpen en Hem te aanbidden.

De plaatselijke gemeente is geroepen om het Woord te verkondigen tot in de diepte toe en het toe te passen op alle noden en situaties van het leven. Maar bovenal moet de gemeente uitmunten in de aanbidding van de grote God.

Het gebed, de prediking, de viering van de sakramenten, de offergave in de collecte en alle andere bedrijvigheid van de eredienst moeten uitlopen op de aanbidding van Hem die waardig is te ontvangen de eer, de heerlijkheid, de kracht nu en in alle eeuwigheid (Openb. 4:11).

De aanbidding van het volk Gods kan verschillende vormen aannemen in de verschillende kuituren en kerkelijke tradities, maar ze moet steeds in harmonie zijn met de grondlijnen van de Bijbel en staan onder de bediening van de Geest. Het gevolg zal zijn de glorieuze openbaring van Gods tegenwoordigheid in het midden van de gemeente.

De laatste jaren hebben velen meer nadruk gelegd op de inheemse uitdrukkingen van onze evangelische erediensten. En er zijn daarvoor verschillende reden aan te geven.

We hebben ontdekt dat het Evangelie de kracht en de soepelheid heeft om in de kuituren binnen te dringen en om de vormen van die kuituur aan te nemen, hoe vreemd de uitingen daarvan soms ook kunnen lijken aan de westerse wereld. We zijn er ons van bewust geworden dat onze vormen van aanbidding al te veel een copie zijn geweest van wat er overal elders wordt gevonden.

We hebben daarnaast de rijkdom van onze eigen kuituur ontdekt, de esthetische waarden die ons Guatemalteekse volk bezit. Wij beschikken over eigen muziek, eigen poëzie, eigen liederen waarmee wij de Heere kunnen loven en het Evangelie op efficiënte wijze kunnen verkondigen aan onze landgenoten.

Maar daarbij moeten wel enkele opmerkingen geplaatst worden, die voortvloeien uit de noodzaak dat onze aanbidding steeds in overeenstemming moet zijn met de bijbelse beginselen.

De aanbidding planten in deze tijd en in de vormen van onze eigen kuituur mag nooit leiden tot profanatie. Het inheemse mag nooit ontaarden in grofheid, boertigheid, gebrek aan goede smaak. Zij die gevoel hebben voor de Guatemalteekse kunst, mogen er niet door worden afgestoten.

En het belangrijkste blijft de boodschap die in het lied wordt doorgegeven. We moeten ons de vraag stellen of onze muziek en onze liederen inderdaad leiden tot een geest van aanbidding, of we daardoor opgeheven worden tot in de nabijheid van de heilige aanwezigheid van de Heere, of dat we eerder daardoor van Hem worden weggeleid langs de wegen van emoties, die vreemd zijn aan de waarachtige christelijke eredienst.

Van de andere kant mag ons verlangen naar expressie in inheemse kunst ons niet leiden naar een verwaarlozing of verachting van wat er in andere streken en in andere tijden aan echte christelijke muziek is gepresteerd. Een eng nationalisme mag ons niet afsluiten van die rijkdommen van de kerk der eeuwen en van alle plaatsen.

Wij vatten nog eens samen:

Volgens dr. Nunez moet de gemeente die wij zoeken, zich onderscheiden door: 1. integrale groei; 2. onderwijs in het Woord; 3. de bediening van de Heilige Geest; 4. een geest van aanbidding.

U kunt nu reeds erover denken of uw gemeente aan die kenmerken beantwoordt, en indien niet, wat ú kunt doen om uw gemeente langzamerhand in die richting om te buigen. (Wanneer u wegloopt uit een gemeente, dan is dat wel erg gemakkelijk, maar dan kunt u voor die gemeente niets meer betekenen.)

In het vervolg van dit derde hoofdstuk noemt dr. Nunez nog als kenmerken van de ideale christelijke gemeente:

5. Een gemeente die gelooft in de kracht van God; 6. een gemeente die gekenmerkt wordt door de broederliefde; 7. een gemeente die erop uit is om het Evangelie te verkondigen; 8. een gemeente die de wereldwijde zendingsopdracht in haar hart draagt; 9. een gemeente die zich bewust is van haar sociale verantwoordelijkheid; 10. een gemeente die vurig is in de hoop.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Wat voor soort kerk?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

In de Rechte Straat | 32 Pagina's