IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

GEMEENSCHAP DER GERINGEN MET WIE?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEMEENSCHAP DER GERINGEN MET WIE?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe ontroerend zijn niet deze woorden: „Want alzo zegt de Hoge en Verhevene die in eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ek woon (in) de hoogte en in het heilige, en bij hem die van een verbrijzelde en nederige geest is, opdat ik levend make de geest der nederigen en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden" (Jes. 57: 15).

Wilt u weten of God bij en in u woont? Jes. 57:15 geeft een duidelijke aanwijzing hoe u daar zeker van kunt zijn.

Maria heeft dat in haar lofzang prachtig verwoord: „Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. Hij heeft machtigen van de troon afgetrokken en nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden" (Lk. 1 :46-54).

En Hanna had datzelfde reeds eeuwen tevoren bezongen: „Mijn hart springt van vreugde op in de Heere… want ik verheug mij in Uw heil. Hij verheft de geringe uit het stof (en) de nooddruftige verhoogt Hij uit de drek" (1 Sam. 2 : 1-10).

En Jezus heeft gezegd: „Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en woning bij hem maken" (Joh. 14 : 23).

Bij wélke mensen wil God wonen?

Het staat er toch duidelijk dat De Vader en de Zoon zullen komen wonen bij hen die het Woord Gods bewaren d.i. koesteren als iets heel kostbaars, erover nadenken bij dag en bij nacht (ps. 1 en ps. 119).

Wij mogen dat niet meteen „soteriologisch duiden" d.i. meteen zeggen: Ja, daar bedoelt Jezus alleen mee dat Hij en Zijn Vader komen wonen bij hen die in Christus geloven. Dat is óók waar, maar het is niet de uitsluitende waarheid. Op deze manier versmallen we de Bijbel en maken het NT los van het OT. Beide zijn waar, dus ook: Wanneer iemand het Woord Gods niet in zijn hart draagt als lichtend richtsnoer, wanneer iemand niet nederig van geest is en verbrijzeld van hart, dan woont God niet in hem. God wil niet wonen bij de mensen, die een hoge dunk van zichzelf hebben, die prat gaan op hun theologische inzichten, hun enorme Bijbelkennis, hun kennis van de tekenen der tijden enz. Hij wil slechts wonen bij de ootmoedigen.

Is dat niet een beetje vergeten in sommige protestantse kerken? Men maakt het Evangelie los van de rijke vroomheid van het OT, wanneer men het beperkt tot een „aannemen van Jezus". Maar men doet dat evenzeer, wanneer men bijna uitsluitend mikt op een bepaald zondebesef. We moeten de hele stroom van al Gods gedachten die Hij zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament heeft neergelegd, door ons heen laten gaan. Dan is het Woord voor ons werkelijk een bad der wedergeboorte, waaruit we telkens gereinigd en verfrist opstaan.

Christus, het Hoofd der geringen

„Hetgeen wij (dan) gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook (zij) met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus" (1 Joh. 1 : 3).

Jezus is de grote lijdende, en thans verheerlijkte, Dienstknecht van God. Hij wordt ons in Jesaja getekend als „de verachte… aan Wie het volk een gruwel heeft" (49 : 7). Van Zichzelf zegt Hij: „Ik geef Mijn rug aan hen die (Mij) slaan en (Mijn) wangen aan hen die (Mij) het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel" (50 : 6).

Dat heeft Hij ook gepredikt in de bergrede: „Maar Ik zeg u dat gij de boze niet weerstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe; en, zo iemand met u richten wil en uw rok nemen, laat hem ook uw mantel" (Mt. 5 : 39-40).

Hoe droevig steekt daartegen af de kerkgeschiedenis, waar men vaak geschillen over kerkgebouwen die ontstaan waren na een kerkscheuring, uitvocht voor de wereldlijke rechter!

Gemeenschap der geringen onder elkaar

Zij die de lijdende Godsknecht Jezus aanhangen, kunnen zich niet in hoogheid boven elkaar stellen. Ze geven gehoor aan de vermaning van Christus: „Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden, want Eén is uw Meester, (namelijk) Christus; en gij zijt allen broeders. En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde, want Eén is uw Vader, (namelijk) Die in de hemelen is" (Hier is bedoeld de naam „vader" als een eretitel, waardoor men zich van andere christenen wil onderscheiden). „Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn" (Mt. 23 : 8-11). „Gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven (tot) een losprijs voor velen" (Mt. 20 : 28).

Zij vinden elkaar in dit ootmoedige opzien naar de Heere der hope. Ze herkennen elkaar in de verbrijzeling des harten, in dat niets meer verwachten van zichzelf en alles verwachten van Christus.

Zeker, ook zij blijven zondige mensen. Daarom zullen ook onder hen wel eens moeilijkheden en wrijvingen zich voordoen, maar de vrede en de barmhartigheid van Christus brengt hen altijd weer bij elkaar terug. En zo wordt in zachtmoedigheid de sjaloom hersteld.

Wilt ook ú tot deze wonderbare gemeenschap behoren, tot deze geringen, deze zachtmoedigen, deze barmhartigen en vredebrengers?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

GEMEENSCHAP DER GERINGEN MET WIE?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's