IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HET GRONDPATROON VAN DE REFORMATIE (SLOT)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GRONDPATROON VAN DE REFORMATIE (SLOT)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De belijdenisgeschriften hebben enorm bijgedragen tot de verbreiding en verdieping van het reformatorische besef.

Daaronder neemt de Heidelbergse Catechismus wel een eerste plaats in. Op de foto gezicht op de rivier de Nekar uit het slot van Heidelberg.

Het laatste thema luidt: „Door de Geest herboren"

Bij Rome is de Heilige Geest eigenlijk verdrongen door het hele kerkelijke „bedrijf'. Rome was een bedrijf, een handelskerk en een handelsinstituut geworden. De sacramenten die de genade praktisch automatisch toedienen, zijn alles gaan overheersen. De Heilige Geest kan zo niet aan Zijn trekken komen. Maar nu is het juist voor de reformatoren de Heilige Geest, Die voor de derde maal God is, Die alles wat de Vader heeft uitgedacht en wat de Zoon heeft uitgewerkt, komt toeëigenen. Dat is onontbeerlijk nodig! De Heilige Geest is het „Die het ons eigen maakt".

Ja, als Christus niet was geboren was alles verloren, maar als de Geest niet was uitgestort, was alles nóg tekort. De Heilige Geest is er zó wezenlijk bij betrokken als dat Hij wezenlijk en waarachtig God is. Wat gereed ligt in de Vader en de Zoon, komt Hij toeëigenen, zoals het doopformulier dat noemt. De Heilige Geest maakt het heil, dat Christus toen en daar voor mij verwierf, hier en nu in mij mijn eigendom, zodat het „voor mij" wordt „in het kwadraat". Ik bedoel dit: wat Christus deed had al de tendens naar de zondaar toe, want Hij deed het niet voor Zichzelf. Maar als de Heilige Geest komt in de toeëigening van het heil, dan wordt het helemaal, uiterst persoonlijk mijn eigendom, zodat ik het ook ga weten. En zoals nu de schepping een in - het aanzijn - roepen is uit niets, zo is ook de herschepping een in-het-aanzijn-roepen uit niets. Eigenlijk is het nog veel wonderlijker. Vrienden, als de Heilige Geest een mens in Christus inlijft, dan is dat een groter wonder dan de schepping, want, u weet wel, de schepping was een scheppen uit niets, maar de herschepping is een scheppen uit de dood! En de dood, dat is niet „niets"; de dood is het tegenovergestelde, dat is vijandschap jegens God; daarom is deze herschepping wonderlijker. Maar er is één grote overeenkomst. Zoals namelijk de schepping door het Woord geroepen is, („en God sprak: er zij licht"), zo is ook de herschepping een gebeuren door het Woord (Vgl. Jak. 1 : 18 en 1 Petr. 1 : 23). Misschien werpt u nu tegen: „U zei netdat de Heilige Géést het deed". Zeker, de Heilige Geest doet het, en evenzeer het Woord doet het. Je moet dit noodwendig met twee woorden zeggen. Een mens kan nooit twee dingen tegelijk zeggen; maar eigenlijk zou je hier twee dingen tegelijk moeten zeggen: „Woord-en-Geest", „Geest-en-Woord". En in feite zèg je twee dingen tegelijk: wie „Woord" zegt, die zegt „Woord en Geest", want dat Woord is vol van de Geest, en wie „Geest" zegt, die zegt „Geest en Woord", want de Geest is „Wóórd-God", een sprekende God, een roepende God. De Geest is de draagkracht, spankracht, trekkracht en kiemkracht van het Woord. Dacht u dat er ooit een mens bekeerd wordt, waar dan ook, omdat die of gene dominee zo goed praten of preken kan, of zo indringend kan voordragen? Nooit! Niet één! Hierdoor echter, omdat het Woord geladen en bezield is en gedragen door de Heilige Geest. Luther zegt: „Daarom is het Woord van God een Woord van kracht en van genade: als het de oren treft, dan geeft het inwendig de Geest mee naar binnen; wilt gij dan genade ontvangen, ziet dan toe dat gij het Woord van God gespannen hoort, ziet dan toe dat gij het Woord van God zorgvuldig overdenkt, het WOORD zeg ik en het Woord ALLEEN is het voertuig van Gods genade en het staat vast, dat de Geest door de prediking van het geloof ontvangen wordt".

Hoort u dat? Wij ontmoeten zoveel mensen die zeggen: ,Ja, er wordt wel gepreekt en er wordt wel genodigd en ik lees wel uit de Bijbel, maar de Geest hè, de Geest moet het doen". Luther zegt: „Het staat dan vast, dat de Geest door de prediking van het geloof ontvangen wordt; dat die Geest meekomt met het Woord van God". En elders zegt Luther: „Het begin van ons heil is het geloof, dat aan het Woord van de belovende God hangt, Die zonder al onze werken met Zijn vrije, onverdiende barmhartigheid ons voorkomt en het Woord van Zijn belofte aan ons aanbiedt". En nog op een andere plaats: „Het Woord, dat is het venster van de Heilige Geest; sluit dat venster niet, want als u het anders wilt doen, als u het venster van het Woord dichtklapt en op de Heilige Geest gaat zitten wachten, dan komt de satan in uw hart en ge zult uzelf op een geest beroemen, maar het is niet de Geest van God, maar de geest van de duivel. De Geest van God komt in en uit met het Woord".

En bij Calvijn, de theoloog van de Heilige Geest, zoals hij wel genoemd wordt, liggen de zaken van de toepassing van het heil wezenlijk niet anders. Bij Calvijn kun je scherp ontwaren welke twéé fronten de Reformatie had. Men had niet alleen te strijden tegen Rome en de humanisten (dus laten we zeggen: tegen al die mensen die nog zo gunstig dachten over de mens), maar ze hadden ook een ander front en dat was uit eigen bodem opgeschoten: de Schwärmer, de dwepers en radicalen, de wederdopers. Calvijn legt nu tegenover Rome en de humanisten met hun semi-pelagiaanse vrije wil een heel zwaar accent op de innerlijke, wederbarende werking van de Heilige Geest, maar toch nooit los van het Woord.

Maar nu het andere front! De geestdrijvers zeiden: „Nu zijn we verlost van de paus van Rome, maar nu moeten we ook nog verlost worden van die „papieren paus", en die „papieren paus" was de Bijbel! Die wilden ze ook nog kwijt. Ze hadden veel meer fiducie in het innerlijk licht dan het „uiterlijke" Woord. Ze wilden geen middellijk contact met God, maar een onmiddellijk. Tegenover deze geestdrijvers verzekerde Calvijn: „Het Wóórd is Geestelijk, en niet jullie geest is Geest". Want 's mensen geest is net zo vleselijk als zijn lichaam. Dus enerzijds kan Calvijn zeggen: „De uiterlijke prediking zal zonder de geringste vrucht blijven, als niet het onderwijs van de Heilige Geest daarbij komt. God leert dus op tweevoudige wijze: enerzijds spreekt Hij ons oor aan door het mensenwoord, anderzijds spreekt Hij innerlijk ons toe door Zijn Geest". De Geest geeft geen nieuwe openbaringen buiten Christus en het Woord om. Men moet dus daarbij niet denken dat men eerst een openbaring krijgt los van het Woord; neen, in en met en onder het gelezen en gepredikte Woord komt de Heilige Geest mee. Calvijn zegt het zo: „De Geest bevestigt de leer van het Evangelie a.h.w. door Zijn ondertekening". Dat is dan de ene kant: een zwaar accent op de Geest. Anderzijds mag echter deze tweedeling, deze onderscheiding van Woord en Geest, nooit aanleiding zijn tot geringschatting van het Woord. Hij zegt letterlijk dit: „Zo dikwijls wij de Schrift horen, horen wij God zelf en hebben wij in de prediking een zeker en klaar getuigenis van de tegenwoordigheid Gods". Dat betekent dat wij ons naar de kerk mogen begeven in het vertrouwen dat God daar tegenwoordig is en door Zijn dienaars Zijn heilswil bekend maakt. Calvijn zegt: „Het Woord is niet te scheiden van de Geest, zoals die fanatieke mensen voorgeven, die met verachting van het woord zich in de Geest beroepen en opgeblazen zijn door het vertrouwen op hun eigen inbeeldingen". De Schrift is dus vol van de Heilige Geest en in de prediking van het Evangelie opent God de poorten van het Paradijs.

Nu tenslotte nog twee spitsen naar deze tijd:

1. Tegenover alle veruiterlijkte, ongeestelijke en verpolitiekte christenactiviteiten hebben wij ons (niet omdat we beter zijn, maar wel omdat we in Gods Woord van betere dingen gehoord hebben) dagelijks te verlaten op die persoonlijke, innerlijke, wederbarende werking van de Heilige Geest. Die zult u vinden en ontmoeten in het gewaad van Zijn Woord en die zult u vinden en ontmoeten bij de Heere Jezus Christus, want Christus heeft het beloofd: „De Trooster, Die zal het uit het Mijne nemen en Die zal het u verkondigen". Dat is een pleidooi voor een waarachtige, christelijke bevindelijkheid.

2. Maar nu de andere kant, onswaarts gericht.

Wij moeten vanuit de Reformatie schuwen heel dat godsdienstige bedrijf en die kwasi- geestelijkheid, waarbij het troebele vocht van de menselijke geest en ervaring wordt geschonken. Wij bedriegen onszelf en elkaar wanneer dat de plaats gaat innemen van de heldere wateren van Christus' Persoon en Werk en van de beloften Gods voor een dorstige zondaar. De voetsporen van de Heilige Geest ontmoeten wij daar, waar de geuren, de kleuren en klanken van Jezus Christus zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HET GRONDPATROON VAN DE REFORMATIE (SLOT)

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's