IV Hoe krijg ik zulk een geloof?

Zulk een geloof moet van Boven komen, van God Zelf. Maar dan zult u terecht vragen: Hoe bewerkt God zulk een geloof in ons?

Dat doet Hij door Zijn Woord. Dat Woord van God is scheppend: ,2Alle dingen zijn door Het (Woord) gemaakt en zonder Het (Woord) is geen ding gemaakt dat gemaakt is" (Joh. 1 : 3).

Dat Woord is echter „vlees geworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1 : 14). Het is zichtbaar geworden in de mensjezus Christus. Hij is het herscheppende Woord van God in de gestalte van een mens.

Maar dat herscheppende Woord van God heeft nog een andere vorm gekregen. Het is ook door God uitgeademd (theo-pneustos; 2 Tim. 3:16) in mensenwoorden. Dat is de Schrift. De Schrift is en bevat de herscheppende adem Gods.

Mensenwoorden hebben die herscheppende kracht niet. Wij kunnen dan ook nooit door ons praten anderen tot waarachtig geloof brengen.

Wel kunnen wij het Woord Gods toegankelijk maken voor anderen. We kunnen hen leiden naar Christus door het Woord Gods te verklaren en door hen te laten zien wat dat Woord in ons heeft uitgewerkt, hoe wij daardoor tot geloof in Christus zijn gekomen. Maar dan is het ook beslist nodig dat wij enkel dat Woord willen duidelijk maken en niet eigen gedachten aan dat Woord willen opleggen.

En hoe het ook zij, ik herhaal: nooit komt iemand tot bekering, tot echt geloof in Christus door welke gedachte ook, die uit ons eigen brein is voortgekomen. God verricht de herschepping van de mens alleen door het Woord dat Hijzelf heeft uitgeademd, dus door de Schrift.

Wilt u dus tot datzelfde rijke geloof in Christus komen, grijp dan naar de Bijbel. Probeer onbevangen naar die Bijbel te luisteren.

Luister ook naar wat gelovige mensen over die Bijbel zeggen.

Zo wil God het nu eenmaal. Zijn herschepping verricht Hij door Zijn Woord alleen. Maar Hij wil wel mensen gebruiken om anderen naar dat Woord te brengen. Zo is Zijn soevereine welbehagen.

Een duidelijk voorbeeld daarvan vindt u in het verhaal over Philippus en de kamerling uit Morenland in Hand. 8:26-40. Die man was in Jeruzalem geweest, maar had het geloof in de levende God niet gevonden. Het liet hem echter niet met rust. En zo zat hij op de weg terug naar zijn land in zijn wagen nog de Bijbel te lezen. Zijn overdenking was gevallen op Jes. 5 3. Hij begreep dat maar niet. Wie zou Jesaja toch bedoelen met die lijdende Godsknecht? Philippus passeert hem en krijgt van de Heilige Geest (!) de opdracht: „Ga toe en voeg u bij deze wagen" (vs. 29). En dan gaat hij dat Schriftgedeelte verklaren en toont aan dat Christus daarmee bedoeld was. Zo komt de kamerling tot geloof en wordt gedoopt.

En ook nadat u tot geloof bent gekomen, blijft deze „gemeenschap der heiligen", dit luisteren van gelovigen naar elkaar, geboden om de volle diepte van de Schrift steeds meer te kunnen verstaan. Paulus schrijft dat we alleen „samen met alle heiligen" (Ef. 3:18) de hoogte en de diepte, de breedte en de lengte van de liefde van Christus kunnen begrijpen.

Het is dus alleen door het Woord dat wij herschapen kunnen worden tot nieuwe mensen, tot kinderen van God. „Wedergeboren, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord Gods" (1 Petr. 1:23).

Je leven krijgt dan een diepe zin

Nu nog een heel belangrijke opmerking. In heel deze brochure heb ik u aangesproken op uw verlangen naar geluk en eeuwige vreugde. Dad deed Jezus ook. Aan het slot van de Openbaring (het laatste boek in de Bijbel) zegt Hij: „En ziet, Ik kom haastig; en Mijn loon is met Mij om een ieder te vergelden gelijk zijn werk zal zijn". (Dat Hij met dit „loon" niet een soort salaris bedoelt, dus iets waar we op grond van ons werk recht op zouden kunnen doen gelden, blijkt uit het feit datjezus enkele verzen verder zegt: „Wie wil, neme het water des levens om niet").

Jezus wil ons dus tot Zich trekken door ons in het vooruitzicht te stellen de heerlijke vreugde die om niet ons deel wordt, wanneer wij ons in geloof aan Hem overgeven.

Maar wanneer wij ons eenmaal in geloof aan Hem hebben overgegeven, dan komt ons verlangen naar geluk helemaal op het tweede plan te staan. Dan denken we daar eigenlijk nauwelijks nog aan, hoe gelukkig we zi jngeworden. Want dat geluk is dan geen doel meer voor ons, maar een gevolg van onze nieuwe levenshouding. En die nieuwe levenshouding is allereerst de dankbare liefde tot God. We mogen voortaan rusten in Iemand anders, in Jezus Christus, en door Hem in de Vader. Uit deze liefde vloeit vanzelf de vreugde voort.

Ingeschakeld in de eeuwige bedoelingen van God

En vervolgens weten wij ons ook helemaal ingeschakeld in de eeuwige bedoelingen van onze God, de Vader van Jezus Christus. We weten nu duidelijk waarvoor we leven. We gaan ons helemaal inzetten voor de verwezenlijking van Zijn Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. (Dat Koninkrijk Gods kunnen wijzelf in zijn uiterlijke vorm niet tot stand brengen. Een echte kerstening van de wereld is onmogelijk, zolang Christus niet is teruggekomen. Pas dan zal Hijzelf „de nieuwe hemel op de nieuwe aarde" vestigen). We proberen persoonlijk overal vrede te verspreiden. We vinden het zalig om vredestichters te zijn (Mat. 5:9). We houden ervan om ruzies te beslechten, om mensen bij elkaar te brengen, om moeilijkheden en spanningen op te lossen. We ademen dan de vrede Gods uit, die als een zegen in onze zielen is neergedaald.

We zetten ons dan ook helemaal in voor de strijd om de gerechtigheid in deze wereld. We stijgen boven elke partijpolitiek, die alleen maar eigen belangen op het oog heeft uit. We dragen dan heel de wereld met al haar noden in ons hart. We werken dan voor de leniging van de stoffelijke nood, vooral in de Derde Wereld. Maar bovenal zijn we dan bewogen om de enorme geestelijke nood van miljoenen, juist in de rijke landen, die de zin van hun leven niet meer zien, die dreigen ten onder te gaan in verveling, eenzaamheid en walging.

Paulus stelt de vraag: „Wie heeft de zin des Heeren gekend?". En zijn antwoord luidt: „Wij hebben de zin van Christus" (1 Kor. 2 : 16). Die zin van Christus wordt dan de zin van uw leven. Uw leven wordt dan helemaal met Hem verbonden. Zijn levensrichting wordt de uwe. U wordt er door vervuld, doorgloeid, doortinteld. Ook de meest gewone bezigheden van elke dag krijgen dan eeuwigheidswaarde voor u. Want u leeft nu niet meer voor uzelf, maar voor Hem en voor Gods Koninkrijk. En we hebben dan ook geen echte angst meer voor de dood," want hetzij dat wij leven, wij leven de Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven de Heere; hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heeren" (Rom. 14:8). Dan gaat het ons dus niet meer om het geluk dat wij door Hem krijgen. Dat wordt dan voor ons bijzaak. Het gaat ons dan om Hem allereerst en om Zijn zaak. Dat is ook weer een stuk van de wonderlijke innerlijke verandering die Christus in ons tot stand brengt door het geloof in Hem.

En nu moet ik deze brochure besluiten. Lezer, lezeres, het is mogelijk dat u door het lezen van deze bladzijden het Evangelie bent gaan verstaan. Misschien hebt u Christus uit het Woord Gods zien oprijzen in Zijn stralende goedheid, in Zijn barmhartige liefde. U hebt het Hemzelf horen verzekeren: „Wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven". Wacht dan niet langer meer en geef u in ootmoedig geloof vol dankbaarheid geheel aan Hem over. Laat u daar niet van weerhouden door wat uw familie en uw naaste omgeving hiervan zegt. Laat u ook niet remmen door allerlei theorieën en theologieën van mensen. Word als een kind. Rust in Christus en wees voor altijd gelukkig, zalig in Hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen