IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Gesprekken met Francisco Rodriguez

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gesprekken met Francisco Rodriguez

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens mijn verblijf in Madrid had ik de gelegenheid om met Francisco weer eens wat bij te praten. Ook hij had daar behoefte aan. Enkele vragen die we bespraken, laat ik hieronder volgen:

H. Hoe zie jij de evangelisatieopdracht van de gemeente ?

F. De gemeente moet eerst vanuit de geest van gebed en door de gave van de onderscheiding der geesten zien te ontdekken wie de bijzondere gave heeft ontvangen van evangelist te zijn. Een van de bedieningen waarmee Christus Zijn gemeente heeft willen uitrusten, is immers de bediening van evangelist (Ef. 4:11). Zij moeten dus een dynamische plaats innemen bij de evangelisatie.

H. Maar heeft niet elk gemeentelid de roeping om het Evangelie te verbreiden ?

F. Zeer zeker. De evangelisatie door ieder kerklid is de eigenlijke basis. Ieder gemeentelid heeft zijn eigen kontakten vanwege zijn familieverhoudingen, vanwege zijn werkkring, kortom vanwege zijn ingeplant-zijn in het gewone dagelijkse leven. Een voorbeeld :

Een arbeider heeft vanzelfsprekend kontakt met zijn compagnons. Hij moet trachten te ontdekken bij wie er religieuze belangstelling of zelfs heilsverlangen aanwezig is. Bovendien moet hij ook zelf proberen de heilzame religieuze onrust op te wekken door zijn gesprekken met hen, voornamelijk tijdens het schaftuur.

Maar wellicht voelt hij zichzelf niet voldoende bekwaam om het Evangelie ook onder woorden te brengen en om te antwoorden op vragen die hem gesteld worden. Hij beleeft zijn geloof in alle eenvoud en dat is ook de kracht van zijn getuigenis. Maar het kan zijn dat er bij de ander nog meer weerstanden moeten worden weggenomen. In dat geval is het raadzaam de evangelist in te schakelen.

H. Moet zulk een belangstellende dan zo spoedig mogelijk meegenomen worden naar een zondagse kerkdienst ?

F. Nee, beslist niet, want daar wordt een taal gesproken die hij in verreweg de meeste gevallen nog niet verstaat. De manier van denken van de kerkmensen is nog geheel vreemd voor hem.

H. Moet je hem dan meenemen naar een speciale evangelisatie-kerkdienst ?

F. Ik meen dat ook dat niet verstandig is. Zulk een samenkomst is meestal een beetje aantrekkelijk gemaakt bv. door gitaarmuziek enz. Ze luisteren geduldig en vinden het wel leuk. Een volgende zondag komen ze dan in een gewone kerkdienst. Dan valt het hen meestal erg tegen. Ze voelen zich genomen en keren niet meer terug.

H. Vind je ergens in de Bijbel een aanknopingspunt voor deze gedachte ?

F. Ik meen van wel, namelijk in Hand. 8. Daar wordt verteld over de evangelist Philippus hoe die eerst door zijn prediking in Samaria mensen tot geloof in Christus had gebracht. Pas daarna kwamen de apostelen van Jeruzalem. Toen werden zij vervuld met de Heilige Geest en als gelovigen samengevoegd tot een gemeente .

H. Heb je nog meer aanwijzingen, hoe volgens jou geëvangeliseerd moet worden ?

F. Ds. Poveda heeft mij gevraagd in zijn gemeente mee te doen met de evangelisatie. Ik wil mij daar graag voor inzetten 'bv. voor de evangelisatie onder de universiteitsstudenten.

Maar dan zou ik dat zó willen opzetten. Dan zou ik eerst met de evangelische studenten een tijd lang grondig aan Bijbelstudie willen doen. Ik zou hen er dan vooral op willen wijzen dat 'evangelisatie ten diepste verkondiging is en geen diskussie. Zo gemakkelijk ontaardt het gesprek met een buitenkerkelijke in een verdediging van de christelijke opvattingen, van een bepaalde christelijke theologie of zelfs filosofie. Maar wij moeten spreken met de volmacht van het Woord: „Zo spreekt de Heere". Dat kan alleen, als iemand vervuld is met de Heilige Geest.

H. Wat versta jij daaronder: „vervuld zijn met de Heilige Geest"?

F. Dat is moeilijk weer te geven. In de Handelingen van de Apostelen zijn de handelingen van de Heilige Geest het moeilijkste te begrijpen. Lukas geeft dan ook méér een beschrijving van wat de Heilige Geest heeft gedaan dan dat hij probeert die werking te analyseren en te verklaren. De Heilige Geest Is er en openbaart Zich. Mensen veranderen daardoor radikaal en dat wordt op allerlei wijze zichtbaar.

Dat is eigenlijk zo met heel Gods openbaring. Wij hebben altijd weer de neiging tot speculaties. We willen zelfs Christus, de Gezondene des Vaders, geestelijk op de snijtafel van onze ontleding leggen. We vermeien ons in bespiegelingen over Zijn goddelijke en menselijke natuur enz.

Maar Christus heeft een boodschap voor ons, waarmee Hij tot ons diepste zelf wil doordringen en waardoor Hij ons innerlijk wil omvormen. Wij ontvangen echter slechts gemeenschap met Hem door het geloof. En het geloof is niet een ontleden van Christus, maar een eenvoudig aanvaarden van Hem als mijn Zaligmaker die mij verlost van de vloek en de macht van de zonde.

Of neem eens het Heilig Avondmaal. De r.-k. kerk heeft dit ontzagwekkende geheim verkleind, ingeperkt, door het te gieten in de leer van de transsubstantiatie. Maar het geheim van deze tekenen en zegelen van de liefde van Christus gaat ons menselijke denken oneindig te boven. Wanneer we het zouden reduceren, terugbrengen, tot een „verandering van de substantie van brood en wijn in de substantie van het lichaam en bloed van Christus", dan hebben we wel op een interessante manier de filosofie van de heiden Aristoteles tussen bijbelse noties gestampt, maar we hebben dan tegelijk het grootste feest van de liefde van Chrisus ingedamd en eigenlijk geheel verminkt.

Kun je ook een voorbeeld geven van de door jou geschetste evangelisatiemethode, sinds je hier in Madrid verblijft?

F. Ja. Afgelopen week bv. was ik in een winkel om er iets te kopen. Enkele klanten begonnen met de winkelier een praatje over Franco en over de slechte economische snuatie momenteel in Spanje. Ik zei: „Dat is de schuld van de r.-k. kerk. Wij hadden na de oorlog ook kunnen profiteren van de Amerikaanse Marshallhulp net zoals de andere landen van Europa. De toenmalige president van Amerika was een protestant. Die zei tegen Franco dat ook Spanje die hulp kon krijgen, mits ze de godsdienstvrijheid konden garanderen. Franco was daartoe wel bereid. Hij hield ruggespraak met de bisschoppen. Maar die antwoordden: Als u wilt rekenen op onze steun, dan kunt u geen godsdienstvrijheid toestaan. Dat was dan ook het antwoord van Franco aan de Amerikaanse president. Het is dan toch volkomen begrijpelijk dat die president daarop de financiële steun aan Spanje geweigerd heeft". Intussen waren er steeds meer mensen rondom ons komen staan. Een van hen zei toen: „Die president was protestant en geloofde in God. Je hebt dus blijkbaar geen priesters nodig om in God te geloven". Ik antwoordde: „Inderdaad, dat zegt ook de Bijbel". De winkelier vond het intussen welletjes en ging over tot de vraag wat fcijn klanten wilden kopen. Zo eindigde dit gesprek.

H. Kun je nog een ander voorbeeld geven?

F. Ja, dat is iets langer geleden. In augustus was ik bij mijn familie, omdat mijn zuster ging trouwen. We waren met de hele familie bij elkaar, ook de pastoor was erbij. Het ging over de verplichting om te biechten vóór de huwelijkssluiting in de kerk. Ik zei: „Maar het is toch niet nodig dat je je zonden biecht aan een mens die daar verder niets mee heeft uit te staan".

„A zó", zei de pastoor, „we hebben dus een ketter in ons midden die niet gelooft in de vergeving der zonden".

Nee, antwoordde ik, „ik geloof wél in de vergeving der zonden door het bloed van Christus, maar ik geloof niet dat onze zonden vergeven worden, doordat u met uw hand een kruis slaat en daarbij enkele woorden prevelt. Ik geloof in de macht van Christus, maar niet in de macht van uw hand".

H. Wat is je voorlopige indruk van de protestantse kerken in Spanje, nu je zo'n vier maanden terug bent in je vaderland ?

F. Natuurlijk kan ik niet spreken over „de" protestantse kerken, daar ik nog maar met enkele heb kennis gemaakt. Bovendien kan ik niet meer dan een indruk geven. Maar die indruk is wel teleurstellend.

Mag ik het heel kort zeggen? De protestantse kerken vertonen niet het beeld van sprankelend leven. De prediking is over het algemeen sterk moraliserend. Er wordt wel verteld wat we allemaal moeten doen. Maar er is zo weinig blijdschap. De kracht van Christus wordt weinig als dé grote vertroosting naar voren gebracht. Men wil zogenaamd aktueel zijn en heeft het dan over allerlei onderwerpen die men ook in de krant kan lezen zoals de abortus, de schets van de nieuwe grondwet, het statuut over de godsdienstvrijheid, de slechtheid van de jeugd, de toenemende misdadigheid, de sombere wereldsituatie.

Maar veel te weinig wordt gewezen op de overwinnende kracht van het geloof, waardoor wij al die moeilijkheden te boven kunnen komen. Ze hebben het over de vrede die in de wereld moet komen, maar te weinig over de unieke vrede van Christus die het uitgangspunt is van elke waarachtige vrede.

H. Hoe komt het dat het protestantisme van Latijns Amerika stormenderhand vooruitgang boekt, terwijl het protestantisme van Spanje maar moeizaam vorderingen maakt?

F. Dat komt zeker daaruit voort dat de moraliserende prediking de Spanjaarden wel aanspreekt. De Spanjaarden hebben een lange stoïcijnse traditie. Seneca, de beroemde stoïcijn die leefde van 365 na Christus, was een Spanjaard. Het stoïcisme heeft zich in de middeleeuwen gekonkretiseerd in het ridderideaal: „ser cabellero". Maar wanneer wij onszelf onder een ideaal plaatsen, al is dat nog zo mooi zoals het ideaal van de stoïcijnen, dan plaatsen we ons onder de wet en dat betekent : buiten Christus en dus buiten Zijn kracht.

Vroeger konden de protestanten van Spanje de schuld van hun geringe werfkracht wijten aan het gebrek aan godsdienstvrijheid. Dat kan nu niet meer. Daarom zijn er nu meerdere vooraanstaande protestanten die zich afvragen: Er moet dus blijkbaar iets haperen aan ons. Wat is dat? Waarom funktioneren onze gemeenten blijkbaar niet goed?

H. Heb je nog iets te zeggen tegen de lezers IRS

F. Ja, graag. Ik wil hen nog eens heel hartelijk danken voor de steun die ik nu al zo lang van hen ontvang. Ik voel mij daardoor sterk met hen verbonden. Dringend zou ik echter ook willen vragen ons te blijven gedenken in de gebeden. We hebben niet te strijden tegen mensen, maar tegen de machten der duisternis (Ef. 6:12).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Gesprekken met Francisco Rodriguez

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978

In de Rechte Straat | 32 Pagina's