IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HOE DIEP GAAT ONZE ZONDIGHEID?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE DIEP GAAT ONZE ZONDIGHEID?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na uw aanhaling van de brief van de heer Stoffers (welke brief mij ook grotendeels uit het hart gegrepen was) schrijft u o.a.: „De Bijbel laat de mens zien hoe smerig hij is, hoe geraffineerd. Jezus toont ons dat al onze akties voor gerechtigheid en vrede op deze wereld ten diepste akties zijn voor onszelf, voor onze eigen eer." Deze uitspraak getuigt m.i. van een diep misverstaan van de Bijbel. Het is een grote en diepe waarheid dat dit geldt voor de onbekeerde mens. Ook voor de bekeerde mens is het datgene waarvoor hij voortdurend op zijn hoede moet zijn en waarvan hij zich voortdurend moet bekeren. Maar kunnen akties van gelovigen niet ten diepste akties voor Gods eer zijn, soli Deo gloria? Werkte Paulus niet ten diepste voor dc eer van God? Werkt u ten diepste alleen maar voor uw eigen eer? Dan zou u beter uw blaadje maar direkt kunnen opheffen.

Christus maakt het ons juist mogelijk dat wij niet meer voor onze eigen eer werken. Of geldt het voor onze eer werken alleen maar voor akties voor vrede en gerechtigheid? (Als u dit bedoeld heeft, had u dit duidelijk moeten stellen, temeer daar de meerderheid van de christenen dit gelukkig niet met u van mening zal zijn.) U ziet dan voorbij aan Gods eer in Zijn schepping en aan de prediking van het Oude Testament en ook wat Jezus in de bergrede met name de zaligsprekingen zegt: „Zalig zijn de vredestichters".

Heel erg vind ik het dat u in het vervolg namen gaat noemen, zodat de lezer bij deze namen bijna als vanzelf de door u direkt daarboven gegeven beschrijving van toepassing acht. Nog erger is het dan bij deze professoren gedachten te suggereren die ze m.i. niet hebben. Iemand als prof. Verkuyl is een man die fel tegen de moderne theologie kan zijn en iemand die zover wij dat weten zijn leven in de dienst van Christus heeft gesteld.

Amsterdam

G H. Schravesande

ONS ANTWOORD:

Hartelijk dank voor deze brief die mij in staat stelt bepaalde misverstanden op te helderen.

In de eerste plaats dit. Ik heb die zegswijze van mij op geen enkele manier willen betrekken op bepaalde personen. Dat zou wel zeer liefdeloos en farizees zijn. Ik wil juist altijd het oordeel over andermans hart vermijden.

Vervolgens: ik heb die zondigheid vanzelfsprekend ook niet willen beperken tot akties voor vrede en gerechtigheid. Ik heb eerder bedoeld dat die zondigheid zich ZELFS tot deze op zichzelf zo mooie akties uitstrekt. Het bederf van onze zelfzucht houdt nergens halt voor.

Ik was abuis

Wat nu het kernbezwaar betreft, daarin heeft dhr Schravesande gelijk. Toen ik die zinnen nog eens overlas, bemerkte ik de onjuistheid. Ik zou het zo willen veranderen:

Wanneer wij niet bekeerd zijn, dán zijn al onze akties ten diepste akties voor onszelf. Wanneer wij echter tot bekering zijn gekomen, is het diepste in ons gericht op God. In dat geval hebben wij echter nog wel voortdurend last van onze zondige aard zoals ook een onbekeerde. Dezelfde soort verkeerde neigingen duiken altijd weer bij ons op. Er is slechts dit verschil, dat wij daar niet in berusten. We erkennen het als zonde, wanneer wij onszelf zoeken. We verootmoedigen ons erover. We hebben er een tegenzin in om onze eigen eer te zoeken, ook al blijft die eerzucht taai en onuitroeibaar in ons voortleven.

De bekeerde mens zoekt dus ten diepste niét zichzelf. In de wedergeboorte heeft God juist zijn wil omgebogen, zodat hij nooit meer volledig kan opgaan in de zelfzucht.

Maar nog eens: zijn bedorven aard is wel rechtens gestorven met en in Christus, maar in de ordinaire werkelijkheid zien wij helaas, dat daaruit nog voortdurend verkeerde neigingen opstijgen. Als wij dat niet voor ogen houden, dan misleiden we onszelf en geven de strijd tegen de zonde op. Dan denken we misschien nederig en zachtmoedig te zijn, maar in feite stinken we dan misschien van de zelfvoldaanheid en zijn we voor onze omgeving onuitstaanbere lastposten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HOE DIEP GAAT ONZE ZONDIGHEID?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

In de Rechte Straat | 32 Pagina's