NAAR DE SCHRIFTEN

Graag wil ik inhaken op hetgeen de heer Joosten zegt dat Christus nooit opdracht heeft gegeven tot schrijven en zelf nooit geschreven heeft. Hij schrijft dat de apostelen de prediking als hun eigenlijke taak beschouwd hebben, en niet de schriftelijke vastlegging. Ik zou daarom de heer Joosten erop willen wijzen dat, toen Jezus Zijn bediening op aarde begon, Hij predikte naar de Schriften. Dat ook de apostelen daarna allen gepredikt hebben naar de Schriften.

Het voert te ver om alle bijbelgedeelten aan te halen die ons dat duidelijk bewijzen, er zijir er duizenden. Daarom laat ik hier enkele vragen volgen. Nog even dit: Het Nieuwe Testament is de vervulling van het Oude; het Oude is de profetie, het Nieuwe de vervulling dezer profetie. De Schrift was er dus al, voordat Jezus geopenbaard werd. Daarom zegt Paulus in de Galatenbrief, hoofdstuk 3 vers 8: „En de Schrift tevoren ziende dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft tevoren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In U zullen al de volken gezegend worden" (Gen. 12:3).

Men leze Matth. 5:17: „Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen." (Dat zegt Jezus.) Lees wat Jezus zegt tot de Emmaüsgangers, Lucas 24: 25 - 28. „Hij zeide tot hen, O onverstandigen en tragen van hart, om niet te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben. Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hen uit in al de Schriften hetgeen van Hem geschreven was."

Men leze nog Lucas 24:44, Lucas 18:31, Lucas 16:16.

De joden wisten waar Jezus geboren zou worden. Dit lezen we in Matth. 2:4, waar Herodes vraagt aan de Schriftgeleerden waar de Christus zou geboren worden. „En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem in Judea gelegen, want alzo is geschreven door de profeet." Men leze nog vers 6 van Micha 5.

Het Oude Testament spreekt dus steeds van Jezus.

Daarom staat er in het Johannes Evangelie hoofdstuk 1:14: „Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond, en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de Eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid."

De apostel Paulus schrijft in 1 Cor. 15: 3, 4 dat Christus gestorven is voor onze zonden naar de Schriften. En dat Hij is begraven en dat Hij is opgewekt ten derde dage naar de Schriften. (Psalm 16:10, Jesaja 53.)

Lees de toespraak van Petrus op de pinksterdag (Handelingen 2 vanaf vers 14 en Handelingen 3). Lees de rede van Stefanus (Handelingen 7). Ook zij predikten naar en uit de Schriften.

Zo zien we dat met de komst van Jezus de Schrift in vervulling ging (de profetie, liet Oude Testament). In Matth. 5:18 zegt Jezus: „Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied."

Jezus weerstond de duivel met het Woord Gods, want Hij zei: „Er staat geschreven, Satan", tot driemaal toe (de verzoeking in de woestijn).

Zo zien we dat ook de apostelen in de zendbrieven de rede en de prediking steeds staven met beelden en voorbeelden en typen uit het Oude Testament. Dit zien we heel duidelijk, bv. in de brief van Paulus aan de Hebreeën, waar heel de brief dus handelt over de vervulling, van wat in het Oude Testament werd uitgebeeld en getypeerd in de hogepriester, de offerande, de ark en de tabernakel enz. Maar het is alleen te verstaan door de Geest Gods, want de Geest maakt levend. God kan ons alleen maar gebruiken, als wij ons geleid weten en laten leiden dooi die Geest (volkomen overgave).

Prijs God in Jezus Christus voor Zijn onuitsprekelijke gave. Wonderbaai is Hij, Jezus, die zeide: „Vader, Ik dank U dat Gij het voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard."

Mauritslaan 68, Waddinxveen

Conclusies

Hartelijk dank voor deze bijdrage in het gesprek. Ik meen dat we er deze conclusie uit mogen trekken: Ook de openbaring van het Oude Testament is eerst mondeling verkondigd en pas later schriftelijk vastgelegd. Jezus echter beroept zich nooit op de overgeleverde openbaring, maar steeds op de openbaring, zoals die schriftelijk is vastgelegd in de boeken van het Oude Testament. Ligt het dan niet voor de hand dat we dit voorbeeld van Jezus ook moeten volgen voor het Nieuwe Testament?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen