IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Voorbeelden van onwaarachtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorbeelden van onwaarachtigheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Tijdens Vaticanum II vroeg ik mijn te vroeg gestorven vriend en grondlegger van de concilieverklaring over de godsdienstvrijheid, de Amerikaanse theoloog John Courtney Aiurray, wat men moest denken van een bepaalde Amerikaanse aartsbisschop. Glimlachend antwoordde hij: „Hij is een absoluut eerlijk man; hij zou nooit liegen behalve als het van nut is voor de kerk" (Hans Küng in „Waarachtigheid", p. 77).

In mijn boek „Moeder, ik klaag u aan" heb ik beschreven, hoe, naar mijn mening, de rooms-katholieken worden samengebonden door een vaak onbewust kollektief streven naar de macht van de eigen kerk. Dat streven is bovenpersoonlijk maar het leidt of althans beïnvloedt in sterke mate het denken van de afzonderlijke kerkleden. Van daar uit is het te verklaren, dat zij soms in hun partikuliere leven volstrekt eerlijk zijn en toch het met de waarheid niet zo nauw nemen, wanneer zij menen dat de macht van de kerk daardoor vergroot wordt. Religieus wordt dat ongeveer zo beleefd: Alles wat dient tot verheerlijking van de r.-k. kerk, dient tegelijk tot verheerlijking van Christus, want de r.-k. kerk is het sakrament van Christus.

Zelf heb ik dit meerdere malen ondervonden en wil daarvan enkele voorbeelden geven.

Onverwachte hulp van de Vara

In het boek: „Wat wij geloven" komt ook een interview voor van Rik van Valkenburg met pastoor drs. J. A. Wielens te Rhenen. Daarin wordt hem de vraag gesteld: „Ds Hegger, ex-priester, noemt het celibaat een dwangjuk, waaronder vele jonge priesters zuchten. Heeft u dat ook gemerkt?" Antwoord van de pastoor: „Ik heb maar zelden een collega hierover een klacht horen uiten: Ik durf zeggen dat we er gelukkig mee zijn".

Wat kon ik daar destijds tegen doen? Alleen maar een wèlles-nietes-diskussie opzetten .waarbij „oecumenische' protestanten toch eerder pastoor Wielens zouden geloven en mij verdenken van antipapisme.

Gelukkig heb ik nu onverwachte hulp gekregen. Allereerst door de vele ênquetes die gehouden zijn in allerlei landen, waarbij een steeds grotere meerderheid van de priesters zich heeft uitgesproken tegen het verplichte celibaat. Daaruit blijkt dus dat het beslist niet waar is, wat pastoor Wielens beweerde: „We zijn er gelukkig mee".

Vervolgens ook door de uitzendingen van de Vara-radio, waarin twintig priesters, die nog in het ambt staan en tegelijk een duurzame relatie met een vrouw hebben — sommigen al meer dan tien jaar —, aan het woord komen en vertellen, hoe gelukkig ze zijn met het verplichte celibaat.

Ik meen dat het nu wel voor iedereen duidelijk is, dat pastoor Wielens bewust en pertinent gelogen heeft. Immers als een Vara-team erin slaagt om tot deze gegevens door te dringen — op grond van hun bevindingen hebben zij als hun mening uitgesproken dat ongeveer de helft van de priesters in Nederland zulk een relatie onderhoudt —, dan bestaat het niet dat pastoor Wielens dit niet zou weten.

Hier ziet u een duidelijk voorbeeld van de instelling van bovengenoemde Amerikaanse aartsbisschop. Ook pastoor Wielens zal een sympathieke figuur zijn, misschien heel erg joviaal. Ook hij zal wellicht nooit liegen, behalve als liet nut van zijn kerk ermee gebaat is. Dan haalt hij de goede naam van een medemens zonder enig gewetensbezwaar door het slijk. Want hij heeft in dat interview aldus getracht om mij aan het lezerspubliek voor te stellen als iemand die grove onwaarheden over de r.-k. kerk zegt. Maar recht en eerlijkheid tellen dan blijkbaar niet meer mee als het erom gaat de macht van de r.-k. kerk te verdedigen of uit te breiden. Dat een medemens dan op de brandstapel van de laster wordt gegooid, is geoorloofd.

Ik durf wel, maar....

Een tweede voorbeeld. Een distrikt van gereformeerde mannenverenigingen te Sneek had een priester uitgenodigd om voor hen de leer van de r.-k. kerk uiteen te zetten. Er was ook gedachtenwisseling aan verbonden. Daarbij werd hem de vraag gesteld: Wat denkt u over „In De Rechte Straat" en over ds Hegger? — Zijn antwoord luidde: Het blad l.R.S. geeft de r.-k. leer onjuist en eenzijdig weer en ds Hegger is een rancuneus type.

Toen stond een van de Friese mannenbroeders op en zei: Dat is heel ernstig wat u daar zegt. Wij kunnen in onze kerken niet toestaan, dat een predikant de leer van een andere kerk geregeld verkeerd weergeeft en vooral niet dat hij bezield zou zijn door gevoelens van rancune, wraak, tegen de kerk die hij verlaten heeft. Wraakzucht is tegen de liefde. Ik stel daarom voor ds Hegger voor een volgende vergadering uit te nodigen, zodat hij zich verdedigen kan. Ik ontving die uitnodiging en nam ze natuurlijk van harte aan. Tevens vroeg ik ook die priester te vragen aanwezig te zijn. Dat hadden ze trouwens zelf al gedaan.

De avond kwam. Er waren ook meerdere rooms-katholieken, maar.... niet de priester. Hij liet door de dominee mededelen: „Ik durf wel te komen, maar ik vind het beter van niet. Want als ik ds Hegger hoor spreken, dan — dat weet ik van te voren — maak ik me zo kwaad, dat ik de oecumenische vrede op die avond zou verstoren. En dat wil ik niet".

Ik kon niet nalaten te antwoorden: Wat is er weinig oecumenisch besef, wanneer deze priester zelf erkent dat hij zelfs de meest elementaire zelfbeheersing niet kan opbrengen, als hij „een tegenstander" hoort spreken. Betekent de waarachtige oecumene dan alleen maar, dat je de verschillen verdoezelt en „Aap, wat heb je mooie jongen!" met elkaar speelt? Zijn er geen ernstiger dingen te doen in deze tijd?

Daarna werd het verslag van de vorige vergadering voorgelezen. Drie keer kwam er een onjuiste weergave van de officiële r.-k. leer in voor. Ik zei: Ofwel de sekretaris heeft deze priester geheel verkeerd begrepen ofwel deze priester heeft jullie een onjuist beeld gegeven van de r.-k. leer. Ik heb hier de officiële belijdenisgeschriften van de r.-k. kerk voor me. Ik denk dat die priester zijn persoonlijke opvattingen heeft weergegeven. Dat mag hij gerust doen, maar dan moet hij erbij zeggen: De officiële leer is anders. Op deze manier kan hij mij natuurlijk gemakkelijk aanvallen. Dan kan hij ons blad nemen, waar wij, naast allerlei persoonlijke opinies van r.-k. theologen, die wij vermelden, steeds vermelden de officiële belijdenis van de r.-k. kerk.

Ik vroeg hen: Veronderstel, iemand van u gaat voor een groep rooms-katholieken een lezing houden over wat de gereformeerde kerk leert, en hij zegt: Wij nemen de leer van de erfzonde niet meer aan en geloven niet meer in het historisch bestaan van Adam. Wij geloven ook niet meer in een eeuwige hel maar menen dat er eenmaal een alverzoening zal plaats hebben. — Dan doet deze man onze kerken onrecht aan, want de officiële belijdenis van onze kerken is anders. Hij had erbij moeten voegen: Dit is mijn persoonlijke mening, die afwijkt van de officiële belijdenis van mijn kerk.

Later had ik een telefoongesprek met de dominee die de avond geleid had. Hij las mij een brief voor van die priester, waarin deze o.a. schreef: Ik heb gehoord dat het een zeer goede avond is geweest en ik moet toch eraan toevoegen: Ds Hegger is een zeer gelovige figuur. Maar waarom dan eerst mij afgeschilderd als een wraakzuchtig iemand?

„Ontmaskert ze veeleer" (Ef. 5:11)

Wanneer het hier alleen maar ging om mij persoonlijk, dan zou ik deze gevallen beter niet genoemd hebben. Maar steeds betrekken dergelijke r.-k. priesters ook ons blad daarbij en stellen het voor, alsof onze artikelen op onwaarheid berusten. Paulus schrijft: „Neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer" (Ef. 5:11). De leugen is een macht in deze wereld. En daarachter staat de Boze. Zo kan het gebeuren, dat zoals Kiing schrijft, een aartsbisschop qua persoon heel eerlijk kan zijn, en toch ineens gegrepen wordt door die macht van de leugen, wanneer het gaat om de grootmaking van de r.-k. kerk. Ik hoop dat dit artikel iets heeft bijgedragen tot de ontmaskering, waarover Paulus schreef.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Voorbeelden van onwaarachtigheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's