IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ER IS EEN WERELD IN NOOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ER IS EEN WERELD IN NOOD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het huidige levensgevoel is doortrokken van de angst voor een duistere dreiging". De oorzaak: „het verval van de zekerheden, de vaste punten en strakke normen die tot voor kort onze samenleving beheersten. Door de afbraak van die zekerheden is de mens in het diepst van zijn ziel losgeslagen, uit zijn evenwicht geraakt". Aldus R. Adolfs in D N L van 9 maart.

Inderdaad, wij maken een krisis van het mensdom en van het christendom door, zoals er nog nooit geweest is in de geschiedenis. Ik bedoel niet zo zeer uitwendig, maar inwendig. De mensheid is ontworteld en kijkt angstig vragend rond.

Welk antwoord moeten wij geven?

Wij zijn geroepen om antwoord te geven. Maar niet een antwoord met starre waarheden, met dogmatische zekerheden. Daardoor wordt de moderne mens alleen maar geprikkeld. Het moet een verwijzing zijn naar de levende Christus, een getuigenis van de opgestane Heiland'. We moeten weer, net als de eenvoudige viissers van Galilea, de wereld intrekken, zonder te steunen op een handboek van de theologie of op een uitgewerkte kerkorde, maar met harten die één zekerheid hebben: De Here is waarlijk opgestaan. Halleluja! Theologische verdieping en kerkelijke ordening is nodig, maar ze mogen geen eerste plaats innemen.

De wetteloze op komst

Wij leven in een tijd van „anomie". Anomie is „een ernstige crisis-toestand van een samenleving, institutie of groep" en houdt nader omschreven dit in, „dat van de bestaande oude normen geen regeling meer uitgaat en (dat) er nog geen nieuwe voorhanden zijn" (H. P. M. Goddijn, Anomie, 1967, 6, 13, gec. in DNL).

In 2 Thess. 2 spreekt Paulus twee keer over die „anomie" („ is „zonder" en „nomos" is wet"). In vs. 3: „ho anthroopos anomias" — „de zoon van de „wetteloosheid" en in vs 8, waar gezegd wordt dat vóór de wederkomst van Christus „ho anomos" = „de wetteloze" zich zal openbaren. Het is wel zeer merkwaardig dat deze tijd in wetenschappelijke sociaal-psychologische werken beschreven wordt als de grootste tijd van „anomie", wetteloosheid, die wij ooit hebben doorgemaakt. Zal deze tijd van wetteloosheid dan weldra een zoon gaan baren, die de grote „Wetteloze" van het einde der tijden zal zijn? Het lijkt er wel sterk op.

Verdovende middelen

We mogen aan de wereld in nood niet het antwoord geven van dode formuleringen van een bepaalde protestantse „partij", maar evenmin de verdovende middelen van een Evangelie waaruit de kracht Gods is weggenomen.

Een voorbeeld: In het febr.-mrt.-nummer van het r.k. blad „De Heraut" wordt de vraag behandeld: Wat dunkt u van de Christus? Drie r.k. antwoorden worden gegeven en daarnaast de hindoeïstische, de mohammedaanse, de joodse, de humanistische en de reformatorische visie. Deze laatste wordt weergegeven door ds J. Colijn. Zijn artikel begint zo: „U vraagt mij: wie is Jezus Christus? Ik schrik een beetje van de vraag, niet dat die naam Jezus Christus mij onbekend is, maar als u mij dat zo ineens vraagt, dan zit ik toch wel eventjes diep te denken". Als ik een zoekende buitenkerkelijke was, dan zou ik meteen zeggen: Dominee, als u zozeer uw wenkbrauwen moet fronsen, als u zo diep moet gaan denken om een antwoord te kunnen geven op zulk een vraag, dan kan Christus toch nooit veel voor u betekenen. Blijf dan nog maar een tijd in uw ligstoel nadenken, maar ik wens het geleerde geleuter, dat u mij straks wilt opdissen, niet te lezen.

En zo iemand zou gelijk hebben, want het vervolg van het artikel is zo'n slap aftreksel van het christelijk belijden, dat je er wee van wordt. En dat moet nu doorgaan voor „de reformatorische visie". Waarom heeft ds Colijn niet enkele zinnen uit de stoere geschriften van Calvijn of Luther geciteerd om de klassieke reformatorische visie weer te geven?

In hetzelfde nummer is ook een antwoord te vinden van de pinksterbeweging, dat gegeven wordt door Jan van Gijs. Dat begint veel beter: „Wanneer we erover gaan nadenken wie Jezus Christus is, dan hebben we maar één bron van informatie, dat is de Bijbel. De Bijbel zegt: Jezus Christus is de afdruk van Gods wezen en de uitstraling van zijn heerlijkheid". Helaas komt ook in dit artikel de pinksterpartijpolitiek duidelijk naar voren en bovendien de vertekening van het belijden van de andere protestantse kerken, wanneer Jan van Gijs schrijft: „De Pinksterbeweging wijkt af van andere protestantse kringen doordat wij geloven en belijden dat de Heer niet veranderd is". Beste Jan, wijs mij eens één Schrift-gelovige protestantse kerk aan, die beweert dat Christus veranderd is in de loop der eeuwen na Zijn opstanding? Wat laden wij, christenen, toch een ontzettende verantwoording op ons door zulke antwoorden te geven aan een wereld in nood.

Het paasnummer van het evangelisatieblad „De Open Deur" (herv.)-„Onderweg" (geref.) maakte het nog veel bonter door een citaat te plaatsen van bisschop Robinson, - en dat zonder enig kommentaar. Moeten we nu aan zoekenden op deze manier de lektuur aanbevelen van deze beruchte voorvechter van de „God-is-dood"-theologie? Is dit dan het antwoord aan een wereld in nood: „Maak je geen zorgen; want God is dood"?


Magnificat

Als juichende violen zwijgen het klagend dankgebed met amen amen is verstomd (dit was magnificat van Bach meldt ons de radio terstond) dan is de wereld koud.

als schijnbaar moeiteloos wij zijn omhoog gestegen en alles in ontroering zwijgt het uur een andere dimensie heeft gekregen het hart naar binnen nijgt

dan zal zij zacht het oor nog luisterend geheven beseffen welk een troost muziek te geven heeft dan zal zij dankend fluist'ren „ik wéét dat mijn Verlosser leeft".

Rudi Pijper


De ondergang van de r.k. kerk

„Eens bestond er in onze wereld een rotsvast systeem van strukturen en normen: de rooms-katholieke kerk. Gebouwd op de rots van Petrus, beveiligd door een machtige hiërarchische struktuur vol absolute goddelijke waarheidsgaranties en onwrikbaar normbesef. Maar nu is ook deze kerkreus uit zijn evenwicht. Alles wat in de katholieke kerk een onwankelbaar eeuwigheidskarakter scheen te bezitten, wordt im Frage gesteld. Ook deze wankele toestand tracht men toe te dekken door een koortsachtige ijver om nieuwe strukturen te bedenken. (-) ... zo wordt de kerk-malaise versluierd door het oprichten van concilies, pastorale raden, gesprekskaders, commissies, overlegorganen en centra voor liturgische experimenten". (R. Adolfs a.w.) „Eens bestond er. . " . Nu is dat voorbij. De macht van de r.k. kerk is voor goed gebroken. Angstig probeert het vatikaan te redden wat er te redden valt. Maar het is duidelijk: over enkele jaren, 10, 15, hoogstens 20, zullen er van het oude rooms-katholicisme nog slechts hier en daar wat afbrokkelende eilandjes zijn, ergens in. Spanje, Portugal, Italië en Zuid-Amerika.

Een eerste konklusie hieruit is deze: er is geen grond meer voor antipapisme. Antipapisme kwam immers voort uit angst en verzet. Men zag de r.k. kerk als een grote macht die het protestantisme en de rest van de wereld dreigde op te slokken. Voor deze angst is geen reden meer.

Een tweede konklusie: Laten wij steeds meer het positieve Evangelie verkondigen, Christus als de enige en volkomen Zaligmaker, als de Here van het leven. Zeker, we zullen de polemiek niet helemaal kunnen opbergen. Ze zal nog dikwijls nodig zijn om mensen vrij te maken van de binding aan Rome, zodat ze het zicht krijgen op de heerlijkheid van Christus. Zie maar het artikel van prof. Jonker. Maar het accent kan nu veel meer komen te liggen op het blijde getuigenis.

Een derde konklusie: de fronten verleggen zich. De strijd gaat nu niet meer zozeer tussen Rome en Reformatie, maar tussen Christusbelijders en Christusverloochenaars. Wie het antwoord van de Nederlandse bisschoppen heeft gelezen (zie ons maartnummer, p. 22- 23), zal moeten erkennen: Dit is duidelijke verloochening van de Christus der Schriften. Dit is je reinste vrijzinnigheid.

Laatste konklusie: laten zij die door genade van Christus zijn, die zich door genade geroepen weten uit de duisternis van hun zondige leven tot het wondervolle licht van Hem, nu eindelijk eens hun onderlinge twisten laten varen en ophouden met hun kerkelijke partijpolitiek. Het gaat er toch niet om, of we een mens winnen voor onze eigen kerk of kring, maar of een zondaar tot bekering komt en de eeuwige God van ontferming gaat grootmaken. Laten wij in deze uiterst gespannen tijd onze verantwoordelijkheid beseffen: Er is een wereld in nood!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ER IS EEN WERELD IN NOOD

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's