IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het vagevuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vagevuur

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De theorieën omtrent het vagevuur en de aflaten, die dienen tot verkorting van het lijden in het vagevuur, zijn de aanleiding geworden tot de reformatie. De 95 stellingen van Luther keerden zich vooral daartegen.

In onze tijd zijn er in de r.k. kerk ook verschillende nieuwe theorieën over het vagevuur ontstaan. Zo schreef bv. H. A. A. Tijsmans in De Bazuin van 13 nov. 1965:

Het vagevuur een flitsend gebeuren?

„Daarom kan ik een vagevuur alleen maar zien als een flitsend gebeuren in het stervensmoment, waarin de mens in Gods licht tot een volkomen metanoia (= de bijbelse term voor „bekering", „verandering van gezindheid, van geesteshouding". H.J.H.) komt in een immens lijden als dá zijn berouw zal zijn. Om eens een, zij het ook lugubere, vergelijking te maken: het vagevuur is geen brandstapel maar een atoomboom, waardoor alle zonde met één slag wordt weggezuiverd. Of acht men God hiertoe niet in staat?".

... of een niet-tijdelijk iets?

Drs. A. Renckens reageerde daarop met drie artikelen. We nemen een gedeelte over van zijn laatste artikel in De Bazuin van 22 jan. 1966:

„Het vagevuur kan slechts opgevat worden als een bepaalde wijze van menselijk of lichamelijk bestaan. Dat moet dan als niet-tijdelijk of niet-durend leven beschouwd worden". Hij noemt dan het vagevuur een overgang tussen de tijdelijke en de tijdeloze bestaansvorm van de mens en vervolgt dan:

„We mogen het vagevuur als overgang dan ook niet denken als een flitsend noch als een durend gebeuren, zelfs helemaal niet als een gebeuren, aangezien dit allemaal kenmerken zijn die wezenlijk thuisbehoren bij ons tijdelijk bestaan".

Verblijdend

Volgens de oude theorieën moest de mens via een soort afbetalingssysteem in het vagevuur de toegang tot de hemel zien te verwerven. Deze koopmansgedachte vinden we hier niet meer terug. De bijbelse heerlijkheid Gods komt hier meer in het zicht.

Wat een verschil!

Wat een enorme verandering is er in de r.k. gedachtenwereld gekomen! Dat merkte ik weer eens, toen ik een boekje over het vagevuur las, dat een abonnee mij toezond. Het heet: „Volledig gebedenboek tot troost en lafenis der gelovige zielen, benevens een beschrijving van de toestand der lijdenden in het vagevuur, door voorbeelden opgehelderd". „Kerkelijk goedgekeurd". „Imprimatur, 4 febr. 1881. F. F. H. van Ogtrop, Amsterdam", 368 badzijden.

Zelfde pijn als in de hel

In dat boekje lazen we: „Volgens de heilige kerkvaders verschilt het vuur van het zuiveringsoord geenszins van dat der hel: „Hetzelfde vuur", aldus zegt de H. Thomas van Aquine (in suppl. qu. 69, art. 8), pijnigt de verdoemden in de hel en de rechtvaardigen in het vagevuur". En hij voegt er nog bij: „De geringste pijn van het vagevuur overtreft verre de grootste, die men in dit leven verdragen kan". Hierbij zondert hij de grootste smarten der martelaars en zelfs het bittere lijden onzes Heren niet uit, terwijl hij zegt, dat dit vuur niet volgens een natuurlijke kracht, maar evenals het hellevuur met een bovennatuurlijke hevigheid, als een gesel Gods, brandt" (a.w. p. 20—21).

Betaal zo snel mogelijk

„Het kan daarom niet genoeg worden aanbevolen, dat men al het goede, hetwelk men voor de afgestorvenen wenst te verrichten, hun met de meeste spoed doe toekomen.

Als men bv. duizend gulden ten beste zou willen geven, om iemand die wegens schulden in de gevangenis zit, te bevrijden, zo zou hij niettemin nog jaren daarin moeten verblijven, als men van die som dagelijks slechts een gulden gaf, terwijl hij ogenblikkelijk bevrijd zou worden indien men de gehele som ineens voor hem stortte. Om dezelfde reden is het ook veel beter, dat men de zielemissen tegelijkertijd door een groot aantal priesters op verschillende plaatsen laat doen, dan wanneer men ze slechts op éé plaats door een enkel priester voor en na laar lezen. — Ach, zo voegt Boudon hierbij, als men met aarzelt toe te snellen, wanneer er een huis brandt, wat behoort men dan niet te doen voor de zielen die zich in de vlammen van het vagevuur bevinden" (a.w. p. 121).

Honderd jaar in het vagevuur

Hoe lang het vagevuur wel kan duren, wordt bewezen met een voorbeeld uit de openbaringen van de H. Mechtildis. Een verheerlijkte in de hemel verschijnt aan Mechtildis en als zij hem vraagt hoe hij tot zulke heerlijkheid gekomen is, dan antwoordt hij:

„Op aarde was ik een rover, een misdadiger, doch daar ik het kwaad meer uit onwetendheid en uit gewoonte, die ik van de ouders had overgeërfd, dan uit boosheid bedreef, heb ik ten laatste door mijn boete nog barmhartigheid verworven; gedurende honderd jaar evenwel heb ik in het vagevuur geleden en vele smarten heb ik daar tot mijn reiniging verduurd" (a.w. p. 147).

Heden niet Mij in het paradijs

Aan het kruis naast Jezus hing ook een moordenaar, die berouw had over zijn slechte leven. Maar Jezus zei niet tegen hem: Je mag met Mij in het paradijs zijn, maar je moet eerst nog honderd jaar ontzettend lijden in het vagevuur. Deze moordenaar mocht meteen met Jezus mee.

De Nieuwe Katechismus over het vagevuur:

„Vroeger heeft men, in de behoefte het mysterie zo aanschouwelijk mogelijk te maken, zich dit alles duidelijk voorgesteld in schilderijen en toneelstukken. Men stelde zich een plaats voor, een vuur, een bepaalde tijd, het wegroepen door een engel, zo duidelijk als een doktersspreekkamer. In deze voorstellingen heeft men het ongeziene beleefd, en vurig voor de overledenen gebeden. Wij echter zullen, wat de voorstelling betreft, moeten terugkeren naar de oudchristelijke soberheid, en de loutering zien als horend bij de dood. Er geen aparte „uiterste" van maken. Haar niet tezeer „verzelfstandigen". Temeer daar de Schrift er nauwelijks van spreekt" (p. 559).

Ook de N.K. ziet het vagevuur als iets dat „zich afspeelt buiten de tijd". „De reformatie kent niet dit uitdrukkelijk bidden voor de doden. Bij hen neemt de vurige hoop, dat de gestorvene bij God is, de plaats in van ons gebed. In feite is dit verschil misschien niet zo groot als wij denken. Men bidt niet met name voor de doden, maar de beaarding wordt omgeven met gebed" (p. 559).

Inderdaad, wanneer men het vagevuur ziet als het moment van omvorming die plaats heeft bij de dood, dan is er op dit punt geen verschil van opvatting meer tussen Reformatie en Rome. Dan verliest ook bij Rome elk gebed voor een dode zijn zin en dan kan men bij het graf beter bidden voor de levenden, opdat zij getroost mogen worden in hun verdriet en van de andere kant het ernstige Woord des Heren mogen ter harte nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het vagevuur

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 mei 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's