IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Ontsieringen IN CONCILIEDOKUMENTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontsieringen IN CONCILIEDOKUMENTEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DEKREET OVER HET OECUMENISME

Er zijn twee conciliedokumenten, waarover wij ons beslist kunnen verblijden. Dat is allereerst het conciliedekreet over „Het oecumenisme". De geest, die door dit stuk waait, is verfrissend. De r.k. kerk doet in dat stuk wel geen afstand van haar pretenties de enige ware Kerk van Christus te zijn, maar de stijl is bijbels en er is ook enige ootmoed te bespeuren in haar spreken over de andere kerken.

Dit dekreet wordt echter ontsierd door een zeer onoeucumenische opmerking. Nadat het Concilie heeft uitgesproken: „Omvangrijke gemeenschappen hebben zich afgescheiden van de volle gemeenschap der katholieke Kerk en dit soms niet zonder schuld aan beide zijden", — vervolgt het: „Maar degenen, die nu in zulke gemeenschappen w o r d e n g e b o r e n (spatiëring van mij, H.J.H.) en er het geloof in Christus in zich opnemen, kan men de zonde van de afscheiding niet toerekenen".

Hier wordt dus duidelijk onderscheid gemaakt tussen hen, die in de niet-roomse kerken geboren worden en hen die op volwassen leeftijd bewust vanuit de r.k, kerk overgaan tot zulke niet-roomse kerken. Waarom sprak het concilie niet gewoon over „hen die thans lid zijn van de afgescheiden kerken"? Ik meen dat hierin duidelijk een tendens zit om:

Verdeel en heers

a. verdeeldheid te zaaien binnen de niet-roomse kerken door de geboren protestanten op te zetten tegen de ex-r. katholieken. Dat is dan een sanktionering van een praktijk, die ook in Nederland reeds lang wordt toegepast. Langs allerlei wegen is het mij ter ore gekomen, — soms moest ik het direkt ervaren zoals tijdens het Reünistencongres van SSR in Lunteren —, dat de r.k. priesters tijdens de oecumenische gesprekken ons, ex-priesters, voorstellen als mensen die niets of weinig afweten van de r.k. theologie en die bezield zijn van rancuneuze gevoelens;

Een gemoedelijk schouderklopje

b. in het gevlei te komen bij hen die in het protestantisme geboren zijn, door een gemoedelijk schouderklopje: „Och, jullie weten niet beter. Jullie voorvaderen zijn de schuldigen. Maar nu wordt het dan ook tijd dat jullie tot ons terugkeert". De r.k. kerk is dan wel bereid om te erkennen, dat die afscheiding in het verleden „soms niet zonder schuld" van haar geschied is. Maar in het licht van het bovenstaande maakt dit alles de indruk van een diplomatieke en proselytische ootmoedigheid.

Wel moet ik er aan toevoegen, dat dit onderscheid geheel is in de geest van het eerste Vatikaanse concilie, dat een heel duidelijke diskriminerende uitspraak heeft over r. katholieken, die overgaan naar het protestantisme.

VERKLARING OVER DE GODSDIENSTVRIJHEID

Het tweede dokument, waarin wij een winstpunt kunnen zien, is de „Verklaring over de Godsdienstvrijheid".

In dit stuk erkent de r.k. kerk eindelijk allerlei primaire rechten van de mens op godsdienstig gebied, zoals het recht op het privaat en publiek belijden van de eigen geloofsovertuiging, op eigen scholen enzovoort. We hopen, dat deze rechten dan ook zullen worden verleend aan de protestanten in roomse landen zoals Spanje. Zelfs besluit het concilie:

Theorie

„Daaruit volgt dat het aan het openbaar gezag niet geoorloofd is om door geweld, vrees of andere middelen aan de burgers een godsdienst of de verwerping van een godsdienst op te leggen, of ook om te beletten, dat iemand toetreedt tot een bepaalde geloofsgemeenschap of die verlaat".

Praktijk

Wij zouden ook hieraan willen toevoegen: „R.k. kerk, breng dat dan ook in praktijk en laat r. katholieken, priesters en leken, rustig vertrekken, wanneer zij menen over te moeten gaan naar het protestantisme. Vervolg hen dan niet meer door allerlei vormen van discriminatie".

Wat ontsiert

Maar ook in dit stuk is er een punt dat het geheel duidelijk ontsiert. Dat is de volgende bepaling. Nadat het concilie eerst heeft vastgesteld: „De godsdienstige gemeenschappen hebben ook het recht om niet gehinderd te worden, wanneer zij mondeling of schriftelijk hun geloofsovertuiging uiteenzetten en ervan getuigen", — vervolgt het aldus:

„Bij het verspreiden van de geloofsovertuiging en bij de middelen die men daarbij aanwendt, moet men zich onthouden van elke vorm van aktie, die riekt naar dwang of oneerlijke of minder korrekte overreding, vooral wanneer het onontwikkelden of behoeftigen betreft. Zulk een wijze van optreden moet beschouwd worden als een misbruik van eigen recht en als een schending van het recht van de anderen".

„Minder korrekt"

Met dit toevoegsel kan men weer alle kanten op. Op grond daarvan kan de Spaanse regering weer elke vorm van evangelisatie door protestanten verbieden, zelfs het invoeren van protestantse Bijbelvertalingen, en vanzelfsprekend het verspreiden van protestantse lektuur en de straatprediking of het voeren van gesprekken met Spaanse r. katholieken om hen te brengen tot de rijkdom van de Christus der Schriften. Dat kan allemaal als „minder korrekt" en dus als een schending van het recht van de ander worden veroordeeld.

Eenvoudigen

En vervolgens: waarom deze diskriminatie van de eenvoudigen? Mogen deze mensen dan niet zelf oordelen? Heeft de r.k. kerk recht op deze mensen? Is de r.k. kerk hun voogd? Waarom mag men niet de onontwikkelden met kracht van argumenten er van overtuigen, dat hun kerk dwaalt?

Deze twee zinnen druisen dan ook in tegen de geest van dit gehele conciliestuk. Ik kan me niet voorstellen, dat de meerderheid van het concilie dit heeft willen aanvaarden. De konservatieve minderheid, misschien de paus zelf, zal dit wel hebben doorgedreven.

„Geen politieke Messias"

Merkwaardig is nog deze zin in dit conciliestuk:

„Christus wilde geen politieke Messias zijn en ook niet door geweld regeren; Hij wilde liever genoemd worden „Zoon des Mensen". die gekomen is „om te dienen en om Zijn leven te geven tot loskoping van velen" (Mark, 10:45).

Wij zouden aan de paus willen vragen: Volg Christus daar eens in na, als u zich Zijn Plaatsbekleder op aarde wilt laten noemen.

Bij de sluiting van het concilie waren er delegaties van 90 verschillende landsregeringen, waaronder ook van duidelijk protestantse landen als Noorwegen, Zweden en Denemarken. En verder enkele personen van vorstelijken bloede waaronder ook Prins Charles Hugo en Prinses Irene.

K.N.P. eenzijdig

Dezer dagen merkte ik weer opnieuw de eenzijdige voorlichting van het Katholiek Nederlands Persbureau. Zij hadden n.l. uit de brief van de Spaanse bisschoppen juist dat gedeelte weggelaten, waarin gesproken wordt over de beperkingen, die aan de godsdienstvrijheid in Spanje moeten gesteld worden. Ik heb dit gedeelte daarom per telefoon aan Trouw doorgegeven, die deze belangrijke aanvulling heeft opgenomen in haar editie van 18 december.

NIEUWE PENNINGMEESTER

Eindelijk hebben we weer iemand gevonden, die voldoende tijd heeft om het penningmeesterschap op zich te nemen. Het is de heer J. Breet te Veenendaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

In de Rechte Straat | 48 Pagina's

Ontsieringen IN CONCILIEDOKUMENTEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

In de Rechte Straat | 48 Pagina's