IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Hoe kan dat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe kan dat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van een r.k. lezer van ons blad ontvingen we een brief over ons maartnummer, die aldus eindigt:

„Tot slot zou ik aan dit schrijven direkt willen toevoegen, dat de inhoud van uw blad zéér veel waarheid bevat, en dat vele Nederlandse rooms-katholieken kunnen beamen, dat we in ons hart ook reformatorisch georiënteerd zijn, omdat we alléén in Onze Heer Jezus Christus onze enige hoop stellen, en bewust zijn, dat Hij het middelpunt is, die nimmer uit onze gedachten en uit ons geloofsA leven mag wijken, want zonder Hem kan men niet meer van een werkelijk geloof spreken. Hij is de Verlosser y de Kracht en de Heerlijkheid tot in eeuwigheid. Dit gedeeltelijk aangehaalde slot van het Onze Vader, zoals de protestant dat bidt, heeft de volle instemming van hart en ziel van zeer vele rooms-katholieken, laten we hopen, van allen.

Publiceert u deze brief maar gerust in uw blad, en laat iedere rooms-katholiek die dit leest, de moeite nemen dit laatste te bevestigen middels een brief je aan u of mij.

Met vriendelijke groet, hoogachtend:

P. A. de Roode, Melis Stokelaan 8, Den Haag."

Een prachtig slot

Wij verblijden ons zeer over dit mooie slot van deze brief. U ziet hierin een konkrete bevestiging van wat ik in het juni-nummer schreef, n.1. dat een r. katholiek soms, ondanks de tegenovergestelde leer, in zijn hart alleen op Jezus Christus vertrouwt. Ik heb zelf vroeger ook wel r. katholieken gekend, die in de verbrijzeling des harten leefden en in de grond niets meer van hun eigen prestaties verwachtten, maar enkel leefden vanuit de hoop op God die hen genadig wilde zijn in Jezus Christus.

Todh zou ik graag onze vriend nog een vraag stellen:

Metterdaad....

Onze Heidelbergse Katechismus stelt de volgende vraag:

„Geloven dan die ook aan de enige Zaligmaker Jezus, die hun zaligheid en welvaart bij de heiligen, bij zichzelf, of ergens elders zoeken?"

En het antwoord luidt dan:

„Neen zij; maar zij verloochenen met de daad de enige Heiland Jezus, ofschoon zij met de mond in Hem roemen; want van tweeën één: öf Jezus moet geen volkomen Zaligmaker zijn, öf die deze Zaligmaker met waar geloof aannemen, moeten alles in Hem hebben, dat tot hun zaligheid van node is".

Onze vraag:

Nu zou ik u dus willen vragen: Hoe kunt u zeggen, „dat u alléén in Jezus Christus uw enige hoop stelt", zoals u schrijft, terwijl u toch uw toevlucht neemt tot Maria en misschien tot andere heiligen. Dan is Jezus toch niet uw enige hoop. U stelt dan toch metterdaad uw verwachting op anderen.

En vervolgens: u meent de hemel te kunnen verdienen op grond van de goede werken, die u in staat van genade verricht hebt. Maar ook dan is Jezus Christus niet uw enige, zelfs niet uw eigenlijke, hoop. "Want de laatste en beslissende reden waarom u dan eenmaal de eeuwige zaligheid hoopt binnen te gaan, ligt dan in het feit, dat u door geen doodzonde te 'hebben gedaan, of die in elk geval gebiecht te hebben, de staat van genade bewaard of hernieuwd hebt en aldus op grond van uw goede werken de eeuwige zaligheid zult ontvangen.

Antwoord van de heer de Roode:

„Op de vraag of ik metterdaad mijn verwachtingen op anderen stel, het volgende: We kunnen menselijker wijze lof betuigen aan Maria en aan andere afgestorvene ware christenen, omdat we ons daarmede verbonden willen voelen, omdat we verheugd, hopend en verlangend zijn, eenmaal in dezelfde heerlijkheid te verkeren, maar daarom is deze mijmering ('overdenking) nog geen reden onze toevlucht tot hen te nemen.

Hoewel ik begrip kan hebben voor de historische groei en de psychologische achtergronden van de ontstane heiligencultus, is voor mij deze zaak in het hedendaagse christelijke belijden een onwerkelijke aangelegenheid gezvorden".

Ons wederwoord:

1) In Kol. 2:18, 23 (r.k. vertaling) lees ik: „Laat u niet de prijs ontroven door mensen die voldoening vinden in zelfvernedering en engelenverering. ..." Ofschoon zulk een houding met haar godsvrucht van eigen vinding, haar zelfvernedering en lichamelijke hardheid voor wijsheid doorgaat, verdient zij even weinig waardering als vleselijke bevrediging".

Wanneer u zich dus „verbonden wilt voelen met afgestorvenen", dan is dat een godsvrucht van eigen vinding, want de Bijbel roept ons op om enkel ons verbonden te weten met Jezus Christus en veroordeelt zelfs uitdrukkelijk de poging tot kontakt met de onzichtbare wereld.

2) Indien u 'het werkelijk als onjuist zoudt beschouwen, dat men zijn toevlucht neemt tot de heiligen, dan komt u in botsing met de uitspraak van het concilie van Trente:

„De heilige Synode beveelt aan alle bisschoppen en aan allen die het leraarsambt moeten uitoefenen of daarover moeten waken, dat - overeenkomstig de leer van de katholieke en apostolische Kerk, zoals dat vanaf de eerste tijden van de christelijke godsdienst is overgeleverd, en overeenkomstig de leer van de heilige Vaders en de dekreten van de heilige Concilies - de gelovigen nauwkeurig worden voorgelicht vooral omtrent de voorbede van de Heiligen, het aanroepen van de Heiligen, de verering van hun relikwiën en het legitieme gebruik van hun beelden, en dat men hen moet leren dat de Heiligen, die tesamen met Christus regeren, hun gebeden voor de mensen aan God opdragen; verder moet men hun leren, dat het goed en nuttig is om de heiligen smekend aan te roepen en om de toevlucht; te nemen tot de gebeden, de steun en de hulp van dc Heiligen om aldus de weldaden te verkrijgen van God door zijn Zoon Jezus Christus onze Heer, die alleen onze Verlosser en Zaligmaker is. Zij ec'hter die ontkennen dat de Heiligen, die in de hemel genieten van het eeuwige geluk, zouden mogen worden aangeroepen, of zij die zouden beweren, dat de Heiligen niet voor de mensen bidden, of die het aanroepen van de Heiligen met het oog op hun voorbede voor ons afgoderij noemen of als zijnde in strijd met Gods woord, en zij, die beweren dat deze aanroeping in strijd zou zijn met de eer van de ene Middelaar Gods en der mensen (cf. 1 Tim. 2:5), of die zouden zeggen dat het dwaas is om hen die in de hemel regeren, met hart of mond aan te roepen, die houden er goddeloz? meningen op na (impie sentire)" (Conc. Trid. Sess. XXV, Denz. 984.

De heer Boode vervolgt:

„Of we de hemel moeten verdienen?

Al het goode komt van Hem, en Hij is de promotor, die het goede in ons kan bewerkstelligen. Een worsteling ten goede, voortkomend uit onszelf, is een dwaasheid zonder meer.

Gezien het feit dat we geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis naar ziel en lichaam, zijn we pas positief christen, indien de wisselwerking: God en mens, de verzuchting van ons en de volmaaktheid van Hem, een verbondenheid vormen. We moeten eigenlijk een woord kunnen vinden tussen behoeftige verdienste en verdienstelijke behoefte, overkoepeld door de goddelijke almacht. „Gij moet..met grote ernst werk maken van uw zaligheid, God is het immers die in u zowel het willen als het werken teweegbrengt om zijn heilsplan te verwezenlijken" (Til. 2:12, 13).

Wat het mysterie inhoudt, zou ik echt niet kunnen vermoeden, laat staan verklaren. Vanuit deze onbegrijpelijke verheid is het begrip doodzonde eigenlijk maar een kleine menselijke oriëntatie, waar ik verder ook niet op in wil gaan!"

Gaarne een duidelijker antwoord

Wij zijn de heer de Roode dankbaar, dat hij aldus aan onze gedachtenwisseling wiide deelnemen. Maar we moeten toch zeggen, dat zijn brief geen antwoord is op de vragen die wij hem gesteld hebben.

Graag willen wij aan andere r.k. lezers de plaatsruimte geven om wèl een duidelijk antwoord op onze vragen te geven, zodat de diskussie over dit belangrijke onderwerp daardoor wat verder komt en wij elkaar beter begrijpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Hoe kan dat

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1964

In de Rechte Straat | 32 Pagina's