IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Hoelang?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoelang?

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

”Hoelang, HEERE, zult Gij mij steeds vergeten? Hoelang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen?” Psalm 13:2

Vier keer klinkt het in de 13e Psalm, aan het adres van God: “Hoelang…?” Het snijdt door merg en been. Hoelang vergeet U mij? Hoelang verbergt U Uw gezicht? Hoelang zal ik plannen maken in mijn ziel? Hoelang zal mijn vijand zich boven mij verheffen?

Uiteindelijk komen de vragen op hetzelfde neer. “Tot wannéér, HEERE?” Nee, de dichter klaagt niet bij Jan en alleman, maar hij vlucht met zijn nood naar Gód. Dat is de weg die de Schrift ons wijst. Met alle mogelijke vragen en vertwijfeling díe weg gaan: omhóóg! En daarin klinkt adventsverlangen. Want als de dichter de HEERE aanspreekt als “mijn God”, dan is dat niet minder dan een uiting van geloof. Mét alle noden ziet de dichter hoger dan wat voor ogen is. Omhóóg, omhóóg, het hart naar boven…

Wonderlijk wat er gebeurt in het hart van de bidder. Via een viervoudige klacht (vs. 2 en 3) en een aansluitend gebed (vs. 4) verandert de toon. In de maalstroom van gedachten, al biddend en hangend aan de woorden van God (“mijn God”!), komt de bidder tot een uiting van vertrouwen (vs. 5). “Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid.” Dat is niet ‘domweg vertrouwen’, maar wél: ‘toevertrouwen’. Waaraan? Aan Gods goedertierenheid. Daarmee wordt Gods standvastige liefde bedoeld. Gods goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Gods goedertierenheid is overvloedig. In Gods goedertierenheid mogen zondaren vergeving zoeken en daarin ligt bij alle mogelijke noden de enige bron van hoop.

Gods goedertierenheid is realiteit, ook wanneer je het niet voelt. Al hunkert je ziel dan wel om het te mogen proeven en om Gods vriendelijk aangezicht te mogen zien. Maar zélfs als dat ontbreekt, is er alle reden om te hopen. Waarom? Omdat Gods goedertierenheid zichtbaar is geworden in Gods grote daden. Daarom zingt de dichter: “Ik zal mij verheugen in Uw heil”. En ‘heil’, dat wijst op ‘Heiland’. De naam van Jezus klinkt in het Hebreeuws profetisch door. In Hem, Degene die gekomen is én komt, ligt de bron van vreugde en hoop. Hij heeft het zó gemaakt – en Hij maakt het af! – dat ik eeuwig zingen zal.

Kom, reisgenoten, het hoofd omhoog!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Hoelang?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

In de Rechte Straat | 16 Pagina's