De Statuten van Opus Dei

Francisco Rodriguez gaf mij een exemplaar van de Statuten van Opus Dei in het Latijn met daarnaast de Spaanse tekst. We vertalen daaruit voor u:

"Opus Dei moet de geheime gist (Spaans: fermento oculto; Latijn: fermentum latens) zijn in het deeg van de menselijke samenleving" (Tit 1, cap. I, art 3, par. 1 ad 3). "Gewone leden (numerarii) worden die geestelijken en leken genoemd die, terwijl ze het apostolische celibaat onderhouden, zich met al hun krachten en met de grootst mogelijke persoonlijke inzet wijden aan de verwezenlijking van de speciale apostolaatsprojekten van Opus Dei. Zij wonen gewoonlijk in de centra van Opus Dei om deze projecten goed te kunnen behartigen en om zich te wijden aan de vorming van de overige leden van Opus Dei". "Zij moeten beschikken over een academische titel" (Cap. II, art. 8, par. 1 en 2).

Daarnaast worden de "Supernumerarii", de buiten-gewone leden (in de zin zoals ook wij spreken over een buiten-gewoon hoogleraarschap) genoemd. Maar ook van hen wordt eenzelfde totale inzet voor Opus Dei verwacht (art 11).

Als reden waarom iemand die een proeftijd van minstens een jaar heeft doorgemaakt, tenslotte toch niet als lid wordt aangenomen, wordt gegeven: "vooral het feit dat hij de eigen geest van Opus Dei mist of de geschiktheid voorde bijzondere apostolaatstaken van Opus Dei" (Cap. IV, art. 28, par. 2).

De leden "moeten de christelijke ascese beoefenen … ook door lichamelijke zelfkastijding" (Tit. 3, cap. 1, art. 83, par. 1).

"De leden van Opus Dei vereren met een tedere liefde en devotie de zalige Maagd Maria, Moeder van de Heer Jezus Christus en onze Moeder. Elke dag moeten ze de 15 geheimen van de rozenkrans overwegen en minstens een derde gedeelte (= 50 weesgegroetjes. HJH) ook hardop bidden" (Tit. 3, cap. 1, art. 85).

"Opus Dei staat volledig ter beschikking van de Kerk en de leden moeten steeds bereid zijn hun eer, hun goederen en zelfs hun ziel (animam) op te geven voor de Kerk. Ze moeten een oprechte liefde, verering, ontvankelijkheid en overgave koesteren voorde paus" (art. 87, par. 1).

Ook dit is huiveringwekkend, wanneer hier gezegd wordt dat de leden ook hun ziel aan de kerk moeten verkopen.

In cap. II, art. 96 wordt gezegd dat de bedoeling van Opus Dei is dat in alle sectoren van de maatschappij zich personen bevinden, die "intellectueel goed zijn uitgerust" voor het apostolaat (= de verdediging en uitbreiding van de macht van de R.-K. Kerk).

"De bestuursmacht waarover de Prelaat (= de generale overste van Opus Dei) beschikt is volledig in foro tum externo tum interno ( = zowel wat betreft uiterlijke zaken als het geweten) van de priesters die tot Opus Dei behoren; wat de leken betreft strekt die macht zich enkel uit over wat de bijzondere doeleinden van Opus Dei betreft".

NB. Dit is een lugubere macht, een totaal heersen over de gewetens van de aangesloten priesters.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen