IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Zoete, haast onverwoordbare realiteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoete, haast onverwoordbare realiteit

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Evangeliebanier", uitgave van de Evangelische Kerk te Merksem (België), redaktie ds. H. Rijksen van Zoetermeer, stond een prachtig artikel, waarvan wij het grootste gedeelte hier laten volgen. Ik ben overtuigd, dat deze wijze van schrijven de rooms-katholieken, die oprecht de waarheid zoeken, zeer zal aanspreken. Ze zullen zich slechts verbaasd afvragen: Hoe is het mogelijk dat zo iets moois uit de pen van een protestant vloeit? Bij hen is het een zeer grote uitzondering, wanneer iemand zo kan spreken uit een innerlijke ervaring van de gemeenschap met Christus. Voor mijzelf zou zulk een artikel, wanneer ik het vroeger als r.-k. priester gelezen had, meteen tot een brandende vraag geworden zijn. Ik zou willen weten, uit welke geheime, levende bron deze schrijver put. Ik zou geprobeerd hebben kontakt met hem te krijgen. Ik hoop dat velen in België, die dit lezen, ook op zoek zullen gaan naar die Bron, de Heilige Schrift.

De Heere Jezus Zelf bevestigt herhaaldelijk dat de gehele Schrift het waarachtige Woord van God is. Waarom doen wij — kristenen(?) — het dan ook niet? Waarom willen wij, nu weer dit, dan weer dat Schrift- of tekstgedeelte schrappen ofwel „verbeteren".

Is het niet, omdat wij door ongeloof gedreven en door twijfels heen en weer geslingerd, méér waarde hechten aan menselijke „rationele" Schriftverklaringen, inplaats van dat wij in een biddend opzien God de Heilige Geest smeken om die — o, zo noodzakelijke — verlichting van ons verstand; opdat we de „waarheid" van de Schriften „recht" zouden mogen verstaan.

O mensen, als wij aan die bijbelse „heilsgeheimen en heilsfeiten" gaan tornen; als wij ze gaan aanduiden als fabels of vrome verhaaltjes, wat blijft er dan nog over? Waar is dan die vastheid van het „beleefd geloof" en dat „zeker weten" van de „echte kristenheid" aller tijden gebleven? Waar vinden we dan die eeuwig levende God, die zich aan ons in de Schriften openbaart? Die God die al onze zonden „ziet gebeuren" en al onze verborgen gedachten kent. Die Almachtige God, Die alles vermag en bij Wie niets onmogelijk is. Die God, Die wonderen deed — en jawel, nog doet — op het smeekgebed van Zijn kinderen.

O, als we Gods woord negeren en ons tot menselijke filosofieën keren, dan zullen we ook eindigen in de mens; en die heeft steeds, en altijd weer opnieuw, gefaald — dat leert ons de geschiedenis. Als we de mens en zijn leer „verkiezen" boven God en Zijn woord dan worden we bedrogen voor de eeuwigheid.

Voorzeker het zich „volledig onderwerpen" aan Gods Woord en dat Woord erkennen en aanvaarden als het enig richtsnoer voor leven en sterven — dat ligt de mens van nature niet. Integendeel, hij verzet zich er tegen, omdat hij voelt dat het Woord hem de teugels uit de handen neemt en dat hij zich „helemaal" aan Gods genade moet overgeven; dat hij de weg die God dan met hem gaat van harte moet goedkeuren — ook al kan hij die weg niet bekijken of begrijpen.

Maria had er ook moeite mee

Toen Gods tijd was aangebroken dat de profetie van Jesaja moest worden vervuld en de engel Gabriël met de boodschap naar de maagd Maria werd gezonden, had Maria er ook moeite mee om de weg die God met haar ging „zomaar" te begrijpen. We kunnen het lezen in het eerste hoofdstuk van het Lukas evangelie. Wanneer de engel Gabriël tot haar zegt: „Vrees niet Maria, want gij hebt bij God genade gevonden. En zie gij zult zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten Jezus" — dan vraagt Maria: „Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken?"

Ja, Maria kon dat „wonderlijk heilsgeheim" met haar menselijk verstand ook niet vatten. Maar als de engel haar zegt: „De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden" — en Maria het krachtig getuigen van de Heilige Geest in haar ziel gevoelt en de „Goddelijke boodschap" met haar hart mag verstaan, dan zegt ze overwonnen door Gods innige, onwederstandelijke liefde: „Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord". Hier buigt Maria „de knieën van haar hart" en geeft zich onvoorwaardelijk over aan haar God. En hoewel de weg die ze gaan moet haar raadselachtig en onoverzichtelijk toeschijnt, toch zingt ze later in haar lofzang: „Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker; omdat Hij de nederigheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten. Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn naam".

Wat een zaligheid!

In haar lofzang noemt Maria God haar „Zaligmaker"; ze moest dus net zoals ieder ander kind van God „zalig gemaakt worden". Maria is dus niet geboren zonder de smet der erfzonde en dus niet „zondeloos". Zij was een vrouw zoals al de andere vrouwen — maar, als „gezegende onder de vrouwen" door God uitverkoren om de moeder te worden van de Heere Jezus, Die in Lukas 18, vers 10 zegt: „De Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was". In haar lofzang geeft Maria ook uiting van haar „Ziele-vreugde" en geeft ze God alléén de eer. Hoort hoe ze haar „gevoelen" verwoordt: „Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker". Hier is Maria bevrijd van zichzelf — hier staat ze in de ruimte — hier dankt en looft ze haar God!

O, als God tot de ziel spreekt dan zijn er géén „zus of zo's", géén „maars of misschiens" meer — dan valt het vlees weg en jubelt en juicht de ziel, „overlopende vol" met Gods liefde en tederheid.

Neen, dat is geen gevolg van meditatieve zelfverheffing. Geen valse, ingebeelde Oosterse mystiek — maar zoete, haast onverwoordbare realiteit. Dan „ervaart" de ziel „bevindelijk" voor het eerst of bij vernieuwing dat God 'n Vader is, die werkelijk leeft en aan de ziel van Zijn kind leven en liefde geeft.

O, die Goddelijke, onwederstandelijke liefdes-overrompeling is zo intensief dat het lichaam zulks niet dragen kan. Dan hijgt het binnenin: „houdt op Heere, houdt op of ik bezwijk!"

Als verdrinkend in die Goddelijke liefde-zee „smaakt" de ziel een beginsel der zaligheid. Dan weet zij dat er een nimmer eindigende eeuwigheid is, die te kort zal zijn om die liefdevolle God en Zaligmaker, te loven, te danken en te aanbidden.

Dorre woestijn

Maar ach, het blijft niet duren, de volle zaligheid is het voedsel voor de hemel — hoewel, de Heere zal zijn kinderen, hier op aarde, nooit verlaten. Hij blijft ze ondersteunen, want, als na het wegebben van die innige ziels-verrukking de gelovige opnieuw in het „bloot geloof" moet staan; als hij weer opnieuw „geestelijk" die dorre woestijn in moet en weer te worstelen heeft tegen de Satan, de verleidingen van de wereld en de eigen zondige en verdorven Adam's-aard; als alle vorige gesmaakte zielservaringen „onwezenlijk" schijnen en de baren en golven van twijfel en ongeloof opnieuw alle „Gods-kennis" dreigen weg te spoelen; als de „ongelovige gelovige" denkt om te zullen komen in die bodemloze kuil der wanhoop — dan is er evenwel dat „bezittelijk gevoel" van dat onuitwisbaar merkteken van Gods liefde; dat „hemel-zegel" dat door de Heilige Geest diep in de bodem der harten van alle Gods kinderen is afgedrukt.

Veel soorten geloof

Och ja, er is nog wel geloof in de wereld. Men gelooft nog wel dat de Heere Jezus heeft geleefd. Dat Hij de mensen leerde dat ze hun naasten moesten liefhebben. Men gelooft ook wel dat Hij door de Joden werd gehaat, aan de Romeinen werd overgeleverd en dat Hij aan het kruis is gestorven.

Maar dat Hij de waarachtige Zoon van God is, Die vrijwillig vanuit de hemel op de aarde is gekomen — vlees is geworden — om in de plaats van de Zijnen de volledige wet te vervullen. Dat Hij gedreven door een onpeilbare liefde Zichzelf als een lam heeft laten slachten, omdat Zijn volk door Zijn vergoten hartebloed zou gereinigd worden van hun zonden — dat wordt, o, nog zo weinig geloofd.

Dat Hij — de Zaligmaker — geboren is uit de maagd Maria, daar wordt haast niet meer over gesproken. Dat „heilsfeit" wordt praktisch niet meer onderwezen — dat „past" niet meer in het hedendaagse denken.

Maar als men dan toch nog een Jezus wil behouden (al was het maar voor de gezelligheid van het kerstfeest) en bijna hardop durft denken dat Jozef — waarmee Maria in ondertrouw was — de vader is van de Heere Jezus, wel dan bezit men een Jezus die als „voorechtelijk kind" is verwekt en door Maria in „zonde is ontvangen".

Een eeuwig wee

O mensen, laat de ernst en draagwijdte van zulke gedachten diep in je doordringen. Als u enkel en alleen zulke Jezus overhoudt, dan hebt u géén Borg meer voor de eeuwigheid — dan zult u in het oordeel, „veroordeeld" worden — dan wacht u een eeuwig wee!

Bidt dan toch tot God; doe geweld op het Koninkrijk der hemelen (Mattheus 11:12). Worstel met God, zoals Jakob en zeg: „Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent" (Genesis 32, vers 26). Och en als de Heere dan uw smeekgebed wil verhoren en u bekeert, dan zal Hij ook — op Zijn tijd — door Zijn Geest u de „Christus der Schriften" openbaren; dan zult u het ook mogen uitroepen: „Mijn ziel maakt groot de Heere; en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Zoete, haast onverwoordbare realiteit

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's