IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

RELAAS * van twee * ITALIAANSE PRIESTERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RELAAS * van twee * ITALIAANSE PRIESTERS

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Langzamerhand was ik gaan denken, dat in de landen van Europa eenzelfde soort verandering zich liet voltrekken binnen de r.k. kerk als in Nederland; dat zich ook in Zuid-Europa een grotere vrijheid had baan gebroken. Dat blijkt echter een vergissing van mij - en wellicht ook van u, lezers - geweest te zijn. Eind juli kreeg ik gedurende een week bezoek van twee Italiaanse priesters, die misschien hun kerk gaan verlaten. Hieronder laat ik een verslag volgen van enkele markante dingen, die zij mij vertelden.

„De inkwisitie bestaat nog steeds, zij het in andere vorm", zo beweerden zij. „De kerkelijke overheid in Italië is nog steeds machtig. Ze kunnen de priesters nog steeds breken, wanneer zij dat willen.

Overal heerst de angst. De angst op allerlei gebied maakt de priesters tot slaven. De angst doet hen in het r.-k. systeem blijven, ook al geloven ze soms nergens meer in. Er lopen heel wat atheïsten rond in priesterkleren."

Mgr. Pollio, aartsbisschop van Salerno, heeft vier priesters gedurende drie jaar geschorst, omdat ze de parochianen hadden aangeraden vóór de echtscheidingswet te stemmen. Op 12 mei 1972 had het referendum over de echtscheiding plaats; dus tot 12 mei 1975 bleven ze geschorst.

Zulk een schorsing betekent dat ze geen enkel inkomen meer hebben, vanzelfsprekend ook geen werkloosheidsuitkering. Ze moeten door die tijd zien heen te komen met lenen, bedelen of stelen.

„Wij zijn als robots. De kerkelijke overheden hebben geen respekt voor onze menselijke persoonlijkheid. We zijn erger dan lijfeigenen."

En toch is ook die aartsbisschop van Salerno een slachtoffer van het systeem. Het is een goedaardig mens. Het systeem maakt hem echter hard. „Overal heerst de angst, de angst, de angst", zo vertelden zij mij.

Ontwakende mondigheid

Ik kan naturlijk de namen van die twee priesters niet publiceren. Ik zou ze kunnen aanduiden met A en B, maar dat is ook zo onpersoonlijk. Laat ik de oudere (55 jaar) Charlemagne (Karei de Grote) noemen, want hij was nogal rijzig van postuur, en de jongere (50 jaar) Charles Dickens, hij was nogal gezet.

Charles Dickens zei: „Ik heb tegen de echtscheidingswet gestemd, omdat ik bang was voor nóg groter libertinisme in Italië, wanneer de echtscheiding ook wettelijk wordt toegestaan." Charlemagne vond echter dat er nu toch al zoveel losbandigheid heerst. Massa's mannen houden er vriendinnetjes op na en laten hun eigen vrouwen verkommeren met hun kinderen. Nu blijven die vrouwen gebonden aan hun man, die voortdurend in echtbreuk leeft.

De katholieken in Italië verliezen echter steeds meer het vetrouwen in de kerkleiding. De bisschoppen hadden gezegd: „Stem tegen de echtscheidingswet", maar een grote meerderheid van de kerkleden heeft het bevel niet opgevolgd. De echtscheidingswet is met de helft plus 6 miljoen stemmen erdoor gekomen.

Ook bij de jongste verkiezingen hebben de Italianen opnieuw hun ontwakende mondigheid getoond. De Democrazia Cristiana is de door de kerk geliefde en geprezen partij. Maar velen hebben voor het eerst „nee" gezegd tegen die partij, en daarmee tegen de r.-k. kerkleiding.

Een heilig-verklaarde Groot-Inquisiteur

We hadden het over de geraffineerde r.-k. kerkpolitiek. Ze gaven een voorbeeld: Petrus van Verona. Hij was een onverbiddelijke ketterhamer. Hij maakte vooral veel slachtoffers onder de joden, waarvan er velen uit angst voor de brandstapel zich lieten dopen. Hij werd echter door aldus „bekeerde" joden te Como vermoord. Daarom heeft de r.-k. kerk hem tot martelaar verheven en heiligverkaard. Zijn feest wordt gevierd op 29 april.

Ik sloeg mijn brevier er eens op na en las over „Petrus Martyr": „Hij brandde zozeer van geloofsijver, dat hij aan God de genade vroeg om voor zijn geloof te mogen sterven. En God heeft hem ook geopenbaard, dat zijn gebed zou worden verhoord. Toen hij terugkeerde van Como, waar hij zijn ambt als inquisiteur had uitgeoefend, werd hij door een sluipmoordenaar met een zwaard meerdere keren aan het hoofd gewond. Terwijl hij al bijna dood was, reciteerde hij nog de apostolische geloofsbelijdenis. Daarna werd hij in zijn zij gestoken en verhuisde naar de hemel om daar de martelaarspalm in ontvangst te nemen, in het jaar des heils 1252."

De inkwisitie is er nog steeds, zij het in andere vorm. Destijds werden de van ketterij verdachten gruwelijk gefolterd om ze tot bekentenissen of tot afzwering van hun geloof te brengen. Wanneer ze dan uit de handen van de inquisiteurs vandaan kwamen, waren ze voor altijd geradbraakt. Zo komen ook nu de priesters na jaren slechts als geestelijke wrakken vaak uit de handen van het harde roomse stelsel vandaan. Paulus zegt zo uitdrukkelijk dat de wet Gods, ofschoon ze in zichzelf heilig en goed en rechtvaardig is, toch een dodelijke werking uitoefent op hen die door de onderhouding van de wet proberen zalig te worden. Hoeveel te meer gaat dat dan op van de menselijke wetten van de r.-k. kerk, met name de wet van het celibaat.

Beiden beweerden dat 70 procent van de priesters in Italië klandestien met een vrouw leven. Dat is ook niet te verwonderen, wanneer deze mensen bijna geen geestelijk voedsel krijgen en door de wet in verzekerde bewaring, in de gevangenis, worden gehouden (Gal. 3:23).

Zondvloed over Nederland

Ik hoorde ook — wat wel te verwachten was — dat men in de kringen van het pauselijke hof uitermate gebeten was op de r.-k. kerk van Nederland, die zich minder volgzaam aan het opstellen was. Op een conferentie van priesters in Zuid-Italië hoorden zij kard. Wright, een Amerikaan, prefekt van de Congregatie (= een departement van het pauselijke hof) van de Geestelijken, zeggen: „Het zou goed zijn als een zondvloed de hele kerk van Nederland wegvaagde. Dat is daar erg gemakkelijk, want het zijn immers de lage landen langs de zee. Een behoorlijke overstroming, en het is met ze gedaan". Vele priesters waren ontstemd vanwege deze lugubere grap over de Nederlandse kerk. Maar het toont wel de geest van een Groot-Inquisiteur. In de middeleeuwen zou deze kardinaal „in de naam van Christus" met plezier de dijken, die de Hollandse ketters beschermden, hebben laten doorsteken, als hij er de kans toe had gekregen.

Er zijn echter ook andere stemmen. Ze hadden de kardinaal van Napels over de Nederlandse r.-k. kerk horen zeggen: „Deze kerk is viva — levend, maar soms wel eens al te vivace - levendig". Onze kerk in Italië is echter helemaal dood, zo verzuchtten de beide priesters.

Een nieuwe contra-reformatie

„Wij, priesters in Italië, lijden, we lijden verschrikkelijk. We voelen ons gefrustreerd, geblokkeerd, gebarricadeerd. We staan met de rug tegen de muur. We kunnen geen kant meer uit. We hebben geen kansen om goed aan de slag te komen, wanneer we ons ambt neerleggen. We beschikken niet over voor de staat geldige diploma's. We hebben alleen maar diploma's van de in het seminarie afgelegde studies.

Wanneer iemand bij de opleiding de wens te kennen gaf om een staatsdiploma te willen verwerven, dan werd dat beschouwd als een teken dat hij geen roeping had voor het priesterschap en werd hij van het seminarie gestuurd."

Dit onmannelijke zelfbeklag van veel priesters is eigenlijk ook al weer een teken van hun complexen, die ze onder het roomse stelsel hebben opgelopen. Iemand die een kerel is, beklaagt zichzelf niet op deze manier, maar vecht zich verbeten door alle moeilijkheden heen. Maar, zoals ik boven al schreef, vele priesters komen als psychische wrakken uit de handen van de moderne roomse inkwisitie vandaan.

„Er is al jaren een nieuwe contrareformatie vanuit het pauselijke hof in gang gezet. Men wil het Tweede Vatikaanse Concilie zo snel mogelijk ongedaan maken. Kard. Siri noemde dat concilie een 'sventura = ongeluk „voor de kerk".

Deze contrareformatie is zich ook in Nederland aan het voltrekken via de bisschopsbenoemingen. Het is zeker dat de opvolger van Alfrink een slaafse volgeling van het pauselijke hof zal zijn."

Kramphouding

„Een priester heeft angst om met een vrouw of meisje te praten. Overal loeren de roddeltongen. Hij is meteen verdacht. Hoe kun je zo je pastorale werkzaamheid uitoefenen?"

„Enkele jaren geleden heeft een pastoor van 60 (!) jaar, Don Martusciello, zich opgehangen aan het klokketouw van zijn kerk."

„In het zuiden van Italië kust men nog steeds de handen van de priester ten teken van verering. Maar zo worden wij op een magisch voetstuk geplaatst. Wij kunnen geen fout begaan, want dat is een aanstoot voor de eenvoudigen. Zo leven wij in een kramphouding om een schijn van heiligheid op te houden."

Charlemagne: „Je krijgt als pastoor een enorm drukkend gevoel van nutteloosheid. Je weet dat je werk als pastoor niets bijdraagt tot de eer van God en tot het heil van de mensen. Ik heb er een verschrikkelijke tegenzin in om een mis voor een overledene op te dragen, want ik geloof niet meer in het vagevuur. Het is een theorie die uitgedacht is door onze kerkleiders om de mensen het geld uit de zak te kloppen."

In de hal van De Wartburg hangt een bordje met in het Engels en Spaans de vraag van Paulus op de weg naar Damascus: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?" (Hand. 9:6). Charlemagne zei: „Dat is de vraag, waar ook ik voortdurend mee worstel."

Op een morgen zei hij dat hij die nacht aan de Heere had gevraagd: „Moet ik mijn priesterschap binnen de kerk misschien zien als een kruis dat Gij mij oplegt en dat ik heel mijn leven lang dragen moet? Zal pas de dood voor mij de bevrijding van dit lijden brengen?" Maar, zo voegde hij er aan toe: „Het kan ook wel een verzoeking zijn van de duivel".

Wat een spanning! zo heen en weer geslingerd te worden tussen hoop en vrees. Charlemagne vroeg ook nog: „Mag ik zomaar mijn veilige positie als pastoor verlaten? Is dat niet hetzelfde als uit het venster springen en dan verwachten dat God een wonder doet? Is het geen verzoeken van de Heere om op mijn leeftijd van 55 jaar nog deze stap te doen naar een, menselijker wijze gesproken, geheel onzekere toekomst?"

Ik kon hem met alle beslistheid zeggen: „Wanneer u de r.-k. kerk verlaat, omdat u weet dat de leer van die kerk geheel en al indruist tegen de leer van de Bijbel, dan kan ik u in de naam van God de verzekering geven dat Hij uw geloof nooit zal beschamen."

Wij zijn duisternis geworden

Charles Dickens: „De r.-k. kerk heeft God uit de zielen van de mensen weggeroofd en heeft het menselijke gezag daarvoor in de plaats gesteld. Verschrikkelijk, wij, priesters, nemen God weg uit de harten der mensen.

Wij moesten het licht voor de wereld zijn, en we zijn duisternis geworden en verspreiden duisternis rondom ons heen. Wij moesten een zoutend zout zijn en we zijn volkomen smakeloos geworden. Italië zal vreselijk gestraft worden vanwege onze zonden. Moge God ons toch nog barmhartig zijn!"

U begrijpt dat dergelijke ootmoedige bekentenissen diepe indruk op mij maakten. We hebben dan ook de hele week samen geworsteld in het gebed, geworsteld om licht en kracht, smekend om de volheid van de Geest.

Een ticket voor het ontvangen van de Heilige Geest

In Italië moeten de rooms-katholieken voor hun trouwen een geldig doopbewijs aan de pastoor overleggen, maar ook een bewijs dat ze het sakrament van het Vormsel (= van de vervulling met de Heilige Geest) hebben ontvangen.

Dat Vormsel wordt toegediend door de wij-bisschop van het diocees, meestal de vicaris-generaal. Er is geen bedrag voorgeschreven, dat men aan die wij-bisschop voor de toediening van het Vormsel moet betalen, maar in de praktijk wordt verwacht dat hij minstens met ƒ 100,— naar huis gaat.

Charles Dickens vertelde: „Eén keer per jaar heeft die toediening van het Vormsel plaats in de parochie. Dan bel ik de vicaris-generaal op. Hij neemt zijn agendum en dan hoor ik hem uitrekenen: Dan en dan moet ik daar en daar zijn; wacht, hier heb ik nog een plaatsje voor u; maar het moet op tijd zijn afgelopen, want om zo laat moet ik weer het Vormsel op die plaats bedienen." De uitdeling van de Heilige Geest, gebonden aan en berekend volgens de kalender van een zondig mens! Ik voelde dat dit niet kán."

Beiden vertelden: „Veel rooms-katholieken in Italië bekommeren zich echter niet om dat sakrament. Maar als ze willen trouwen, herinneren ze het zich ineens dat ze dat papiertje nodig hebben. Voor deze trouwlustigen is er dan elke zondag gelegenheid om door middel van het Vormsel de Heilige Geest te ontvangen in de kathedraal van het bisdom. Ze moeten dan bij het binnenkomen een ticket betalen, net zoals bij een bioscoop, een ticket op grond waarvan ze toegelaten worden tot het ontvangen van de Heilige Geest. En na afloop moeten ze weer naar het parochiecentrum en dan krijgen ze op grond van dat ticket een dokument dat ze werkelijk het Vormsel (dus volgens de r.-k. leer: de volheid van de Heilige Geest) hebben ontvangen, maar daar moeten ze dan weer opnieuw voor betalen.

„En toch noemen ze dat niet de zonde van Simon, de tovenaar, die de apostelen geld aanbood in ruil voor de macht tot het geven van de Heilige Geest (Hand. 8:18), want, zo redeneren ze spitsvondig, wij vragen geen geld voor het ontvangen van de Heilige Geest, maar ter gelegenheid van het toedienen van dat sakrament vragen wij een bedrag voor het levensonderhoud van de bisschop."

Geen Savonarola, maar een Luther

Ik antwoordde: „Italië heeft een nieuwe Savonarola nodig, die het onverschrokken deze kerkleiders in het gezicht durft slingeren: Uw geld zij met u ten verderve (Hand. 8:20)."

Maar hun antwoord verblijdde mij heel erg: „Wij hebben geen nieuwe Savonarola nodig, want Savonarola was alleen maar een boeteprediker. Hij bracht niet een nieuwe leer. Hij bleef in zijn gedachtengang verder rooms.

Wij hebben een reformator nodig, een nieuwe Luther, iemand die het zuivere Evangelie predikt, zoals dat door de Reformatie werd herontdekt. Dan alleen is er hoop voor Italië."

Charlemagne: „Een handjevol apostelen hebben de gehele wereld omgekeerd. Zouden drie of vier ex-priesters, die werkelijk vervuld zijn met de Heilige Geest, dan niet in staat zijn om in de kracht van die Geest het aanschijn van Italië te veranderen?"

Die avond heb ik heel intens voor hen gebeden, opdat de wens die zij uitspraken, door de Heere in vervulling moge gaan.

Charles Dickens wil proberen de r.-k. kerk te reformeren via de zogenaamde basisgemeenschappen. Maar Charlemagne antwoordde: „Zodra jij echt het Evangelie gaat preken in je parochie, word je er binnen de kortste keren door de kerkelijke overheid uitgegooid." „Goed", zo antwoordde Charles Dickens, „laat dat dan maar gebeuren, dan weet ik zeker dat God met mij is, wanneer ik zo om wille van het Evangelie uit de kerk wordt gegooid."

Dat was klare taal, gesproken in De Wartburg, in een andere omgeving, in een ander land, na dagen van Bijbelstudie en gebed. Maar… als hij straks terug is in zijn oude omgeving, wat dan? Hij heeft een prachtig inkomen. Hij had o.a. een mooi filmapparaat bij zich. De rijke jongeling kon tenslotte ook niet ertoe komen om alles op te geven en Jezus te volgen! Wat hebben dergelijke mensen toch de steun van ons aller gebed nodig!

Uw oecumene ga met u ten verderve!

Vrijdagmiddag hoorde ik de klok van onze kerk luiden. Ik dacht: dat is een huwelijksbevestiging. Ik raadde hen aan daar eens naar toe te gaan om eens een protestantse huwelijksbevestiging mee te maken en om er eventueel te filmen. Zelf was ik op dat moment verhinderd met hen mee te gaan.

Later op de middag kwamen ze zichtbaar teleurgesteld terug. Het was een dienst geweest van een pastoor, met stola omhangen, en een dominee. Toen herinnerde ik me ineens weer dat ik in ons kerkblad had gelezen dat er die week een oecumenische huwelijksbevestiging plaats zou vinden.

Ik heb hen heel duidelijk te verstaan gegeven, dat ik het daar helemaal niet mee eens ben. Ik heb echter ook als verontschuldiging aangevoerd: „Ze weten niet wat ze doen. Ze kennen niet het verderfelijke van het hele roomse leerstelsel, zoals u en ik, die dat aan den lijve hebben ondervonden."

Een dag na hun vertrek hoorde ik een dominee bij de avondsluiting spreken over de vakantie. Hij wees op de echte ontspanning en de echte vrijheid. „Wilt u daarover meer horen", zo besloot hij, „ga dan eens praten met een dominee, een priester of een rabbijn", alsof Paulus niet duidelijk genoeg gezegd heeft dat de ware vrijheid niet te vinden is langs de joodse (of roomse) wetsvervulling, maar enkel door de gelovige overgave aan Christus, zoals door de Reformatie weer werd verkondigd.

Ze weten niet wat ze doen, maar ze kunnen het wel weten. Maar evenmin als de massa Solzjenitsyn niet wil geloven, die achter het IJzeren Gordijn vandaan is gekomen en voortdurend waarschuwt voor het dreigende wereldgevaar van het kommunisme, zo wil men ook deze priesters niet geloven, die even vanachter het Purperen Gordijn vandaan kwamen en daar nu weer terug zijn, en nog minder expriesters, die nu getuigen van de ware vrijheid, die ze in Christus gevonden hebben. Er is een oud Latijns spreekwoord: „Mundus vult decipi" = de wereld wil bedrogen worden. En cynisch volgt er dan op: „Ergo decipiatur" — laat ze dan ook maar bedrogen worden. Dat cynische antwoord kan niet over mijn lippen komen. Cynisme is tegen de Bijbel. Maar wél zou ik met een variant van het woord dat de apostel Petrus tot Simon de tovenaar sprak, willen uitroepen: „Uw valse oecumene ga met u ten verderve!"

In Urk

Gelukkig moest ik die zondag in Urk preken. De twee Italianen gingen met me mee. Wat was dat hartversterkend die volle kerk en die massale psalmzang.

Ik preekte over Gal. 2:19 en las ook ps. 81 voor. Die psalm had namelijk een geschiedenis gekregen in die week.

Toen Charlemagne nog maar pas bij ons was, had hij een keer 's avonds zo maar de Bijbel opengeslagen. Zijn oog viel op ps. 81. De volgende morgen zei hij dat hij daardoor zeer getroost was. In die psalm wordt gesproken over de uitredding uit de slavernij van Egypte. „Ook wij bevinden ons nog in een toestand van slavernij. Maar de Heere zegt in vers 8, dat Hij hen die in de benauwdheid zijn en tot Hem roepen, uitkomst wil geven. Zal dat ook voor mij zijn? Het lijkt erop dat de Heere

Ik heb dat aan de gemeente verteld en hen erop gewezen, hoe gemakkelijk velen het hebben, die in een goed reformatorisch gezin opgroeien. Wat een zegen, als je van kindsbeen af het zuivere Woord kunt horen en in vrijheid kunt opvolgen. Maar de tijd van de verschrikking kan ook voor ieder van ons komen, wanneer het rijk van de antichrist zich vestigt.

Bij het slotgebed heb ik gebeden voor deze priesters, opdat zij in de kracht van Gods Geest tot de juiste beslissing zouden mogen komen. Ik merkte aan psalm 27 vers 2 en 7 die ik daarna liet zingen, dat de gemeente dit gebed ten volle beaamde. De organist haalde alle registers open bij de laatste woorden: „Hij die trouw is, zal mijn voet voeren uit der bozen netten".

Toen ik daarna bij de scriba, br. Korf, koffie dronk, werd deze opgebeld door een broeder die zei dat hij maandag een bedrag van ƒ 500,— zou overschrijven naar het ex-priesterfonds en dat dit bedrag bestemd zou moeten worden voor de hulp aan deze Italianen, wanneer ze hun beslissing zouden hebben genomen. Een dochter van br. Korf zong met drie vriendinnen, begeleid door een gitaar, in verschillende talen: „God is goed". We hebben het hun ook in het Italiaans geleerd: „Buon é Dio, si, buon per me". De Herder van Israël is in Jezus Christus de Herder van alle volken geworden, een barmhartige Vader voor allen die in Zijn Zoon geloven. „Want u komt de belofte toe en uw kinderen en allen die daar verre zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal" (Hand. 2:39).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

RELAAS * van twee * ITALIAANSE PRIESTERS

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's