IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VERSOBERING ROKEN DRINKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSOBERING ROKEN DRINKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Reformatie" bespreekt prof. J. D.(ouma) met instemming ons artikel over „Bezitten of bezeten zijn" in IRS. Hij voegt er daarna echter een oproep aan toe tot zelfbeproeving.

Ik ben het daar geheel mee eens. We kunnen ons van dat rapport niet afmaken met de opmerking: „De visie van waaruit de problemen in dit stuk behandeld worden, is in strijd met de Bijbel. Volgende punt!".

Zelf schreef ik in een begeleidend stuk aan de pers over mijn eigen artikel in IRS:

„Wat zou het waardevol zijn, wanneer uit de kringen van de „rechtse" christenen ook een geschrift gepubliceerd zou worden over hetzelfde onderwerp, met dezelfde oprechte en diepe bewogenheid, met dezelfde kennis van zaken, met eenzelfde boeiende stijl, … maar dan geplaatst in de juiste bijbelse kaders".

Die kennis van zaken bezit ik niet, maar wél wil ik een kleine bijdrage leveren tot een praktische bespreking van de problemen, die in „Bezitten of bezeten zijn" aan de orde komen.

Een rokende synode

Zelf ben ik twee keer in Lunteren geweest om daar een vergadering van de synode bij te wonen, waar de zaak-Wiersinga en Baarda besproken werd. Ik zat boven, op het balkon. En wat mij zo tegen viel, was de rookwalm die omhoog steeg. Nee, dat was niet „het reukwerk van de gebeden der heiligen" (Openb. 8:3-4), maar een mengsel van nicotinedampen uit vele pijpen, sigaren en sigaretten.

Ik dacht: is dat nu dezelfde synode, die zich heeft verdiept in de vraag van de versobering en met name van het vasten, zoals door de Raad van Kerken was voorgesteld? (Ik las in Trouw een grappig stukje over een vrouwelijk synodelid, die toch wel graag elke dag een stevig hapje vlees voor haar man wilde klaar hebben, wanneer hij vermoeid van het werk thuis komt).

Zou het niet een goed gebaar zijn geweest, in plaats van al dat praten over vasten en versobering, wanneer de synode duidelijk het advies had gegeven: „Laten we ophouden met roken, want daar kan geen enkele lieve vrouw bezwaar tegen maken; integendeel, het huis wordt er alleen maar schoner van, wanneer de asbakken niet voortdurend vol zitten". En nóg beter zou het geweest zijn, wanneer ze met z'n allen — enkelen daargelaten, die het roken beslist niet kunnen laten — ook de daad bij het woord hadden gevoegd.

Wat een kapitaal zou er dan niet vrijkomen voor de ontwikkelingsgebieden! Een mens rookt toch al gauw zo'n ƒ 500,— per jaar per persoon. En wat een duidelijke geste van solidariteit zou dat niet geweest zijn met hen, die de meest noodzakelijke levensbehoeften moeten missen. Kun je met een dikke sigaar of een sigaret in de mond nog wel rustig kijken naar uitgemergelde kinderen, die ons door de publiciteitsmedia getoond worden?

In een kerkdienst rook je toch ook niet

Er is nog een andere reden, waarom het misschien niet zo gek zou zijn om althans ter synode niet te roken. Daar komen zulke ernstige zaken ter sprake, die nog dieper in de praktijk van het geestelijk leven ingrijpen dan in een gewone 's zondagse preek, waarbij we toch ook niet roken. Ik denk aan de zaak-Wiersinga ter synode van de geref. kerken (syn.), waarbij het ging over de betekenis van het bloed van het Lam dat voor ons geslacht is; of aan de synode van Hoogeveen van de gereformeerde kerken (vrijgemaakt), waar de droevige kerkscheuring tussen binnen- en buitenverbanders gekonsolideerd werd. Bij een begrafenis rook je toch ook niet. Waarom kunnen we dan wél een sigaret opsteken, wanneer het gaat over de vraag of bepaalde broeders en zusters nog wel in één kerkverband kunnen worden behouden of dat men hen moet zeggen: „Het spijt ons, maar wij kunnen u niet meer toelaten aan het Heilig Avondmaal, waar wij de dood des Heeren verkondigen, totdat Hij komt"?

Laatst maakte ik een vergadering mee van „Schrift en Getuigenis" (de vereniging van de verontruste gereformeerden). Als een gerookte paling kwam ik thuis. Het schijnt dat de tien-maal-gereformeerden het in één zaak eens kunnen zijn: namelijk in het roken.

Evangeliseren vanachter een borrel?

En zouden we ook op dit gebied niet kunnen versoberen, dat we geen alcoholische dranken meer gebruiken? Ook daar kan een lieve, zorgzame echtgenote geen bezwaar tegen maken. J e hebt het niet nodig voor stilling van de dorst. Het is pure prikkeling van je tong en van je verhemelte.

En wat zou je ook daarmee niet een hoop geld vrijmaken voor de ontwikkelingslanden of voor evangelisatiedoeleinden.

En… zou dat ook niet een getuigenis zijn? We hebben onlangs meegemaakt dat een minister van de PvdA veroordeeld werd wegens „rijden onder invloed". Maar datzelfde hebben we enige jaren geleden meegemaakt met een minister van de A.R. Dat was toch in elk geval een enorme schade, die aan het christelijk getuigenis werd toegebracht. Is de sfeer achter een borreltje wel geschikt om over de heerlijkheid van Christus te praten, die Zichzelf totaal ontledigd heeft voor ons en is doodgebloed aan het kruis …. voor ons?

Niet christelijker dan Christus Zelf

Begrijp me goed: ik maak van niet-roken en niet-drinken geen principe. Ik ben het niet eens met hen, die zelfs aan het Avondmaal geen wijn willen gebruiken, maar slechts druivensap. Christus heeft als teken van Zijn bloed wijn aangewezen en niet druivensap en wij mogen dat niet eigenmachtig veranderen. Dan willen we christelijker zijn dan Christus Zelf.

Al rook ik niet en drink ik zelf geen alcoholische dranken, toch presenteer ik dat wel aan bezoekers, omdat ook ik niet christelijker wil zijn dan Christus, die op de bruiloft van Kana water in wijn (niet in druivensap) veranderde.

De reden, waarom ik pleit voor niet-roken en niet-drinken, is puur praktisch. Ik meen dat we in deze tijd, waarin zulk een ontstellende armoede door miljoenen wordt geleden, zo althans iets bijdragen tot de leniging van de nood, minstens door zelf ook iets te willen ontberen, wat absoluut niet nodig is voor onze levensbehoefte.

Ik ben ook niet tegen matig roken en drinken. Twintig jaar geleden heb ik eerst geprobeerd matig te roken. Dat lukte mij niet. Iedere keer vroeg ik mij af: Is het nu lang genoeg geleden dat ik een pijp opstak? Daarom besloot ik er helemaal mee op te houden en dat bevalt me nu al twintig jaar uitstekend.

In sterke drank heb ik nooit veel zin gehad. Het kostte mij absoluut geen moeite om daarin matig te zijn. Daarom ben ik pas veel later tot geheelonthouding ook op dit gebied overgegaan. Waarom? Omdat ik toch altijd een beetje weerzin in me voelde — ik weet niet waarom — in een borreltje.

Het bovenstaande wil ik graag ter overweging doorgeven. Ik zou daar dit nog aan willen toevoegen. De vrijheid der kinderen Gods is een groot goed. Laten we die vrijheid niet inperken door verslaafdheid aan wat dan ook, zoals roken en drinken.

P.S.

Dit artikel heeft reeds tweemaal moeten overstaan vanwege ruimtegebrek. Sindsdien is echter een rapport verschenen van de Gezondheidsraad over het roken. Daaruit blijkt dat 12.000 mensen per jaar vroegtijdig komen te overlijden vanwege overmatig roken. Dat is viermaal zoveel als de slachtoffers van het verkeer. Het Nederlands Dagblad besteedde aan deze zaak een voortreffelijk hoofdartikel, waaruit we citeren:

„Iemand die niet rookt, valt het op dat dikwijls … verwoede rokers hem gelukkig prijzen om zijn niet-roken. Dat geeft wel te denken. Het besef dat men beter af is zonder sigaret, leeft kennelijk bij velen die het desondanks niet kunnen laten." „Maar hoe belangrijk het scheppen van een anti-rookklimaat ook is,… het laten staan van de sigaret moet een persoonlijke beslissing zijn. In dit verband verbijsterde het ons in enkele reakties op het rapport van de Gezondheidsraad een verwijt te lezen in de trant van: Van de Gezondsheidsraad moeten we allemaal 90 jaar worden. Als ik liever rook en dan wat eerder dood ga, mag ik dat toch zelf weten? Hier wordt wel duidelijk dat het zesde gebod „Gij zult niet doodslaan" hier ook in het geding is."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

VERSOBERING ROKEN DRINKEN

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's