IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

de hemelse vader trok mij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

de hemelse vader trok mij

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben opgegroeid in het rooms-katholicisme en later overgegaan naar een protestantse groepering.

Als rooms-katholiek én als lid van die protestantse groepering ijverde ik voor „de wet", ik trachtte zo stipt mogelijk de vele voorschriften te vervullen om aldus, vertrouwend op mijn goede wil, het eeuwige leven te beërven. Want in beide gemeenschappen kreeg ik te horen dat mijn eeuwig heil afhing van mijn eigen wilsbeslissingen. Beiden leerden dat de genade en de vergeving der zonden vanuit Christus tot ons komt, slechts na berouw en na geloof. Zodoende had ik heel mijn verwachtingen gesteld op mijn eigen menselijke inspanning en bouwde de zekerheid van mijn zaligheid op mijzelf en niet op Christus.

Door deze levenshouding raakte ik op den duur elk schuldbesef kwijt en verloor elk geestelijk gevoel voor het goddelijke. Ik sloot me in mezelf op, in de cirkel van mijn hoogmoedige pretentie dat ik het heil verworven had, „omdat ik, ik, ik Christus had aangenomen." Ik zat op de troon van mijn ziel en er was op die troon geen plaats voor God.

De Heere God zou wel erg dankbaar jegens mij moeten zijn, omdat ik Hem aangenomen had, terwijl zovele anderen geweigerd hadden Hem binnen te laten in hun hart. In de grond was ik dus heel wat beter dan die anderen, omdat ik zo goed was geweest om te geloven, terwijl de anderen Christus buiten de deur hadden laten staan.

Waar zou dat allemaal niet op uitgelopen zijn, indien de Heere Zich niet verwaardigd had om op grond van Zijn oneindige barmhartigheid mij te tonen de afgrond van mijn eigen schuld? Onze genadige God had echter medelijden met de ellendige toestand, waarin ik verkeerde en op 14 jan. 1972 liet Hij mij zien: „Want uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave" (Ef. 2:8)

Terwijl ds. Magiotto dat uitlegde, begreep ik dat eindelijk: Niet ík was de goeierd, doordat ik Christus aannam, maar Hij was zo liefdevol dat Hij vanuit Zijn oneindige barmhartigheid, ondanks mijn schuld mij de ogen des geloofs had gegeven, waardoor ik het Koninkrijk Gods kon zien.

Dat bracht mij op de knieën, dat liet mij mijn uitzichtloze ellende zien, dat bracht mij tot het inzicht dat ik een Verlosser nodig had, dat deed mij uitroepen: Heb dank, o God, door Jezus Christus.

Ik begreep dat, toen Christus stierf, ik stierf met Hem, en dat, toen Hij opstond, ik opstond uit de doden met Hem. Ofschoon met de tranen in de ogen vanwege mijn zonden wist ik mij tóch gered voor eeuwig door Hem, mijn Zaligmaker. Hij was het geweest, die barmhartig wilde zijn voor mij, terwijl ik nergens aan dacht dan aan zelfverheffing.

Sindsdien voelde ik mij zeker met een allerzoetste en geestelijke zekerheid, omdat ik mij voortaan niet meer baseerde op wat ik gedaan had of op wat ik zou hebben moeten doen om zalig te worden, maar alleen op datgene wat God in Christus had gedaan om mij te redden. Uit mijn hart steeg dit vreugdevolle loflied omhoog: Christus is mij genoeg, Christus is mijn enige Zaligheid. Vanaf dat moment had ik vrede met God en kon ik beginnen met een leven te leiden tot eer van God.

Sindsdien is het Evangelie duidelijk voor mij geworden. Ik zie nu de soevereine majesteit van God en Zijn macht, waaraan al het geschapene onderworpen is, en tegelijk zie ik mijzelf als de armzalige, die verloren was, maar gered werd door Zijn genade alleen. Ik weet nu dat het niet afhangt van degene die wil noch van degene die loopt, maar van de ontfermende God (Rom. 9:16).

Hoe vaak heb ik vroeger gelezen, zonder het te begrijpen: „Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader hem trekke" (Joh. 6:44) en: „Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen" (Joh. 6:37). Maar nu zijn deze en dergelijke verzen voor mij een oorzaak van verootmoediging, van vreugde en zekerheid. Hij heeft alles voor mij gedaan; ik kan daarom nu rustig verder leven en mij geheel overgeven aan de verheerlijking van Zijn Naam, want ik basseer mijn zekerheid niet meer op mensen en nog veel minder op mijzelf, maar alleen op Christus, die niet liegen kan.

De Heere heeft ons ook rijk gezegend vanaf die tijd. Veel mannen en vrouwen zijn in ons huis gekomen rondom die „blijde boodschap", dat verheugende nieuws van de volstrekte genade Gods in Jezus Christus. Ze worden nu niet meer neergedrukt door allerlei angsten. Ze komen daar samen met de tranen van berouw, die niet voeren naar de wanhoop, maar naar de intense en geestelijke sereniteit. Ons huis is een toevluchtsoord geworden voor velen, die uit heel Italië komen en aan wie wij lektuur uitreiken of toezenden, waarin het waarachtige Evangelie van de genade wordt verkondigd, dat Evangelie dat zo heel weinig bekend is in Italië en zo vaak vervalst wordt voorgesteld.

Moge de Heere Zich op een levende en waarachtige wijze openbaren aan al Zijn kinderen, die onder tranen Zijn openbaring zoeken en moge Hij Zich verwaardigen ook mij, Zijn onnutte dienstknecht, te gebruiken voor Zijn eer.

Finale Ligure

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

de hemelse vader trok mij

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's