IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Waarschuwing tegen de Mariënschwestern

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarschuwing tegen de Mariënschwestern

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Misleiding is op het ogenblik een groter gevaar dan verleiding. Bij verleiding weten we, dat we te maken hebben met iets verkeerds. Het heeft echter een bijzondere aantrekkingskracht voor ons en we hebben Gods genade en Zijn volle wapenrusting nodig om in de strijd te kunnen standhouden. Daarom roept Paulus ons op: „Weest krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht" (Ef. 6:10).

Bij de misleiding is het zo geheel anders. De satan doet zich voor als een engel des lichts en zijn dienaren als dienaren der gerechtigheid. Ja, hij kan zelfs gebruik maken van een kind van God, dat zelf niet waakzaam is en niet gedekt door het bloed van Christus. We denken respectievelijk aan de slavin met een waarzeggende geest, die Paulus naliep, luid roepende: „Deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen" en aan Petrus, die bij de eerste aankondiging van het lijden tot de Here Jezus zei: „dat verhoede God, Here, dat zal U geenszins overkomen". En dan moet de Here hem antwoorden: „Ga weg achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen".

Misleiding ziet er zo heel mooi en goed en bijbels uit, maar voert ons toch van God en Zijn plan af. Daarom is het zo noodzakelijk dat we werkelijk gereinigd worden en verlost zijn door het bloed van Christus en dat de Heilige Geest de heerschappij heeft in ons hart en leven, opdat we kunnen onderscheiden.

Eén van de grote en gevaarlijke misleidingen van deze tijd komt tot ons door de Mariënschwestern. Zij vinden op het ogenblik in binnen- en buitenland heel veel ingang. De vele lectuur, die ze verspreiden, is vaak heel goed en bijbels, maar daartussen verscholen bevindt zich het gevaar.

In het boekje „Maria, die Mutter unseres Herrn" van Mutter M. Basilea (Klara Schlink), Druck und Verlag: Oekumenische Mariënschwesternschaft, Darmstadt- Eberstadt, komt heel duidelijk naar voren, wat hun eigenlijk streven is. Ik wil uit dit boekje citaten aanhalen en die dan begeleiden met een enkele opmerking.

Pag. 5: „De kloof tussen Rooms en Protestant moet overbrugd worden door een beter begrip voor Maria als moeder des Heren. We moeten leren Maria te vereren".

Opm.: De werkelijke kloof is, dat de r.-k. leer niet werkelijk aanvaardt het volbrachte werk van Jezus Christus. Naast wat de Here Jezus voor ons gedaan heeft, moeten nog komen de goede werken en het vagevuur. Hier wordt dus niet enkel en alleen de genade om niet aanvaard. Bovendien mogen we alleen God vereren; niet 'n mens.

Pag. 9: „De groet van de engel aan Maria moet vol goddelijke eer geweest zijn". Opm.: Engelen brengen geen goddelijke eer aan mensen.

Pag. 17: „Onze moeder Maria moet voortaan in de sfeer der heiligen opgenomen zijn. Zij leefde „slechts" in de hemelse wereld".

Opm.: Dus had ze dan geen zondige natuur? Maria is niet onze moeder; zij was een begenadigde zondares, die zelf de Heiland nodig had (Luk. 1:47, 48). Hoe groot zou dan niet Johannes de Doper geweest zijn! De Here Jezus zegt immers van hem (Matth. 11:11): onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan groter dan Johannes de Doper.

Pag. 20: „Op een roeping moet een antwoord komen. Daarom zullen allen in de hemel op dit antwoord (het antwoord van Maria), waarvan ons heil afhing (!), met grote spanning gewacht hebben".

Opm.: God was dus in Zijn heilsplan afhankelijk van een mens?!

Pag. 21: „We weten dat het „neen" van Eva op Gods eis ons allen het gesloten paradijs gebracht heeft. Zou een tweede maal het „neen" uit de mond van een vrouw ons opnieuw het paradijs sluiten?"

Opm.: In Adam heben we allen gezondigd. Het is Adam en Christus, niet Eva (Maria) en Christus.

Pag. 25: „Wat hebben we aan dit „ja" van haar te danken, dat méér was dan alleen gehoorzaamheid en overvloedig de ongehoorzaamheid van Eva wegnam".

Opm.: Neen, de ongehoorzaamheid in het paradijs is weggenomen door het bloed van Christus; Maria is geen verlosseres.

Pag. 27: „Wanneer het echte bewijs van ons behoren tot Jezus Christus het kruis is, dan heeft zij dit zo volkomen gehad, dat wij ons slechts voor haar kunnen buigen".

Opm.: Niet het kruis is het bewijs, maar het geloof; met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis (Rom. 10:10). Wij zouden haar dus goddelijke eer moeten brengen?

Pag. 32: „Moesten er geen wonderen gebeuren als Maria het Kind Jezus op schoot had, de Schepper der wereld? Moesten Zijn schepselen Hem niet dienen?"

Opm.: De Bijbel zegt hier niets van. Jezus was in nederigheid. Zijn goddelijke heerlijkheid had Hij afgelegd.

Pag. 41: „Door lijden tot heerlijkheid. In koninklijke heerlijkheid zal zij nu bij Zijn troon mogen zijn. Waarom willen wij, protestanten, onze moeder Maria daarboven bij de troon haar koninklijke waardigheid ontzeggen?"

Opm.: Zij is niet anders dan andere gelovigen en zij is niet onze moeder. Zij is nu in het paradijs, niet voor de troon Gods.

Pag. 45:„Hoe zou de kloof tussen Protestant en R.K. kleiner gemaakt worden, wanneer we niet in de oppositie staan, als het over Maria gaat, maar bereid zijn te erkennen, wat onze broeders in de zusterkerk heilig, lief en waardevol is en wat zij menen naar Gods wil te moeten vereren".

Opm.: Hier zien we een heel duidelijke tendens naar vermenging met de Roomse kerk. Hier geldt niet Gods Woord, maar wat anderen menen, dat Gods wil is. Hier wordt een eenheid naar voren gebracht, die niet enkel rust op het volbrachte werk van Christus.

Pag 46.: „We zouden anders schuldig worden tegenover God en onze broeders en een nieuwe kloof in het lichaam van Christus brengen. Is het niet een list van satan, dat juist onder ons christenen zich een scheiding bij het avondmaal, dat juist gemeenschaps- en liefdemaal moest, zijn voordoet en nu zelfs Luthersen en Gereformeerden — om maar niet te spreken van R.-K. en Protestanten niet samen aan het avondmaal gaan en dat juist t.o.v. de moeder des Heren scheiding in plaats van eenheid optreedt. En toch behoort zij, als Zijn moeder, ons allen toe, wanneer wij Jezus' broeders zijn en zal zij ons met haar moederlijke liefde omringen, dienen en beschermen, precies zoals wij van de engelen en van hen, die de volmaaktheid bereikt hebben, geloven, als we spreken van beschermengelen onder welker bescherming wij staan en die ons met hun liefde en zorg begeleiden".

Opm.: Zij allen vormen met elkaar niet het lichaam van Christus (zie boven). Dit is valse eenheid, dus oecumenisch. Engelen zijn dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven (Hebr. 1:14), maar in die zin wordt in de Bijbel niet gesproken over de gezaligden.

De aanhalingen zijn genomen uit de eerste druk van dit boekje. Later is een tweede, meer uitgebreide uitgave verschenen. Deze laatste is in het Hollands vertaald. De oppervlakkige lezer ziet hierin niet spoedig de afwijkingen, doordat ze zeer verdekt en verborgen zijn opgesteld. Des te gevaarlijker is het lezen van een dergelijk boekje.

Waldecklaan 10, Hilversum

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1972

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Waarschuwing tegen de Mariënschwestern

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1972

In de Rechte Straat | 32 Pagina's