Priester in nudistenkamp

Wij ontvingen een krantenknipsel van het Rotterdamsch Nieuwsblad van 2 sept., waaruit wij citeren: „Vlak over de Duits-Limburgse grens stond de nudistenvereniging (nudisten is: naaktlopers H. J. H.) uit Rheijdt zaterdagavond ergens diep in het woud tevergeefs aangetreden voor een door pater dr.i. Pennock op te dragen misviering. Pater Pennock is directeur van de afdeling Voorbereidend Wetenschappelijk en Algemeen Voortgezet Onderwijs van het Katholiek Paedagogisch Centrum in Den Haag. Het bisdom Aken had die misviering op het laatste ogenblik verboden. Maar, zo zegt pater Pennock, „ik prijs me gelukkig dat o.a. bisschop Janssen in Rotterdam achter me staat".

ONS KOMMENTAAR: Ook ik ben van oordeel dat er in het verleden allerlei angsten zijn gewekt rondom de sexualiteit. Dat was een oneer aan de Schepper. Men beleefde de neiging naar het andere geslacht dan niet als gift, maar als vergift, van God. Deze onjuiste, onbijbelse instelling ten opzichte van deze prachtige gave van God - lees maar eens het Hooglied - is oorzaak geweest van onnoemelijk veel geestelijk lijden. Al dat leed zou bespaard zijn gebleven, als men eerlijk naar de Bijbel had geluisterd.

Maar nu dreigt men in het andere uiterste te vervallen en opnieuw de wijze lessen van de Bijbel in de wind te slaan. Uit Gen. 3 : 2 1 blijkt toch zonneklaar dat het dragen van kleding om de typisch mannelijke of vrouwelijke lichaamsdelen te bedekken, door God als een beschermend gebod is meegegeven aan de mens. Sinds de zondeval kunnen wij, ook al hebben wij ons nog zozeer vrijgemaakt van allerlei psychische complexen en remmingen, niet meer volkomen zuiver denken.

Wij moeten dit ootmoedig voor God erkennen en dat willen de nudisten blijkbaar niet. Veel erger lijkt het mij echter, wanneer een priester uit eigen verkiezing en tevens in onderwerping aan de eis van zijn kerk zichzelf de wet van het celibaat oplegt en dan nog bovendien in een soort ongeschonden paradijs wil rondwandelen temidden van naakte mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Dit is spotten met het ernstige verhaal van de Bijbel over de zondeval. Het is een hoogmoedig tarten van de heilige God, een pochen met eigen reinheidsprestaties, waardoor het kruis van Christus in wezen totaal overbodig wordt verklaard.

De toegang tot de hof van Eden is tot aan de voleinding der tijden gesloten. God heeft een engel met een vlammend zwaard aangesteld om vermetelen te weren. Dat betekent dus dat Zijn toorn hen zal treffen, die reeds nu dat paradijs menen te kunnen herstellen. Dat paradijs zal pas terugkeren - en dan in schoner vorm -, wanneer de nieuwe hemel op de nieuwe aarde is neergedaald. Tot zolang zullen wij moeten gaan van ontferming tot ontferming, wandelend aan de hand van een Vader, die ons in genade vergeven en sterken wil.

Overigens blijkt dat ook mensen die opgegroeid zijn met de Bijbel, volkomen eigenwijs tegen Gods waarschuwingen durven in te gaan. We lazen in dit verslag nog: „De dienst moest door een zieleherder van protestantse komaf worden overgenomen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen