IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Waarachtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarachtigheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„WAARACHTIGHEID - Over de toekomst van de kerk" Hans Küng Uitg. Romen Roermond ƒ 13,50, 192 blz.

In „Moeder, ik klaag u aan" heb ik een hele paragraaf gewijd aan het onderwerp: „Rome, de onwaarachtige" (vijfde druk p. 73 - 76). In de eerste druk had ik ook één van de oorzaken aangewezen van die onwaarachtigheid namelijk de leer van Rome, dat liegen slechts dagelijkse zonde is (eerste druk, p. 155). Ook heb ik daarover wel eens een artikel geschreven in ons blad. Ik heb echter altijd de indruk gehad, dat veel protestanten dat overdreven vonden.

De roep om duidelijkheid

Thans echter heeft de zozeer bekende r.-k. theoloog, Hans Küng, een boek geschreven, waarin hij precies datzelfde betoogt. Dit nieuwe boek van Hans Küng is bijzonder waardevol, ook voor de protestantse kerken.

Het eerste hoofdstuk luidt: „Het pathos van de waarachtigheid in de twintigste eeuw". Daarin zegt hij o.a.:

„Ook de twintigste eeuw is vol van allerlei onwaarachtigheid, onoprechtheid, oneerlijkheid, huichelarij. Kan onze eeuw — met behulp van de enorme technische middelen — niet beter liegen dan ooit een van de vorige eeuwen". „En toch: bij een opsomming van de karakteristieken van deze twintigste eeuw zou men beslist één punt niet kunnen overslaan: het nieuwe pathos van de waarachtigheid" (p. 23). Küng wil dan in zijn boek het pleit voeren voor de waarachtigheid, die volgens hem bestaat in: „die grondhouding waarin een individu of gemeenschap ondanks moeilijkheden voor zichzelf waar, doorzichtig blijft, met zichzelf overeenstemt: de volledige eerlijkheid tegenover zichzelf en daarmee dan ook tegenover de medemensen en tegenover God, de volledige eerlijkheid in denken, spieken en handelen" (p. 29).

Ook wij hebben ons dikwijls de vraag gesteld, onlangs nog in de brochure „Onrecht in de naam van Christus", waarom vele kerken ook op dit gebied weer achteraan moeten komen. Overal klinkt de roep om duidelijkheid en waarachtigheid, met name in de politiek. En vele kerken zijn nog altijd druk bezig met het leggen van rookgordijnen, om hun eigen belijden en bedoelingen zoveel mogelijk te verdoezelen. In het tweede hoofdstuk gaat Hans Küng de „historische achtergronden van de verwaarlozing van de waarachtigheid" na. Hij noemt daarbij: „de verregaande verwaarlozing van de waarachtigheid in de moraaltheologie", vooral door de opkomst van de casuistiek (de leer van de gevallen) met zijn beruchte onderscheidingen van het „geestelijk voorbehoud in strikte en ruime zin'.' „Ondanks alle principiële erkenning van de zondigheid van de leugen, stond deze moraal allerlei uitweggetjes toe, als men maar de juiste distinktie vond". „Men bekommerde zich minder om de grondhouding van de waarachtigheid dan om de vraag: hoe kom ik er op een of andere manier langs zonder formeel te moeten liegen" (p. 32). „De leugen is op zichzelf slechts dagelijkse zonde", deze leer noemt Küng een van de voornaamste redenen van de aantasting van de waarachtigheid.

Als tweede reden noemt hij: „het onhistorische denken in de theologie in het algemeen". „Het gevolg was dat men zijn toevlucht moest nemen tot allerlei geraffineerde distinkties (= onderscheidingen), dialektische verklaringen, ja vaak oneerlijke theologische trucjes, om te verdedigen wat niet te verdedigen was en om vooral niet te hoeven toegeven dat men zich daar vergist heeft waar men zich beslist kon vergissen en zich ook inderdaad vergist heeft" (p. 32 - 33). „Is het te verwonderen dat men heel boosaardig de katholieke kerk „de kerk van de waarheid" noemt, maar de evangelische kerk „de kerk van de waarachtigheid"? Natuurlijk, dit alternatief is naar geen van beide kanten juist, maar toch zit er iets in" (p. 34).

Huichelarij en waarheidsfanatisme

Bijzonder mooi tekent Küng in het derde hoofdstuk de „waarachtigheid als eis van de boodschap van Jezus" en gaat daarna in op de konsekwenties die dat alles heeft voor de toekomst.

„Als men in de katholieke kerken soms de waarheid heeft doodgereden, doordat men haar op onwaarachtige wijze verkondigd en verdedigd heeft, heeft men omgekeerd in de evangelische kerken veelal de waarachtigheid (het „geweten") ad absurdum ( = tot in het ongerijmde) doorgetrokken, doordat men haar verabsoluteerd en geïsoleerd en zo tenslotte van alle waarheid, van de werkelijkheid die zij moet uitzeggen, losgemaakt heeft. Wordt de waarachtigheid verwaarloosd, dan komt men tot huichelarij. Wordt ze overdreven, dan komt men tot een vernietigend waarheidsfanatisme" (p. 50).

Ik meen dat Küng hier hier rake dingen zegt, die wij ons moeten aantrekken. Want dit waarheidsfanatisme is de oorzaak van zoveel nodeloze verdeeldheid in het protestantisme.

Sommigen znllen antwoorden: Maar je kunt toch niet te waarachtig zijn! Dat dacht ik vroeger ook. Maar weet u dat in de Bijbel staat: „Weest niet al te rechtvaardig" (Pred. 7:16)? Ook hier zou je kunnen vragen: Maar hoe kan iemand nu te rechtvaardig zijn? Rechtvaardigheid is toch, evengoed als de waarachtigheid, een deugd en daar kun je toch nooit te veel van hebben? Op zichzelf is dat ook zo, maar toch kunnen deze deugden in het persoonlijke vlak overtrokken worden. Dan zijn het misgroeiingen van de deugd en dus in feite weer een ondeugd, nl. een fanatisme, dat bitter en liefdeloos is.

Er staan nog heel wat meer belangrijke beschouwingen in dit boek. Een ervan heb ik ook aangehaald in „Onrecht in de naam van Christus". Maar men leze het boek zelf.

ROME, 25 februari — Ik zit in de luchthaven Leonardo da Vinci te wachten op het vertrek van het vliegtuig naar Bombay (met een tussenlanding in Teheran). Een geschikte gelegenheid om al vast te beginnen met mijn reisverslag.

Gisteren kwam ik hier om ruim 1 uur aan. De Italiaanse ex-priester, Renato di Lorenzo, stond mij op te wachten. Het vliegveld ligt ongeveer 25 km van de stad, zodat we om ongeveer 2 uur arriveerden bij zijn huis.

Om 3 uur belde ex-priester Luigi Maiorano aan. Hij heeft nu een betrekking gevonden als surveillant. Hij is op proef voor een jaar en in die tijd is hij niet verzekerd, bijv. voor ziekte. Officieel mag -dat niet, maar het gebeurt vrij regelmatig. Hij is getrouwd en heeft één kind. Hij is erg dankbaar voor de hulp die wij hem twee jaar geleden geboden hebben. Hij deelt echter ook zijn zorgen mee. Het huis dat zij nu huren, is lek. De regen valt erdoorheen als door een mandje. In Italië moet men drie maanden huur vooruit betalen. Ze verdienen te weinig om dat te sparen.

Daarna Arcangelo Pino. U herinnert zich nog wel zijn geval. Hij moest subsidiair zijn orde 100.000 lires betalen voor de onkosten van het kerkelijk proces dat hem de terugvoering in de lekenstaat zou moeten verschaffen. Zijn vrouw werkt in Terni op een bureau voor verzekeringen. Maar nu moet de heer Pino elke dag 110 km met de trein naar Rome reizen om daar de colleges te volgen aan de theologische fakulteit van de waldenzen. Omdat zijn vrouw behoorlijk verdient, hoeven wij slechts een kleine maandelijkse bijvergoeding te geven.

Om 5 uur vergadering met ons komité I.R.S. te Rome. Aanwezig waren Dr. Ds R. Bertalot, voorzitter van het Italiaanse protestantse Bijbelgenootschap, Prof. Dr. V. Vinay, hoogleraar aan de theologische fakulteit van de waldenzen, de heer E. Labanchi, ex-priester, thans evangelist.

Renato die Lorenzo deelt mee dat de Stichting In De Rechte Straat thans, in overleg met het bestuur te Velp, constant vijf ex-priesters helpt. Daarnaast wordt er incidenteel aan andere ex-priesters de helpende hand geboden. Evangelist Labanchi vraagt: Welke criteria past de Stichting toe bij beslissingen omtrent hulp aan ex-priesters? Ik antwoordde: Wij helpen alleen expriesters die om des gewetens wille de kerk verlaten, dus niet wanneer ze alleen maar hun priesterambt neerleggen om te trouwen.

Prof. Vinay brengt de wenselijkheid naar voren van een centrum voor expriesters in Italië. Voorgesteld wordt: Niet een huis kopen, maar huren, bij voorkeur in industriegebied, zoals Milaan, Turijn, Berganzo, misschien ook in het gebied van de waldenzen (rond Torre Pellice), waar men wellicht iets kan vinden tegen een geringe huur.

Men dacht dat het goed zou zijn om de ex-priesters niet te veel samen te trekken in één huis. We moeten zoeken naar predikanten die bereid zijn ex-priesters gastvrijheid te verlenen. Van de Stichting I.R.S. zou dan een steun gevraagd moeten worden van ƒ 200,— gedurende drie maanden.

Het zou goed zijn, als er een organisatie zou komen die tot taak heeft om werk te zoeken voor de ex-priesters. Van groot belang zou het ook zijn goede kontakten te leggen met predikanten in de landen, die Italiaanse werkkrachten aanvaarden, zoals Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en natuurlijk ook Nederland. Deze ex-priesters moeten echter ook pastoraal begeleid worden.

Prof. Vinay meent dat daarom aan het hoofd van zulk een huis een expriester zou moeten staan die immers zelf de problemen heeft doorworsteld en dus het meest geschikt zou zijn voor zulk een zielszorg.

Praktische voorstellen

Allereerst moet een circulaire verzonden worden naar alle predikanten in Italië, waarin zij op de hoogte worden gebracht van het bestaan van de Stichting I.R.S. en van de doeleinden van deze Stichting. Aan de predikanten wordt verzocht om ex-priesters die overeenkomstig de doelstellingen van de Stichting voor hulp in aanmerking komen, door te geven aan Velp met zoveel mogelijk gegevens.

Tevens zal hen gevraagd worden zoveel mogelijk medewerking te geven bij het verlenen van gastvrijheid, geestelijke bijstand voor de ex-priesters die binnen hun gebied wonen, het zoeken naar een passende betrekking. Wat zijn er veel mogelijkheden voor Gods Koninkrijk! De oogst is groot, maar er moet gemaaid worden.

De volgende mogen had ik eerst bezoek van Di. Alimonta (ik schreef over hem in ons decembernummer als over Prol. X.). Hij maakte op mij een bijzonder prettige indruk: Rustig, vriendelijk en toch beslist. Hij is gegrepen door het Evangelie en wil dat graag door middel van evangelisatie verkondigen, waar ook ter wereld. We bespraken de mogelijkheden in Italië, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika.

Later kwam ook ex-priester T. Fanlo. Allerlei onderwerpen kwamen ter sprake. Ik noem er slechts twee:

Volgens deze ex-priester bestaat er geen goede Italiaanse Bijbelvertaling. De huidige is veel te oud. De mensen verstaan die taal niet meer. Dat is ook zo met de Spaans protestantse Bijbel. De r.-k. Bijbelvertalingen in Spanje en Italië zijn veel beter, althans de nieuwere. Ik zou hier de vraag willen stellen: Is dit niet een mooie taak voor ons Nederlands Bijbelgenootschap om een nieuwe protestantse Bijbelvertaling in het Spaans en Italiaans te bekostigen?

Een tweede punt: Renato di Lorenzo was erg enthousiast over de Heidelbergse Catechismus. Er bestaat een Italiaanse vertaling daarvan, maar die is gebrekking. Renato verklaarde zich bereid om vanuit de Nederlandse tekst de Italiaanse uitgave te herzien.

Al deze ex-priesters waren heel dankbaar voor de hulp die wij hen door middel van onze abonnees hebben gegeven.

Terwijl ik dit verslag beëindig, zit ik reeds enige tijd in het vliegtuig. In het vliegtuig is een bronzen plaat aangebracht waarop te lezen staat in het Engels en Italiaans: „In dit toestel vloog Zijne Heiligheid Paus Paulus VI naar de Verenigde Naties om daar op te roepen tot vrede en broederschap". Zoals u weet, was dat vliegtuig geheel ingericht voor de paus. Zie de foto. Tegen zulke concurrentie moet de KLM het wel verliezen!?

We vertrokken om half zes uit Rome en vlogen naar het oosten, dus van de zon weg. Snel daalde de avond en nu zie ik beneden mij vaag enkele wolken. En daar ver boven, maar ook hier dichtbij, woont de Here die het heelal overziet. Wat is het heerlijk je in Zijn hand te weten, Zijn liefde en genade te mogen kennen.

Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Waarachtigheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's