DE DUIF, HET BEELD VAN Jezus' Bruid
Gelijk een tortelduif in 't woud,
die zijn geliefde heeft verloren,
in eenzaamheid op 't dorre hout
zijn Loon van treurigheid laat horen,
zo zwerft de ziel als vreemdeling
en acht en tracht naar haar Beminde,
Die haar in Adams val ontging,
of zij 't verloor'ne weer mocht vinden
Al loert de adelaar in 't woud,
belust om duivevlees te kluiven,
zo gij u aan de Liefste houdt,
Hij zal uw veertjes niet verstuiven.
Een Wachter heeft u in het oog.
Zijn liefde zal u wel bewaren,
of 't scheen dat gij maar eenzaam vloog
in 't wilde woud van veel gevaren.
De Wachter Isrels sluimert niet.
Zijn liefdeoog zal op ons waken,
tot wij, ontvlogen al 't verdriet,
in 't over heilig veilig raken.
Om dan weer Zijn vriendin te zijn
en speelgenoot gelijk te voren,
eer wij, door 't eigenwillig mijn,
die Schone Bruidegom verloren.
O, tortelduifje, houdt maar aan,
gij zult nog uw Geliefde vinden.
Hij zoekt u ook als Zijn beminde.
Hoe zoudt gij dan elkaar ontgaan?
Uit: „Gedichten van Jan Luyken", uitg. Smytegeltfonds.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1965
In de Rechte Straat | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1965
In de Rechte Straat | 48 Pagina's