Maria in de Bijbel

Er hangt bij mij thuis een ouderwetse regulatur, zo'n gezellige klok met een lange slinger. Deze slinger heeft, als de klok loopt, een bepaalde eigenschap, ze hangt nooit precies in 't midden, maar slaat door óf naar links of naar rechts. Is dat ook niet het beeld van velen ten opzichte van Maria? Aan de ene zijde de rooms-katholieken bij wie de slinger met een vervaarlijke zwaai, die het ganse uurwerk dreigt te ontwrichten, doorslaat naar links. Een Mariaverering, die het punt van Mariavergoding dreigend begint te naderen. Aan de andere zijde de protestant, die als reactie op de roomse houding, Maria bijna geen plaats meer geeft in zijn gedachten. De angst voor ieder spoor van „roomse supertitie" heeft de slinger van de klok naar uiterst rechts doen doorslaan. En met een variant op Lucas 2:7 zou men ten opzichte van de houding van sommige protestanten ten opzichte van Maria kunnen zeggen: „Voor haar is er weer geen plaats in de herberg".

WAT LEERT DAN DE SCHRIFT OVER MARIA?

Uit Maria is Jezus geboren — Matth. 1:16; 13:55 Luc. 2:6,7

De verwekking van Jezus in Maria was werk van de Heilige Geest — Matth. 1:18,20

Maria was maagd toen de Heilige Geest over haar kwam — Luc. 1:27

over een maagdschap van Maria „tijdens en na de geboorte van Jezus" zwijgt de H. Schrift geheel. Niet Maria werkt, maar GOD — Luc. 1:30

Maria erkent het te kort schieten van haar menselijk

verstand om de boodschap Gods te begrijpen — Luc. 1:34

Maria aanvaarde Gods besluit — Luc. 1:28

(Het griekse gr ondwoor d „doul è" bet ekent niet alleen ons westerse „di enst maagd", maar ook „slavin") God vroeg niet de toestemming van Maria (rooms), maar Maria boog onder het raadsbesluit Gods.

Maria geloofde wat God haar liet aankondigen. — Luc. 1:39

Maria erkent zelf, dat zij een Heiland nodig heeft — Luc. 1:48

In haar lofzang werpt Maria alle eer op God — Luc. 1:46 vv.

De Schrift leert op de meest besliste manier, dat Maria niét zondeloos is geweest — Rom. 3:23, 24 G Gal. 3:22

Maria móést onder het kruis van Jezus staan — Joh. 19:25

De geestelijke zin van dit woord is, dat ook Maria niet anders gered kon worden, dan door onder het bloed van Jezus Christus te komen! Vanaf het ogenblik dat Jezus vervuld was met de Heilige Geest, lezen we nergens meer in de Schrift,

dat Hij Maria aanspreekt met „moeder" — Joh. 2:4; 19:27

De laatste maal dat Maria in de Schrift genoemd wordt, is in de samenkomst der discipelen voor het Pinksterfeest — Hand. 1:1 4

Bij het gebeuren op het Pinksterfeest wordt Maria niet meer vermeld. Zij is dan reeds definitief uit de Schrift verdwenen!

Als de mensen (en met name de roomse kerk) Maria later toch terug gehaald hebben, zijn zij daarmee dwars tegen het werk van de Heilige Geest ingegaan.

Vught

HET GEBED is steeds het geheim geweest van elke beweging, die grote kracht heeft ontplooid in Gods Koninkrijk tot eer van Zijn naam en tot redding van zielen. Daarom vragen wij dringend de steun van uw gebed!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen