IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VERVOLGING IN SPANJE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERVOLGING IN SPANJE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Natuurlijk is dat helemaal niet waar, dat de protestanten in Spanje en Columbia vervolgd worden, aldus de rooms-katholieke priesters. Daarom publiceren we hieronder de vertaling van een schrijven van het ministerie van justitie in Spanje aan een protestantse jongen en meisje, die wilden trouwen. Neen, schrijft het ministerie van justitie, want....de bisschop heeft afwijzend geantwoord. De reden is n.l. dat deze jonge mensen vroeger rooms-katholiek zijn geweest en op latere leeftijd tot bekering zijn gekomen en overgegaan naar het protestantisme.

In Spanje gelden de rooms-katholieke wetten van de Codex Juris Canonici ook voor de burgerlijke rechter. En volgens het rooms-katholieke huwelijksrecht kan een katholiek, die later protestant werd, niet geldig trouwen tenzij voor de pastoor en twee getuigen. Het spreekt vanzelf, dat een protestant dit in geweten niet kan doen, want dan erkent hij daardoor de aanspraken van Rome, alsook de leer, dat het huwelijk een sacrament is.

Paus Pius XII heeft deze rooms-katholieke huwelijkswetgeving nog wat strenger gemaakt. Vroeger konden geldig trouwen zonder voor de pastoor te verschijnen: „kinderen van niet-katholieke ouders, die wel katholiek gedoopt zijn, maar van kindsbeen af in ketterij, scheuring, heidendom of buiten elke godsdienst zijn opgegroeid, wanneer zij trouwen met een niet katholiek" (c. 1099 amp; 2). Vanaf 1 jan. 1949 is de uitzondering vervallen voor bovengenoemde kinderen van niet-katholieke ouders krachtens Motu-Proprio van Pius XII van 1 aug. 1948 en zijn dus gehouden tot de rooms-katholiek kerkelijke rechtsvorm. (Zie „Het Kerkelijk Recht" Dr P. van Groessen, Tweede druk, 1958. uitg. J.J. Romen en Zonen, Roermond, p. 607).

De gevolgen hiervan kunnen zeer pijnlijk zijn. Wanneer b.v. een r.k. echtpaar protestant is geworden, dan kunnen de grootouders van de kinderen uit dit protestants geworden echtpaar stiekum onder twee getuigen deze kinderen lopen en dan kunnen ook deze kinderen later in Spanje geen geldig huwelijk meer sluiten, tenzij voor de pastoor. Dat is een bepaling van paus Pius XII, die bij zijn overlijden zozeer bewierookt is als de „paus van de vrede".

Hier volgt dan de brief van het ministerie van justitie van Spanje. Voor de veiligheid van de betrokken personen hebben wij alle namen weggelaten.

HOOFDDIRECTIE DER REGISTERS EN VAN HET NOTARIAAT MINISTERIE VAN JUSTITIE

Betreft de zaak van het burgelijk huwelijk, die op verzoek van de heer....en mejuffrouw......is aanhangig gemaakt door de plaatselijke rechter en ambtenaar van de burgerlijke stand te......welk dossier ter behandeling van het door belanghebbenden, beiden lidmaat van de Evangelische Kerk, aangetekende appèl tegen het vonnis, waarbij afwijzend beschikt werd, naar deze Hoofddirectie is doorgezonden. Gelet op art. 42, 97 en 98 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede op het decreet van 26 oktober 1956 betreffende het Reglement op de Burgerlijke Stand van 1870 en op de instructie van 2 april j.l.

Voorts overwegende:

1e — Dat door partijen om toestemming is gevraagd tot het sluiten van een burgerlijk huwelijk, op grond van de verklaring dat de Rooms-Katholieke godsdienst door hen niet wordt beleden, gestaafd door de algemene stukken, overgelegd ten bewijze van niet-uitoefening der Rooms-Katholieke godsdienst: een ten overstaan van afgelegde plechtige verklaringen, met aanbieding dezelfde ten overstaan van de rechter te willen bekrachtigen; een door de predikant der Evangelische Kerk, waarvan bruidegom en bruid lidmaat zijn. verstrekte schriftelijke verklaring ten bewijze dat belanghebbenden belijdende leden „dezer Evangelische Kerk" zijn, met aanbieding van een di enovereenkomstig getuigenbewijs. Na mededeling te hebben gedaan aan Zijne Hoogwaardige Excellentie de Bisschop van......,is een afwijzend antwoord ontvangen in zake deze huwelijksvoltrekking, getekend door de Vicaris-Generaal.

2e — Dat na kennisgeving van het door de rechter-ambtenaar van de burgerlijke stand genomen besluit, de huwelijksvoltrekking te weigeren, belanghebbenden in hoger beroep zijn gegaan ter rechtbank van eerste instantie, teneinde deze een beslissing te doen nemen in de onderhavige zaak, in overeenkomst met de van kracht zijnde huwelijkswetgeving, door een rechterlijke uitspraak waarvan de tenuitvoerlegging een overleg met deze Hoofddirectie impliceerde.

3e — Dat de geopperde vraag verband houdt met de interpretatie van art. 42 van het Burgerlijk Wetboek, in de onderstelling waarop art. 41, lid 2 van het Reglement op de Burgerlijke Stand, gewijzigd bij Decreet d.d. 26 oktober 1956, bet rekki ng heeft en dat ter interpretatie van de daarin vervatte bepalingen door deze Hoofddirectie een. instructie is uitgevaardigd d.d. 2 april j.l., die ten aanzien van bovenbedoelde kwestie als volgt luidt: „Dat indien vaststaat dat een huwelijkscandidaat in de Rooms-Katholieke Kerk is gedoopt, of bekeerling is, genoegzame en deugdelijke bewijzen van hem moeten gevraagd, om aan te tonen dat hij volkomen en grondig losstaat van de dogmatische grondbeginselen van het Rooms-Katholicisme en waaruit zijn afvalligheid duidelijk moet blijken."

4e — Dat in bet onderhavig geval aan de, in bovenstaande voorzorgsmaatregelen vervatte, eisen blijkbaar niet wordt vol daan.

KRACHTENS WELKE deze Hoofddirectie tot de conclusie komt, dat in het onderhavige geval het niet-katholiek-zijn van de aanvragers niet voloende blijkt en derhalve besluit, dat er blijkens art. 41 van het Reglement op de Burgerlijke Stand, gewijzigd bij Decreet van 26 oktober 1956, een wettelijke belemmering bestaat en art. 98 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is.

God spare U nog vele jaren.

Madrid, datum als hierboven.

De directeur-Generaal.

Hieronder volgt nog een brief uit Spanje, welke typerend is voor de toestand aldaar:

Aan C. Neeser te 's-Gravenhage,

Ik hoop dat U bij ontvangst van dit schrijven de rijke en overvloedige zegeningen zult genieten, die de Here Zijn dienstknecht schenkt.

Schrijver dezes is een jonge student die U om een gunst komt vragen, waar mijn hele toekomst van afhankelijk zou kunnen zijn.

Ik ben in een positief prot.-christelijk gezin grootgebracht; ik heb een goede godsdienstige en algemene opvoeding genoten. Thans ben ik zesdejaars student in piano en sociologie.

Hier in Spanje is de inquisitoriale geest nog steeds overheersend en in de academie waar ik in opleiding was, werd ik gedwongen om de liturgische ceremoniën van de roomse kerk bij te wonen, hetgeen ik vanzelfsprekend zonder meer geweigerd heb. De kapelaan van de academie had er niets van gezegd en gedroeg zich heel vriendelijk tegenover mij; er werd echter een proces-verbaal tegen mij opgemaakt waar door mij het recht ontnomen werd. in mijn vaderland verderte studeren. Dat is de houdng van de roomse geestelijkheid: vriendelijk in je gezicht, maar de messteek krijg je van achteren.

Ik zit met een vrij moeilijk probleem; ik bid de Here, of Hij mij een weg banen wil. Maar het verdriet maakt zich van mijn hart meester. Want altijd heb ik van intellectuele dingen gehouden en heb er hoge verwachtingen van gekoesterd, maar nu wordt ik op zo'n gemene wijze van alles beroofd.

Nu wilde ik U vragen, voor mij uit te willen kijken of er in uw land misschien een instelling is, door wier bemiddeling ik naar Holland zou kunnen komen. Ik zou in staat zijn om muziek-en Spaanse lessen enz. te geven en geloof op deze wijze voldoende te verdienen om te kunnen eten en mijn studie te betalen.

Altijd heb ik er voor gevoeld, medicus en theoloogie worden. Wat de theologie betreft, beschik ik reeds over ruime kennis in studievakken als dogmatiek, hermeneutiek, kerkgeschiedenis, patristiek enz.

Nu geloof ik mijn geval duidelijk genoeg te hebben uitgelegd. Wilt U veel voor mij bidden, opdat wij een goede oplossing zullen vinden.

Enkele dagen geleden ontmoette ik één van mijn vroegere professoren, die me zei dat hij het heel verdrietig had gevonden, dat men mij op deze wijze uit de academie had uitgestoten. Want men ontkent het recht van de enkeling om God naar zijn eigen geweten te aanbidden.

In afwachting van Uw bericht en U bij voorbaat dankend, verblijfik gaarne Uw toegenegen in Jezus Christus,

P.S.: Wilt U s.v.p. aan bovenvermeld adres schrijven en Uw antwoord niet aan mij persoonlijk adresseren, want het is mogelijk dat de brieven op het postkantoor onderschept worden. Dank U!

Vertaald door: C. Neeser.

27 april 1959

Naschrift van H. J. Hegger

Deze brief heb ik voorgelezen voor de Calvinistische Studentenvereniging aan deV.U., waar ik een lezing heb gehouden.

Deze studenten stellen nu alles in het werk om deze Spaanse vriend te helpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

VERVOLGING IN SPANJE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's