Waarom werd ik predikant?

Toen ik mijn derde standplaats kreeg in de stad G„ nam ik hevig ergernis, reeds de eerste zondag, aan een preek van de pastoor. Zijne Eerw. bracht in een preek naar voren, dat de katholieken niet zo veel met de Protestanten moesten omgaan. Hij had nog al eens door zijn parochi anen horen zeggen, dat de Protestanten toch even goed waren als de Rooms-Katholieken „Als dat waar is”, zo ging de pastoor voort, „dan is het hier in G. inderdaad treurig gesteld met de Rooms-katholieken, want wij bezitten toch veel meer genademiddelen dan zij!”…. Voor de moeilijkheid: „veel genademi ddel en tot beoefening van de deugden enerzijds en anderzijds weinig of althans niet goede werken” vond ik deze oplossing: „De Rooms- katholieken moeten meer met de genade Gods medewer ken”. Van deze gedachte waren mijn preken doortrokken. Tenslotte, toen ik in heel de Rooms-katholieke wereld, voor zover mij bekend, genoeg gezien had van het leven der geestelijken of a.s. geestelijken in kloosters, seminarie's en pastorieën, van het leven der leken in huiselijk of verenigingsverband, van toestanden in allerlei kerkelij ke instellingen in vel e l anden en in vel e tij dvakken van de geschi edeni s, toen ik zeker wist. dat de R. K. Kerk niet meer of beter was dan een andere Kerk. durf de ik voor mij zelf de stelling aan: De R. K Kerk is historisch gezien wel de door Christus gesti chte Kerk, maar is niet in ideëel zin de ware Kerk.

Na enige jaren werd ik uit de stad G. verwijderd, omdat ik ten dage der liturgische woelingen aldaar oproerig was geweest. Ik werd op half-actief gezet in het dorp W. Daar trok ik de konsekwentie's uit mijn stelling. De idee van Christus en de verwerkeling daarvan zijn belangrijker dan het huldigen van een historische instelling. Ik gevoel mij geroepen tot geestelijke arbeid. Ik geloof niet, dat ik mij daarin vergis. In de R. K. Kerk gehikt mij die arbeid niet. Zij is enkel historisch gezien de ware Kerk van Christus, maar ideëel gezien allerminst. Zij is heus niet beter dan andere Kerken, in vele opzichten minder, verkondigt dikwijls onjuistheden en onwaarheden, verwerkelijkt niet op behoorlijke wijze de idee van Christus, openbaart niet het wezen van het Christendom. Omdat ik deze dingen durf te zeggen, kan ik in de R. K. Kerk mijn ambt niet langer vervullen. Mag ik dan niet overgaan naar een andere Kerk, die in ideële zin meer de ware Kerk is? Dat is toch geen zonde tegen God? (Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen