IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HOLLANDSE OVERPEINZINGEN IN VLAANDEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOLLANDSE OVERPEINZINGEN IN VLAANDEREN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vlaanderen en Holland, waar blijft de tijd dat deze gebieden bijeen hoorden? Als predikant, afkomstig uit Nederland, ben ik mij sinds mijn verblijf in Vlaanderen pijnlijk bewust geworden van de scheiding der Nederlands sprekende volkeren.

Holland en Vlaanderen. Luther noemde ze in de 16e eeuw in een adem. Vlaanderen, wat hebben wij als Hollanders er niet aan te danken. Allereerst ons volkslied, door Marnix van St. Aldegonde, rechterhand van Willem van Oranje, burgemeester van Antwerpen, en aanvankelijk medewerker aan de ons bekende Statenvertaling.

Petrus Daúienus, geboren te leper, wiens invloeden elke zondag in zoveel Calvinistische Godshuizen te bespeuren zijn (Psalmen van Datheen).

Vlaanderen, waar Willem van Oranje een paleis had te Brussel, en samen met zijn vriend graaf van Egmond (afkomstig uit Egmond in N. Holland) en de Graaf Hoorne, de politieke ontwikkeling ten gunste van het 'protestantisme' deden keren. Vlaanderen, hoe geschokt waart gij, toen de beide graven 'Egmond' en 'Hoorne' op de grote markt door executie ten onder gingen. Hoe maakte gij u op, om de tyranny te verdrijven, die mij mijn hert doorwondt.

Gent (gij schone stede) met uw beroemde kasteel 't 'Gravensteen', waar onze Calvinistische voorvaderen werden vastgehouden, totdat zij de brandstapel opgingen. Oudenaarde, waar de Geuzen de beroemde Walburga-kerk in bezit namen en de predikanten hun predikatie hielden. Moet ik nog meer noemen? St. Maria-Horebeke, hoe zijt gij, nu steeds kleiner wordend door uitsterving en opkomende industrialisatie, het levend symbool van de Geuzen, die er als nazaten der Geuzen elke zondag uw psalmen blijft zingen, en door de eeuwen trouw bleef aan de boodschap der hervorming.

Vlaanderen, waarvan Guido Gezelle de geestdriftige tekst maakte, naar aanleiding van de 'Guldensporenslag':

Het Vlaamsch heer staat immer pal

daar 't winnen of daar 't sterven zal:

alhier, aldaar, aan lange lansen,

de leeuwen dansen.

Moet ik u meer verhalen? De tijd zou mij ontbreken. Antwerpen is reeds een boek waard. Belangrijker dan het verleden, hoe roemrijk ook, is de Heere God, die ons in de zestiende eeuw in Vlaanderen en Holland een enclave schonk, een oase, om levend uit het geheim der verkiezing, en de rechtvaardiging uit het geloof, een eigen vorm te scheppen, waar liturgie en Bijbel, Psalm en geloofsbelijdenis, eeuwen onze geest konden vormen, onder de bedauwende bearbeiding van de Heilige Geest.

Liggend tussen Aalst en Ninove ligt een klein dorpje, aan de rivier de Leie. Ze noemen dit dorpje 'Denderleeuw', de slaapstede van Brussel. De rivier de Leie (in de volksmond de Lieë) kronkelt al slingerend door het Vlaamse land. Schoon kronkelt zij daar, van Geraardsbergen langs Ninove richting Denderleeuw. Vroeger kwamen er de trekschuiten, waarvan het hazepad een stille getuige is.

Denderleeuw kende reeds haar 'martelaren'. Een zekere Jan van Teralfene werd aangehouden op het kerkhof van Denderleeuw, omdat hij al lezend van het beeldenverbod in de tien geboden, de beelden der heiligen stuksloeg. De brandstapel werd zijn gelijkvormigheid met Christus. In onze eeuw ontfermde de Heere onze God zich over ons dorp. Een Vlaamse priester, Ds. Louwers (zijn naam houden wij hier in ere) kwam tot bekering. Hij werd predikant in dienst van de Gereformeerde kerk. Als rasechte Vlaming verstond hij zijn 'volkje'. Spoedig ontstond er een kern van mensen. Door de jaren groeide er een 'Gemeente'. Een eigen kerkje met pijporgel en klokketoren, roept elke zondag de slapenden op, om naar het huis des Heeren te gaan.

Het zonlicht beschijnt de ruimte der aanbidding. De Heere God begroet ons met het morgenrood, en verder troont Hij op de gezangen van de Denderleeuwers.

Het 'introïtus' wordt ingezet. Breek aarde uit in jubelzangen, Gods glorierijke naam ter eer. Dan het Votum en Groet. De tien geboden worden gelezen, naar aloude Calvinistische gewoonte. Plichten jegens God en mensen. Ik ben de Heere uw God.

De vijandschap der katholieken is minder zichtbaar. De rooms-katholieken zijn momenteel zeer tolerant en uiterst vrijzinnig. Onder de vernislaag van een glimlach, gaat toch de droom schuil naar een wereld, die onder de hoede van de paus zich opmaakt tot een laatste, misschien allerlaatste krachtsontplooiing. Afvallige protestanten, die meer leven van hun eigen humaniteit, dan van het algenoegzaam offer van Christus, zullen zich wel met mohammedanen en boeddhisten inzetten voor het rijk van de aardse vrede, met als hoofd de paus. Is dit de komende 'Antichrist', die Christus en Zijn algenoegzaam offer met de offers van de ramadan, de heilige plichten en bedevaarten naar Lourdes probeert aan te vullen? Maar hoe kan dit dan? Rome en de Reformatie hebben toch ook het 'apostolicum'? Zij lezen toch ook in de 'Heilige Schriften': 'Er is geen andere Naam in hemel en op aarde dan de Naam van Jezus Christus, waardoor wij moeten zalig worden?'. Is het dan verborgen zelfzucht? Zeker is dit het geval, want het is de zelfzucht van de 'oude slang', die de mensheid zoekt te verleiden tot zelfaanbidding en tot Godgelijkheid. Worden de eenvoudigen hierdoor niet bedrogen? Wij zouden dit op het eerste gezicht zeggen. Maar wij hebben de grote OPPER-HERDER, Die ons zal leiden dwars door de verdrukkingen van de komende tijden heen. Ook Hij weet de eenvoudigen te bewaren. Zingen wij niet: d' eenvoudigen zal Hij steeds gadeslaan?

God zal er voor zorgen, dat de eenvoudigen ondanks veel christelijke klanken in de kerken van de 'Antichrist', bewaard zullen blijven voor afval.

Boven het kerkje van Sint Maria-Horebeke staan de woorden: 'Vreest niet gij klein kuddeke'. Want de Heere zal uitkomst geven. Geen aardse macht der 'Anti-Christ' begeren wij, die gaat welras verloren, ons staat een sterke HELD terzij, die God ons heeft verkoren. Vraagt gij ZIJN NAAM zo weet, dat HIJ de CHRISTUS heet, GODS EENGEBOREN ZOON, VERWINNAAR OP DE TROON. Geen mens is ZIJNS GELIJKE.

De klokken in Denderleeuw blijven de Vlaamse mens nodigen. In de loop der jaren hebben wij als christenen, komend uit de reformatie, ook iets meer naar 'Luther' proberen te luisteren. Luther had het soms moeilijk met de gedachte, dat de kerk een louter bevindelijke of innerlijke zaak was. Het oorspronkelijk protestantisme had weinig moeite met de kerk als instituut als zodanig, en met heilige gebruiken en gewoonten, indien ze dienstig waren aan de verkondiging van het 'Evangelie'. De eeuw der 'verlichting' heeft ook hier bij ons protestanten danig huisgehouden. Dat de roomse kerk afgoderij pleegde met voorwerpen, symbolen en mensen, zal ons een waarschuwing dienen te zijn. Toch kan men ook afgoderij plegen, door alleen maar zichzelf tot maat aller dingen te maken. De rechtvaardiging door het geloof moet in dienst van de kerk komen te staan, maar mag nimmer tot individualistische navelstaarderij leiden. Dan komen wij in het andere uiterste terecht. Lutiier zag dit. Wij in Denderleeuw proberen het persoonlijke en kerkelijke met elkaar te verbinden. De Geest van de kerk (de Heilige Geest) staat niet tegenover de Heilige Geest van het instituut en de ambten. Al deze dingen behoren bij de gaven der drie-enige God. Bevinding, als genadegave van de drie-enige God, wil naar oud protestants gebruik, altijd gebruik maken van genademiddelen, en is zonder DIE NIET. De gave van de Heilige Geest komt niet als een baksteen van boven zo maar op ons vallen. De gave van de Geest, hoe wonderbaar diep ook, en hoe verrassend zij ook mag zijn, en zij is dit ook, behoeven wij nimmer los te maken van het middel der kerk, en haar prediking, avondmaal, catechese en heilige gebruiken. Bovendien ervaart de 'Vlaamse' mens de kerk als ruimte van Godsontmoeting anders dan wij Nederlanders. Ook om deze reden dacht ik als Hollander de Vlaming te moeten respekteren.

Vragen rondom infra- en supra-lapsarisme laten de 'Vlaming' koud. Vrije wil of verkiezing, hij is er minder dogmatisch mee bezig dan de Hollander. Hij zingt liever vanuit de verkiezing, ook al weet hij, dat er genade voor nodig is, om genade te aanvaarden. Remonstranten en artikel 31 kennen ze hier niet, behalve een import gemeente misschien. Zij houden het liever bij Psalm 32: 'Welzalig Hij wiens zonden zijn vergeven'. God is niet zo moeilijk als sommige 'Ollanders' denken. Hij is wel ondoorgrondelijk, maar ook dikwijls eenvoudig (Noordmans).

In Vlaanderen doen we zoals Kohlbrugge. Hij wilde graag zijn vrienden iets dichter bij God brengen. Ze moesten niet zo ronddolen in de dogmatiek. Onlangs zei een Duits Luthers predikant uit het voormalige Oost-Duitsland: 'wij protestanten hebben nooit helemaal het rationalisme overwonnen'. Zei Martin Luther dit ook niet, die over het verstand als die 'Hure Vernunft' sprak, die de dwaasheid van het Kruis van zijn aanstotelijkheid wil ontdoen, en er weer een keurige boodschap van wil maken, inzichtelijk voor fijnbesnaarde dogmatische geesten? Waar blijft dan de ergernis van het Kruis?

Uit het raam van mijn pastorie kijkend, zie ik het Vlaamse land. Rustig voel ik mij hier als Hollander. Wat hebben wij veel ook aan Vlaanderen te danken. Beseffen wij dit als Nederlanders wel? Willen wij dan ook bidden dat de Heere ons tot offervaardigheid wil bekeren. Dat het mammonisme en de geldgierigheid van ons hart wordt afgebroken. Als Hollanders bevaren wij de zee. Wij zijn gewiekste handelslui. Wij hebben ons wereldberoemd gemaakt door ons 'delta-plan'. Ingenieurs uit andere landen komen bij ons water- en bruggebouw studeren. In het maken van onderzeeboten zijn wij inmiddels experts, zelfs zo dat Israëli's en Indonesiërs, ons goedje graag willen kopen. Maar wat is hier blijvend? Alles hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit LIEFDE tot Jezus, dat heeft zijn waarde, en zal blijven bestaan. Mag ik als Hollander u als landgenoot vragen, in kleine munt aan mijn en onze Vlaamse broeder terug te geven, wat God ons via Vlaanderen in grote munt uitbetaalde. Te denken valt hier aan de gouden eeuw, de statenvertaling, uw psalmboek, het stuk Vlaamse kuituur, en het zaad der Vlaamse en Hollandse martelaren, dat het fundament werd, bouwend op Christus, van onze Nederlandse kerk.

Terugkerend tot mijn Vlaamse pastorie, zie ik vanuit mijn raam naar de prachtige bomen. Hoog staan zij daar, en fier. Hun armen als het ware biddend naar de God des hemels gericht. Zij bidden als het ware om vochtigheid in deze droge dagen. Zij gelijken op de Vlaamse ziel, die gebukt onder een onkundig makend rooms-katholicisme, hunkert naar een woord van 'Vrede met God'. Vrede met God, door het diepe, ontzaglijke offer van Christus aangebracht. Vrede door het BLOED DES KRUISES. Welke mensentong vermag ooit deze 'MAN VAN SMARTEN', het Lam Gods, naar waarheid te prijzen?

Wij hebben er een eeuwigheid voor nodig om HFM vol aanbidding toe te zingen: 'Gij alleen zijt waardig, om te ontvangen, de LOF, de DANK en de AANBIDDING.'

En zachtjes begint het ook in mijn ziel te zingen: 'God heb ik lief, want die getrouwe Heer, hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen. Hij neigt ZIJN oor, 'k roep tot Hem al mijn dagen. Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HOLLANDSE OVERPEINZINGEN IN VLAANDEREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's