IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

OPVOEDING 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING 5

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben vrienden, die fanatieke aanhangers zijn van een 'vrije' opvoeding. Ze bedoelen daarmee dat ze hun kinderen nooit moeten straffen. Die kinderen mogen alles doen.

Ik weet niet hoe u daarover denkt, maar ik kan dat niet anders zien dan als een zeer schadelijke verwenning.

Laatst hadden we ze weer eens op bezoek. Hun kinderen ravotten en deden maar in ons huis waar ze zin in hadden. Ze vielen ons elk moment in de rede en jengelden, schreeuwden en stampten met de voeten, als we niet meteen alle aandacht wilden schenken aan hunne majesteiten.

Ik kon het tenslotte niet meer aanzien. Hoe kan ik hen toestaan wat ik onze eigen kinderen verbied? Dan weten ook zij niet meer waar ze aan toe zijn. En we menen dat we baas zijn in eigen huis en dat bezoekers niet het recht hebben ons een andere gedragslijn voor onze kinderen op te dringen.

Ik ben toen flink tegen ze opgetreden en heb hen duidelijk gezegd dat deze wildebrasserij in ons huis afgelopen moet zijn.

Helaas heeft dat enige verwijdering gegeven. Onze vrienden namen het ons kwalijk.

Maar ik kón niet anders. Ze zetten mij voor het blok. Ik moest kiezen tussen de manier van opvoeding, die wij gekozen hebben, en de hunne.

Graag wilden we weten: Hoe denkt u daarover? Mag je kinderen zo verwennen? Is verwennerij goed of slecht voor een kind?

Antwoord

Ik ben het helemaal met u eens: verwennerij is zeer schadelijk voor kinderen. Redenen:

1. Je denkt dan lief te zijn voor je kinderen, maar in wezen ben je dan heel hard voor hen.

Je laadt dan op een kind de volle verantwoordelijkheid. Het kind moet dan telkens zelf beslissen wat het doen zal. Het mist dan de vriendelijke, maar tevens sterke hand die hem leidt.

In feite laat je dan het kind aan zijn eigen lot over. Dat is geen liefde, dat is wreedheid, ook al is men zich daar totaal niet van bewust.

Verwende kinderen worden daarom vaak nerveus. Ondanks al hun branie voelen ze zich innerlijk erg onzeker.

2. Een kind moet voorbereid worden op een leven zonder de ouders. Het gezin moet een vooroefening zijn voor het leven in de maatschappij.

In de maatschappij wordt niemand verwend. Daar gaat het vaak hard tegen hard. Met name ook op school. Verwende kinderen worden weggepest, uitgestoten.

Hoe moet een kind dat verwerken? Thuis vlogen de ouders voor hem. Alle moeilijkheden werden voor hem uit de weg geruimd. Als hij een beetje pruilde, kreeg hij altijd zijn zin. Maar op school nemen ze dat niet. Als hij daar gaat pruilen, is er eer kans dat ze hem een stevige aframmeling geven.

En in elk geval, iemand die thuis eraan gewend is dat hij steeds in het middelpunt staat, moet reeds op school tot de ontdekking komen dat het daar heel anders toegaat dan thuis. Daar word je pas gewaardeerd, als je jezelf geeft, als je prettig meedoet met de anderen, als je de bal ook de anderen toespeelt en niet de bal altijd maar voor jezelf wilt houden.

Misschien zal iemand vragen: Maar hoe moet dat dan, wanneer een kind dwars is?

Je moet onderscheid maken. Kleine kinderen, een peuter of kleuter, verstaan vaak de taal van de volwassenen niet. Ze verstaan wel de lichamelijke taal. Ze weten wat het betekent, als ze uit het gezelschap worden weggestuurd, bv. de gang op.

En als ze daar ook nog herrie schoppen en krijsen, stuur ze dan maar naar een plaats in het huis, waar niemand ze kan horen en waar ze dus de anderen niet kunnen tiranniseren met hun lawaai en gegil.

En als ook dat niet kan of niet helpt, is er in het uiterste geval ook nog de mogelijkheid van een pak voor de broek. Dat kan heel gezond zijn en die taal verstaan ze heel goed. Dan weten ze dat het nu beslist is afgelopen en dat het dus maar beter is zich te schikken naar de ouders.

Maar als de kinderen ouder worden, moet je geen lichamelijke kastijding meer toepassen. Dan verbitter je hen (Ef. 6:4). Dan wek je gemakkelijk de indruk datje gebruik maakt van Tiet recht van de sterkste'en datje vanwege je gezagspositie van God de toestemming krijgt om je geprikkeldheid en je driftbuien op hen bot te vieren.

Met de oudere kinderen moet je steeds meer praten, vooral ook alles uitpraten, heel rustig, maar ook heel beslist. Ze hebben daar recht op.

Laat dus als ouders steeds en duidelijk je geloofsovertuiging zien, zonder die aan hen dwingend op te leggen. Dat is voor de opgroeiende kinderen een vast uitgangspunt. Ouders die als weerhanen met alle winden meedraaien, maken ook de kinderen onzeker.

Ze moeten aan ons kunnen zien dat wijzelf leven vanuit bepaalde voor ons onaantastbare (geloofs)zekerheden. Wanneer ze volwassen zijn, kunnen en moeten ze onze zekerheden zelf aan een onderzoek onderwerpen. Als ze iets klakkeloos van ons overnemen, heeft dat geen waarde.

Maar bij hun onderzoekingen hebben ze dan tenminste een duidelijk uitgangspunt. Ze weten in elk geval hoe de ouders erover dachten. Vandaaruit kunnen ze dan trachten om zich een eigen overtuiging op te bouwen.

We weten dat het geloof geen erfgoed is, datje aan je kinderen bv. bij testament zou kunnen overdragen. Geloof is een gave Gods en een opgave voor elk mens afzonderlijk.

Maar dat neemt niet weg dat wij allen geroepen zijn om tegenover anderen te getuigen van ons geloof, dus zeker tegenover onze eigen kinderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

OPVOEDING 5

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

In de Rechte Straat | 32 Pagina's