IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Opdracht tot neerslachtigheid??

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opdracht tot neerslachtigheid??

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorig nummer stond een artikel van de hand van ds. Hegger, naar aanleiding van het boekje "Hulpeloos maar schuldig, het verband tussen een gereformeerde paradox en depressie". Daarin klonk wel zijn waardering door, maar geen kritiek. Dit bevreemdde mij zeer. Daarom nu dit artikel, dat in overleg met ds. Hegger werd geschreven.

Mevrouw Aleid Schilder heeft in haar boekje getracht aan te wijzen, op welke wijze de gereformeerde leer misbruikt kan worden, of door predikers, of door luisteraars, zodat er psychische problemen optreden.

Daarin signaleert zij bij de kerk, waarvan ze afstand heeft gedaan, maar wel werd opgevoed, nl. de Vrijgemaakt Gereformeerde kerk, vele misstanden. Wie het kerkelijke leven in onze gereformeerde gezindte kent en ook thuis is in zijn hart en daarbij de listen van satan kent, zal het haar graag gewonnen geven, dat er vele ontsporingen en gevaren zijn. Dit neemt niet weg, dat ik toch principieel met mevr. Schilder van mening verschil over zowel het probleem, alsook over de oplossing, die zij aanreikt. Het probleem is volgens haar niet alleen het misbruik van de gereformeerde leer, maar zit in die zuivere leer zelf. De leer van bv. de Catechismus is zodanig, dat je er wel depressies aan over móet houden. Dit bestrijd ik absoluut.

Ze zegt in haar boekje, dat de leer van des mensen onvermogen ten goede en geneigdheid ten kwade depressie aankweekt. Zelfs al wordt in één adem de heerlijke leer der verlossing daar bijgevoegd, dan kweekt die verlossing, zoals de Catechismus die uitlegt nog meer depressie, net zoals ook het leerstuk van de dankbare gehoorzaamheid aan Gods wil en Wet, omdat de norm veel te hoog is. Daarom schrijft zij boven de Catechismus "Opdracht tot neerslachtigheid". Want in het stuk der ellende wordt een mens opgeroepen om negatief over zichzelf te denken. Dit geldt ook aangaande de genade. Genade betekent immers, dat de mens er niets van kan verdienen, zodat hij helemaal overgeleverd is aan God. Is er iets goed in je leven, dan is dat alleen van God. En is er iets van jou, dan is dat altijd niet-goed. Daar word je ook depressief van. Ditzelfde geldt van het derde stuk van onze Heidelberger Catechismus, waarin de norm van Gods Wet zó hoog wordt gesteld, dat niemand daaraan kan beantwoorden en dus word je daar ook depressief van.

De oplossing ligt volgens mevr. Schilder in een andere visie op de mens en op de genade / het werk Gods. De mens heeft wel heel veel slechts, maar ook potentialiteit ten goede, door Christus, doorZijn opstanding. Deze potentialiteit is een geneigdheid, mogelijkheid om goed te doen. Er is veel meer kwaad en slecht, dan goed; maar er is toch gelukkig in de mens nog zoveel goed, dat hij niet helemaal hopeloos hoeft te zijn. Hij mag zijn mogelijkheden benutten. En de genadewerking van God is zeker niet iets, dat overmachtig en almachtig in de mens inkomt, maar het is een stuwende kracht, waardoor de mens aan het werk gaat, zodat je kunt zeggen, dat genade een helpende/medewerkende genade is. Mevr. Schilder komt er dan ook openlijk voor uit, dat ze semi-pelagiaan is. Dit betekent, dat ze niet net zoals Pelagius de reinheid van de mens belijdt, maar ook niet net zoals Augustinus de totale zondigheid des mensen aanvaardt, maar dat ze er net tussenin wil gaan zitten, zoals de roomse kerk ook doet, nl. de mens is wel heel slecht, maar gelukkig door de hulp van God is er ook nog iets goed in hem. En met de remonstranten belijdt ze, dat God de eisen van Zijn Wet aanpast aan de mogelijkheden van de mens. Des mensen onvolkomenheden zijn niet erg, maar in de Wet verdisconteerd.

Al met al genoegzame reden om dit boekje af te wijzen. Niet, omdat mevr. Schilder geen ware en goede dingen zou hebben geschreven. Want ze heeft vele goede zaken gezegd. Maar, omdat uiteindelijk in dit boekje een duidelijke weerstand en opstand doorklinkt tegen de leer van des mensen totale verdorvenheid èn tegen de leer van Souvereine genade. Dit kan ik goed begrijpen. Misschien is het bij haar ook te verklaren uit haar achtergrond, omdat ze bij haar kerkgenoten zoveel praat-geloof is tegengekomen, zodat alle bevinding werd uitgeschakeld. Maar dat neemt niet weg, dat onze Belijdenisgeschriften op Gods Woord zijn gegrond, zodat haar aanval op de Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels een directe aanval is op de leer der Godzaligheid in Gods Woord. Daarom kon ik niet anders, dan over het voorgaande artikeltje bellen en mijn bezorgheid te uiten. Haar boekje is immers onwaar en gevaarlijk. Met lof voor het goede, toch een principiële afwijzing.

Onlangs heb ik in het Psychiatrisch ziekenhuis 'Sint Franciscushof te Raalte een lezing van haar gehoord en een schriftelijke 'discussie' met haar gehad, waarin precies dezelfde noties doorklonken, zodat ik de indruk heb, dat ik me in mijn uitleg van haar boekje niet vergis. Naar mijn vaste overtuiging is de leer van de totale verlorenheid en verdorvenheid van de mens nietdepressief-makend. Wat depressief maakt is, wanneer we er niet onder willen buigen, dat we zo zijn. Wie zich verzet tegen deze waarheid wordt depressief of agressief. Maar wie, door Gods Geest overtuigd, zijn doemwaardigheid en hulpeloosheid leert kennen en aanvaarden, kent een troost in zijn vertwijfeling vanuit het wonder der eeuwige liefde, hetwelk hem geopenbaard wordt in het heilig Evangelie.

En dat de verlossing alleen Gods werk is, dat is ook niet depressief-makend, als we maar een liefdes-relatie en vertrouwens-relatie met onze God hebben door geloof, dan is dat juist heerlijk om te weten: Hij doet alles. Ik heb niet, ik wil niet. ik kan niet, ik weet niet, ik deug niet…; daarin verheerlijkt God Zijn werk. Zijn genade, Zijn liefde. En dat de eis der Wet in de dankbaarheid zo hoog ligt wordt duidelijk uitgelegd in antw. 115, waar staat, dat we wel steeds meer onze zondeschuld leren kennen, waaruit diepergaande verootmoediging spreekt, maar ook, dat we de verlossing in Christus steeds meer gaan prijzen, waarderen en begeren.

Al met al, een heerlijke leer, waarin Gods volk met heugelijke verwondering belijdt: Ik niets. Gij al!

Mocht de Heere ook mevr. Schilder doen zien, dat haar negatieve visie op bv. de Catechismus niet terecht is. God wil geen depressieve mensen, maar wel ootmoedige, BLIJDE mensen, die Hem dag aan dag prijzen en loven, eren en danken omdat ze bevrijd zijn van de semi-pelagiaanse, roomse slavendrijver! Omdat ze door Christus zijn vrijgemaakt, niet om op eigen kracht goed hun best te doen en dan te denken: nu vindt God het wel goed. Maar. omdat ze mogen gevóelen, dat het werk van Christus zó volkomen is en nu ook voor hen geldt, dat ze daaruit mogen leven, in heilige rust.

Daarin wordt de zoetste vrede gesmaakt. De Heere lere ons allen buigen onder de drie stukken van onze Catechismus, niet als een leer, maar als een bevindelijke geloofszaak, opdat elke ziel van kramp bevrijd Hem zou danken, in Hem verblijd.

Genemuiden W. Pieters

Overeenkomstig onze gewoonte om wanneer iemand in IRS de opvatting van een ander meent te moeten bestrijden, de betrokkene copie daarvan te doen toekomen, zonden wij deze reaktie naar mevr. Schilder. Zij antwoordde:

Dominee Pieters,

De heer Hegger stuurde mij uw reactie op zijn artikel, met de vraag of ik vind dat u mijn bedoelingen goed weergeeft. Nee, dat doet u niet, maar als ik mijn bedoelingen niet duidelijk genoeg heb kunnen maken in mijn boekje, zult u mij ook door een aanvullende reactie niet 'verstaan', temeer daar u mij in Raalte ook al hebt gehoord. Ik denk dat wij een te verschillende taal spreken. Uw woordgebruik stoot mij af in de dweperigheid ervan - het mijne zal u evenmin bevallen.

Bovendien heerst er tussen ons natuurlijk een fundamenteel verschil aangaande de aard van de mens, en aangaande onze relatie met God.

U deugt niet (p. 30, 14e regel v.o.) en kunt met geen mogelijkheid beseffen hoe goed en sterk en schitterend ik ben.

Overigens bent u wèl groots in wat ik noem de'christelijke'truc: luid roepen hoe slecht en klein men is maar zich daarmee duidelijk verheffend boven semi-pelagiaanse arme gevangenen… ootmoed??

Aleid Schilder

P.S. Dat de lezer bepaalt wat hij leest, illustreert u aan uw opmerking dat ik in de vrijgemaakte kerk misstanden signaleer. Zeker in Raalte benadrukte ik nog eens mijn opmerking (die ik ook al maak in mijn boekje) dat het door mij beschrevene voor alle gereformeerde kerken kan gelden!

ONZE NABESCHOUWING

Het antwoord van mevr. Schilder valt ons tegen. We proeven er een stuk bitterheid uit. We meenden dat zij deze hardheid van christenen tegenover elkaar juist afkeurt in haar boek. Maar nu doet ze daar zelf aan mee. Het gesprek moet wel stokken wanneer een gesprekspartner de ander dweperigheid gaat verwijten. En we betwijfelen of het prettig is om naar iemand te moeten luisteren, die van zichzelf zegt: "U kunt met geen mogelijkheid beseffen hoe goed en sterk en schitterend ik ben", al zijn wij er ons van bewust dat zij met opzet zich zo ongenuanceerd uitdrukt. En toch kan ik persoonlijk haar reaktie ook begrijpen. Het is nog steeds een afreageren van de verwondingen, die zij o.a. ook door de kerkelijke ruzies, die haar gezin verscheurden, heeft opgelopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1988

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Opdracht tot neerslachtigheid??

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1988

In de Rechte Straat | 32 Pagina's