IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

STERVEN…EN OPSTAAN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STERVEN…EN OPSTAAN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar overvalt ons altijd een stukje weemoed. We beseffen dan weer hoe vergankelijk wij zijn. Wij zijn als het gras: in de morgenstond bloeit het, 's avonds verwelkt het en verdort, zo bidt Mozes, de man Gods, in ps.90.

Daarom willen we in dit nummer wat meer aandacht besteden aan onze dood. Eén ding weten we zeker: Wij zullen allen sterven (tenzij de Heere eerder wederkomt) en één ding weten we zeker niet: het tijdstip waarop we sterven zullen.

De brief aan de Hebreeën stelt dat in alle nuchterheid: "Het is de mensen gezet eenmaal te sterven"(9:27). Niemand ontkomt aan de dood.

Voor een gelovige is de lichamelijke dood echter niet iets nieuws. Want wij zijn al één keer gestorven, nl. met Christus (Rom.6:8).

Wij hebben reeds één keer onze dood meegemaakt. Dat gebeurde, toen wij tot geloof in Christus kwamen.

Toen zagen we Hem sterven aan het kruis en wij vereenzelvigden ons helemaal met Zijn dood. We beleden: Hij sterft mijn dood. Die dood van Hem had ik eigenlijk moeten ondergaan. Die dood was het loon, de bezoldiging, het salaris dat de zonde mij uitbetaalde (Rom.6:23).

Ik zag mijzelf sterven aan het kruis. Ik doorleefde dat ik met Christus mee gekruisigd werd. (Gal.2:20).

En tegelijk besefte ik dat ik toen pas echt begon te leven: "Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, (doch) niet meer ik, maar Christus leeft in mij".

Een paar dagen geleden stond ik weer eens bij een vers gedolven graf. Het zand was nog vochtig, al begon het bovenaan een beetje rul te worden. De aarde had haar mond geopend om ook deze dode te ontvangen: "Zij zijn allen uit het stof en zij keren allen weer tot het stof'(Pred.3:20).

Langzaam werd de kist neergelaten in de groeve. Ik dacht: moet hij het niet koud hebben? Zo maar weggestopt te worden in het stille zand, waar hij weldra helemaal doorweekt zal zijn?

Ik keek naar die bruine kluiten. Die zouden straks op de kist geworpen worden. Dan zou moeder-aarde haar mond voorgoed sluiten om deze dode in zich op te nemen.

Ik realiseerde mij toen de heerlijkheid van het geloof dat wij ontvangen hebben. Dat geloof roemt tegen die hoop zand in. Het zingt de wanden van de doodskist weg.

Ik zag de troon van God. Ik hoorde de lofzang op het Lam: "Het Lam dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en de rijkdom en wijsheid en sterkte en eer en heerlijkheid en dankzegging"(Openb.5:12).

Deze begrafenis was niet tragisch. Hij was 92 jaar geworden, kon nauwelijks nog zien en was bijna helemaal doof. Hij was uitgegaan als een kaarsje. Een laatste oplekken van het levensvlammetje, en toen was het voorbij.

Maar wat moet je zeggen, als de dood een kind heeft neergeslagen? Kun je nog zingen, wanneer een jongen in de kracht van zijn leven, een meisje dat pas ontloken was tot vrouw, zo maar wordt weggemaaid door de zeis van de dood? En wanneer het je eigen kind betreft, dat je als moeder negen maanden gedragen hebt in de warmte van je lichaam en gevoed hebt met je eigen bloed in je schoot?

Ja, ook dan mogen we met Paulus juichen, met de tranen van het verdriet in onze ogen en in ons hart: "De dood is verslonden tot overwinning"( 1 Kor. 15:54). Dan kunnen we zingen van "onze Zaligmaker Jezus Christus die de dood heeft te niet gedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht heeft gebracht door het Evangelie"(2 Tim. 1:10).

Toen wij tot geloof kwamen, hebben wij ons vereenzelvigd met de dood van Christus, maar tevens met Zijn opstanding. We hebben onszelf zien opstaan uit het graf op de paasmorgen. Hij stond op uit de dood, maar het was tegelijk ik die mét Hem opstond. "Maar God die ri jk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft (ons) levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) en heeft (ons) mede opgewekt"(Ef. 2:4-6). "Heere, maak mij bekend mijn einde en welke de maat van mijn dagen is; dat ik weet hoe vergankelijk ik ben"(ps.39:5). "Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, die ons heeft wedergeboren… tot een onverderfelijke erfenis"(l Petr. 1:3-4). Lezer(es), durf zó aan uw dood te denken. Wanneer je door het geloof één geworden bent met Christus, dan kun je als Paulus zeggen: "Het leven is mij Christus en het sterven is (mij) gewin" (Fil. 1:21). Dan immers gaat je bestaan op in één begeerte nl. dat Christus wordt groot gemaakt, hetzij door je leven, hetzij door je sterven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

STERVEN…EN OPSTAAN

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

In de Rechte Straat | 32 Pagina's