Gerechtvaardigd
U hebt gemerkt dat ik nog al gemakkelijk schrijf over mijn omgang met de Heere. Ik heb er behoefte aan om aldus de gemeenschap der heiligen te beleven. „Ik schaam mij het Evangelie van Christus niet", zo schrijft Paulus (Rom. 1:16). Zo schaam ik er mij ook niet voor om te vertellen, hoe dankbaar ik ben omdat ik uit genade een kind van God ben geworden. Ik schaam mij er niet voor andere kinderen Gods deelgenoot te maken van mijn vreugde in ónze Vader van Jezus Christus.
Maar… ga nu a.u.b. niet denken dat ik vanwege deze intieme relatie met mijn Heere en Vader ook maar een haar beter ben dan welk mens ook. Zo voel ik mij ook zeer beslist niet.
Integendeel. Tot in de allerinnigste gesprekken met de Heere - en juist dan - voel ik mij als een zondaar, als in wezen een goddeloze, die niet voor Hem kan bestaan tenzij in Zijn Zoon, Jezus Christus.
Soms heeft mij dat verbaasd. Maar ik heb bemerkt dat dit bijbels is. Ook Paulus beleeft het zo. Leest u vooral Rom. 7. Maar - en dat klinkt misschien vreemd - zelfs al zou het niet in de Bijbel staan, ik kan het niet anders beleven. Het is een bepaald zicht op mijzelf, dat gewekt is door het Woord van God, én een bepaald zicht op de Heere dat eveneens gewekt is door het Woord. Hij is heilig, heilig, heilig. Als ik zo vol verrukking naar Hem mag opzien, komt ook bij mij het besef naar boven: „Wee mij, want mijn ogen hebben de Koning, de Heere der heerscharen, gezien" (Jes. 6:5).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983
In de Rechte Straat | 32 Pagina's