IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

EEN BRIEF VAN EN AAN EEN THESSALONICENS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN BRIEF VAN EN AAN EEN THESSALONICENS

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Spaanse editie (ECR) wordt in allerlei landen gelezen, waar je het niet zou verwachten, zelfs in landen achter het IJzeren Gordijn, in Hongarije, Tsechoslowakije en Rusland. Een abonnee in Rusland stelde ons een keer een vraag, waarop we ook geantwoord hebben. Maar hij heeft nooit meer teruggeschreven, hoewel we een copie van ons antwoord later nog eens aangetekend verzonden hebben. Het deed ons echter ook wat, toen we een brief kregen van een abonnee uit Thessaloniki. Je denkt dan direkt aan de brieven van Paulus aan de Thessalonicenzen.

Onze abonnee in Thessaloniki stelt een diep-ingrijpende vraag, waar velen mee zitten. Daarom leek het ons goed die brief én het antwoord van ds. J. Sanz, ons correspondentieadres in Spanje, in ons blad op te nemen.

Ds. Sanz had in ECR geschreven:

„Niemand kan bewijzen dat de Bijbel Gods Woord is. Dat is eenvoudig een zaak van geloof. Je moet geloven dat de Bijbel het Woord van God is". Ds. Sanz citeerde daarbij verschillende Bijbelteksten.

Ik zoek geestelijke zekerheid

De briefschrijver uit Thessaloniki, J. T. Yagnam antwoordde daarop: „Ik ben het geheel met u eens dat niemand met verstandelijke argumenten kan bewijzen dat de Bijbel Gods Woord is, maar evenmin dat de Bijbel dat niet is. Maar van de andere kant meen ik dat je toch een geestelijke zekerheid moet hebben, dat de Bijbel ook wanneer je besluit de Bijbel als onfeilbare norm voor je leven te aanvaarden, inderdaad Gods Woord is. En het is die zekerheid, die ik nog steeds niet heb.

Maar zonder zulk een geestelijke zekerheid heeft het aannemen van de Bijbel geen enkele zin. Dan zou je alleen maar de zoveelste indoctrinatie erbij hebben. Dan zou de Bijbel niet méér zijn dan een „heilig boek" naast zovele andere als bv. de Koran of de Vedantageschriften van de hindoes.

De kern waar alles om draait, is dus de vraag naar deze geestelijke zekerheid, een zekerheid, waarop Paulus doelt in 1 Kor. 2:4-5: „En mijn rede en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning van geest en van kracht, opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in betoning van geest en van kracht";

een zekerheid datjezus Christus werkelijk degene is, die Hij zegt dat Hij is, een zekerheid die ik niet zelf in mij bewerk, maar die ik van Boven ontvang, als een openbaring, zoals die gegeven was aan Petrus in Mat. 16:17: „Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader die in de hemelen is".

En het is op deze vitale vragen, deze vragen van levensbelang, dat ik tot nog toe geen antwoord heb gekregen. Zeker, terwijl ik mij daarnaar uitstrek en honger naar deze levende waarheid, ben ik blijven bidden en de kerkdiensten bezoeken en in de Bijbel lezen, maar - ik weet niet of u mij begrijpt - in al die dingen mis ik de ZEKERHEID.

U schreef in ECR dat het alleen maar een zaak is van geloven dat de Bijbel Gods Woord is. Maar als het zo simpel was, dan zou je evengoed in de Koran kunnen geloven of in welk „heilig boek" ook. Dan kun je je evengoed toevertrouwen aan een of andere hedendaagse profeet of filosoof.

De psychologie en de menselijke ervaring leert ons dat geloof, welk geloof het dan verder ook is, goede resultaten oplevert. Vraag het maar aan de eerste de beste mohammedaan, boeddhist, spiritist of vrijmetselaar en hij zal u zeggen dat hij zich gelukkig voelt in zijn godsdienst en er zeker van is. In dat geval is het geloof blind. Dan is het even gevaarlijk en bedriegelijk als wanneer je geen geloof hebt.

Wil het geloof oprecht, juist en blijvend zijn, dan moet het gebaseerd zijn op WAARHEID, vindt u ook niet? En het is die WAARHEID, waarnaar ik zoek.Ik hoop dat u mij een antwoord kunt geven. Maar mag ik u dan vragen dat u dit thans niet doet enkel door het aanhalen van Bijbelteksten? Dat kunt u pas doen, wanneer ik de geestelijke zekerheid heb dat de Bijbel waar is.

Hartelijk dank voor uw aandacht en in afwachting van een spoedig antwoord:

Thessaloniki (Griekenland) J. Y. Yagnam

ANTWOORD VAN DS. SANZ

U zult intussen de brochure „Wat is eeuwig leven" van ds. Hegger, die ik u heb toegestuurd, ontvangen hebben. Ik hoop en bid dat u daardoor weer iets verder bent gekomen op uw weg naar het licht der waarheid.

U vraagt mij u te antwoorden op uw vraag, zonder de Bijbel aan te halen. Dat vind ik erg moeilijk. Dat doet mij denken aan de tijd, toen ik nog priester was. Toen kreeg ik preekschetsen toegestuurd, die opgesteld waren door een commissie en goedgekeurd door de bisschop van Madrid. Ik was min of meer verplicht, die schetsen als basis te nemen voor mijn 's zondagse preken.

Maar die schetsen zaten wel vol met vermaningen aan de mensen dat ze Gods geboden goed moesten volbrengen, maar het Evangelie, de verkondiging van Jezus Christus als de enige en volkomen Zaligmaker, kwam er niet in voor.

Toen ik dat begon te ontdekken, werd dat voor mij de oorzaak van een diepe geestelijke crisis. Ik vroeg mij af: ben ik als priester wel op de juiste weg? Ben ik niet een blinde, die geleid wordt door blinden, en die als blinde aan anderen, mijn eigen parochianen, de weg moet wijzen? Wat heb ik aan preekschetsen van mensen, die niet schrijven vanuit de Bijbel en die dus de Bijbel niet aan het Woord laten?

Hoe zou ik uit die nauwe tunnel van twijfel en duisternis geraken, nu zelfs dat zwakke lichtje was uitgedoofd, namelijk mijn geloof in wat mijn kerk mij voorhield?

Ook ik wist het toen: ik móét zekerheid hebben, een krachtige, diep-persoonlijke, geestelijke zekerheid. Maar hoe zou ik die krijgen? Bij wie zou ik de sleutel kunnen vinden, die mij de toegang verschaffen zou tot dit geheim, de oplossing van dit raadsel?

Zou het voldoende zijn om maar te bidden, in de Bijbel te lezen en verder alles te doen wat men van je als priester verwachtte? Maar wat zou mij al dat doen en laten baten, wanneer ik niet de vrede voor mijn hart zou vinden, de zekerheid van mijn eeuwig behoud?

Ging het daarbij om de vraag wie Jezus Christus is? Inderdaad, maar de Heere heeft mij Christus laten zien op zekere morgen, toen ik vanuit de diepte van mijn existentiële nood en angst tot Hem riep. Ik lag toen geknield voor het Allerheiligste (= de uitgestalde geconsacreerde hostie, het Avondmaalsbrood waarover de priester de wijding heeft uitgesproken. HJH). Ik had gelezen en herlezen de woorden van Jezus tot Nicodemus: „Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve (niet te gronde ga), maar het eeuwige leven hebbe" (Joh. 3:16). Toen zag en voelde ik het. Toen wist ik met zekerheid: Jezus Christus is het, Hij is alles, ik kan en mag mij volledig aan Hem toevertrouwen in geloof. Ik wil nu, om u te helpen, u enkele vragen stellen. Hebt u wel eens voor Gods aangezicht gezucht: „O God, wees mij zondaar genadig", zoals die tollenaar dat deed (Lk. 18:13)? Deze tollenaar zag en beleed wie hijzelfwas tegenover de heilige God.

En een tweede vraag: God heeft deze zondaar ertoe gebracht om zichzelf te zien zoals hij werkelijk was: een zondaar. En zou God dan ook niet aan zulk een zondaar laten zien wie Hijzelf is in Christus Jezus, namelijk een God die wil dat de zondaar zich bekeert en tot eeuwig leven komt?

Maar tot zulk een erkenning wie wijzelf zijn, nl. zondaars, en wie God is, nl. een God die genadig is en lankmoedig, barmhartig en groot van goedertierenheid, komen we alleen wanneer we opzien naar Jezus Christus. Want Hij heeft Zich met ons vereenzelvigd, toen Hij tot zonde werd gemaakt voor ons, maar Hij heeft Zich ook vereenzelvigd met de heilige en rechtvaardige God en zo werden wij „rechtvaardigheid Gods in Hem" (2 Kor. 5:21). Daarom is Christus de enige weg. De vader van de verloren zoon heeft zich in barmhartigheid vereenzelvigd met diens ellende. Lees Lukas 15- De profeet Nathan heeft David geholpen om zichzelf te zien als zondaar en God te zien als de Vergevende. Lees 2 Sam. 12 en ps. 51. Jezus heeft de Samaritaanse vrouw geholpen om zichzelf te zien in het licht van Gods heiligheid en barmhartigheid. Lees Joh. 4.

En misschien heeft de Heere mij op uw weg geplaatst om u te helpen dat u zien moogt wie u bent, namelijk een zondig mens en wie God is nl.de Barmhartige, de Liefdevolle die u in genade wil aannemen, maar slechts injezus Christus. En Hij is de inhoud van de Schrift. Wie Hem gezien heeft, heeft tegelijk de waarachtigheid gezien van de Schrift, waarin Hij Zichzelf openbaart.

Daarom wil ik dezelfde raad geven die Filippus gaf aan Nathanaël: „Kom en zie (Jezus)" (Joh. 1:47). En dat betekent voor u: Kom en zie Hem in de Schrift.

Madrid Ds. Juan Sanz

MIJN ANTWOORD

Eigenlijk hoeft aan dezeprachtige brief van ds. Sanz niets meer te worden toegevoegd. Maar toch kan het goed zijn dat hetzelfde ook nog eens door een ander gezegd wordt. Ieder beleeft het toch ook weer op zijn eigen manier. En we moeten al het mogelijke doen om elkaar te helpen. Daarom heb ik gemeend ook nog onderstaande brief aan dhr. Yagnam van Thessaloniki te moeten schrijven.

Ik ben het volledig met u eens dat het geen zin heeft om zo maar simpelweg te gaan geloven dat de Bijbel Gods Woord is. Zulk een geloof is niets méér dan welke religieuze ideologie ook. Zulk een geloof heeft al de kenmerken van een ideologie. Zulk een geloof is fanatiek, hard en koud en liefdeloos.

Helaas zijn er heel wat „christenen", die op deze manier in de Bijbel geloven. Zij geloven dat de Bijbel onfeilbaar is en ze zijn bereid om daarvoor te vechten en zich zelfs letterlijk dood te vechten.

Ze weten dan echter niet dat ze dan alleen maar vechten voor het gelijk van hun kerk of groep, dus in wezen voor hun eigen gelijk. Zulke „christenen" stoten dan ook alleen maar af.

Die afstotende werking voltrekt zich allereerst in hun kinderen, of althans zeker in hun kleinkinderen. Die doorzien het dat hun ouders (of grootouders) eigenlijk zichzelf aanbaden in hun religie.

Hoe komen we dan op de juiste manier te weten dat de Bijbel Gods Woord is en dus onfeilbaar waar?

Ds. Sanz schreef het al: Dat komt alleen door de levende gemeenschap met Christus. En Christus vind je alleen in de Bijbel.

Dat is een merkwaardig proces dat moeilijk te beschrijven is. Wanneer je de Bijbel leest, dan kom je overal Christus tegen, ook dus in het Oude Testament. In al die wetten wordt Hij beschreven, de volmaakte Mens. In het Nieuwe Testament zie je Hem dan ineens stralend voor je, terwijl je Hem in het Oude Testament steeds als de Verborgene vermoedde, maar niet duidelijk zag.

En in het licht van de smetteloze heiligheid van deze Mens zie je dan je eigen zonde, je vele, vele tekortkomingen, je liefdeloosheid, je zelfzucht, je gebrek aan zelfbeheersing, je ongeduld, je bitterheid, je vijandigheid, je jaloersheid, je achterdocht, je onreinheid, enz.

Maar deze Mens voert tot de troon van de Allerhoogste. Hij wijst altijd naar de Vader. En zo ontmoet je in Hem de heilige en rechtvaardige God.

Dan ontstaat dat terugdeinzen voor die heerlijkheid Gods. Dan zie je ineens (of geleidelijk) die ontzettende toorn van God over je zondige leven. Je beseft dan dat je tot nog toe aan de rand van een vulkaan hebt gelopen, die zo maar tot uitbarsting had kunnen komen.

Je ziet je schuld, onontwijkbaar. Je beseft dat jij, schepsel Gods, die gemaakt bent om God te verheerlijken, altijd alleen maar jezelf hebt gezocht.

Dat raakt je dan heel diep. Het raakt je eigenlijke „ik". „Want het Woord Gods is levend en krachtig en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard" (Hebr. 4:12). Het gaat je door merg en been, wanneer dat Woord zijn werk in je begint. Het haalt alles in je naar boven. Je wordt er confuus van. Het schift de overleggingen van je hart. Het ontdekt je aan allerlei onwaarachtigheid.

Maar tegelijk laat Christus Gods barmhartige liefde zien, die gestalte heeft aangenomen in Hem. Hij is als de vlees-geworden liefde Gods.

En ook het zien daarvan raakt je heel diep. Het is zo onverwacht. Het is zo heel anders dan jezelf bent.

Als ik zeg: dat raakt je heel diep - dan bedoel ik daar niet mee dat het met allerlei emoties gepaard moet gaan. Dat kan, maar dat hoeft niet.

En ik heb beschreven dat je eerst duidelijk je eigen zonden en verlorenheid gezien hebt, en pas daarna of tegelijk de barmhartigheid Gods. Maar ook dat hoeft niet. Het blijkt uit de praktijk dat sommigen zo overweldigd zijn door de liefde van Christus, dat ze daardoor alleen reeds tot Hem getrokken worden. Vaag zien ze dan ook wel hun zondigheid, maar dat zicht op hun zondigheid wordt pas daarna steeds helderder.

Maar goed: wanneer je dan onder de werking van dit machtige Woord en de adem van de Heilige Geest tot de restloze overgave aan Christus bent gekomen, dan weet je tegelijk dat dit Woord eeuwig waar is. Je weet dat niet met een rationele zekerheid, maar met de geestelijke zekerheid, waarover uzelf schreef. Het is een zekerheid in de Levende, in Christus, de Zoon van God; een zekerheid die van Boven komt en van binnen in je; een zekerheid van de Heilige Geest die van de Vader en de Zoon gezonden wordt, maar die in je komt en doordringt tot het innigste van jezelf en je daar doet omkeren, daar een ander mens van je maakt, een mens met een heel andere levenshouding, een wedergeborene.

Dat wordt in de Bijbel ook wel genoemd het getuigenis van de Heilige Geest in onze harten. Die Geest is de verbinding tussen hemel en aarde, tussen het woord dat daar vóór je ligt in de Bijbel, én het Woord van God. Daardoor weet je dat God waarachtig door dat Woord tot je heeft gesproken en tot je spreken blijft. Dat is de geestelijke zekerheid dat de Bijbel het Woord van God is.

Zulk een geloof is dus geheel anders dan het aanhangen van een religieuze ideologie. Zulk een geloof is diep persoonlijk, want het is doorademd van de Persoon van Jezus Christus, die de Persoon van Zijn eigen Geest heeft gezonden om mij aldus één met Hem te maken. Zulk een geloof is dan ook doorademd van Zijn liefde. Zulk een geloof is mild, barmhartig en vol begrip en hulp voor de naaste die in nood verkeert.

Ik hoop dat deze uiteenzetting u van dienst is geweest bij uw zoeken naar de geestelijke zekerheid.

Met hartelijke groeten en verbonden in de gemeenschap der gebeden:

H. J. Hegger

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1981

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

EEN BRIEF VAN EN AAN EEN THESSALONICENS

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1981

In de Rechte Straat | 32 Pagina's