GEMEENSCHAP IN LIEFDE EN VREDE

Montevideo, 19 november 1979

Ik kwam in het bezit van een exemplaar van En la Calle Recta (onze Spaanse editie H.J.H.) en ik werd er uitermate door geboeid. Misschien kunt u dat enigszins begrijpen, wanneer ik u zeg dat ik rooms-katholiek priester ben geweest en twintig jaar geleden tot bekering kwam en tot geloofsovergave aan Jezus Christus als mijn enige en volkomen Zaligmaker.

Ik ben erg blij met uw blad, want het is heel duidelijk. Het legt de r.-k. leerstellingen naast de Bijbel. En dat is zo belangrijk, want alleen zó worden de ogen geopend, zodat de lezers de duisternissen van de afwijkingen van Gods Woord kunnen zien om getrokken te worden naar het zuivere licht van de levenwekkende-Waarheid in Christus.

Dit jaar was ik in Spanje en in augustus had ik het voorrecht om het Evangelie te verkondigen in een straatprediking in Zaragoza, een stad die bekend is vanwege de uitbundige Mariaverering. Het was 22 jaar geleden dat ik als priester uit Zaragoza vertrok en nu mocht ik open en vrij dat wonderbare Evangelie van de genade alleen verklaren aan ieder, die het maar horen wilde.

Hierbij ingesloten een folder, waarin ik getuigenis afleg van mijn geloof in Christus. U moogt daaruit overnemen wat u goeddunkt.

Ik ben hier in Montevideo predikant van een kerk, die wij de naam hebben gegeven: „Liefde en Vrede". Iedereen die vanuit de gezonde bijbelse leer met ons gemeenschap wil hebben in Christus, is welkom.

José Manuel de Leon

Christus is de enige priester

Dat is de titel van het getuigenis van ds. de Leon. We citeren daaruit:

Ik ben geboren in Spanje en groeide op in een streng rooms-katholiek gezin. In 1949 werd ik tot priester gewijd. In 195 8 werd ik uitgezonden naar Uruguay. Daar brachten twee vrouwen mij de eenvoudige, maar glorieuze boodschap van het Evangelie.

Vanaf dat moment besloot ik alles wat zij mij verteld hadden, te gaan toetsen aan de Bijbel. Vanzelfsprekend gebruikte ik daarbij de r.-k.vertaling van Nacar en Colunga. Zo gaf ik gehoor aan de aansporing van Christus: „Onderzoekt de Schriften… die zijn het die van Mij getuigen" (Joh. 5 : 39).

Ik ontdekte bij mijzelf dat ik tot dan toe eigenlijk blind alles had aanvaard wat de R.-K. Kerk mij te geloven voorhield. Maar nu bemerkte ik dat allerlei dogma's door de Bijbel weersproken werden. Enkele voorbeelden:

De verering van de beelden. Maar in Joh. 4 : 2 3-24 las ik: „Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden in geest en waarheid. God is geest en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid".

Het vagevuur als een plaats waar wij nog verder van onze zonden gelouterd moeten worden. Maar Johannes schrijft: „Het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde" (1 Joh. 1 : 7).

De mis als vernieuwing van het kruisoffer. Maar over Christus lezen we: „…voor Wie het niet elke dag nodig was, gelijk de hogepriesters, eerst voor Zijn eigen zonden slachtoffers op te offeren, daarna voor de zonden van het volk; want dat heeft Hij eenmaal gedaan, toen Hij Zichzelf geofferd heeft" (Hebr. 7 : 27).

De onfeilbaarheid van de paus. „Maar alle mens leugenachtig" (Rom. 3 :4) en: „Vertrouwt niet op prinsen, op het mensenkind bij wie geen heil is" (Ps. 146 : 3). Toen ik onbevangen de Schrift ging bestuderen, ging deze belofte aan mij in vervulling: „En gij zult de waarheid verstaan en de waarheid zal u vrijmaken" 0oh. 8 : 32).

De macht van de priesters om zonden te vergeven. Maar God Zelf zegt: „Ik, Ik ben het die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk uw zonden niet" (Jes. 43 : 25). „Ik, Ik…", dus niet een mens. En in 1 Joh. 1 : 7 staat: „Het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde", dus niet het woord van een mens, de priester van de R.-K. Kerk. Jesaja riep uit: „Wee mij, want ik verga, daar ik een man van onreine lippen ben en ik woon in het midden van een volk dat onrein van lippen is; want mijn ogen hebben de Koning, de Heere der heerscharen, gezien" (Jes. 6 : 5). Hoe kan een mens die evenals alle andere mensen onrein is, dan menen dat hij hen de zonden kan vergeven? Dat kan alleen Hij die van Zichzelf kon getuigen: „Wie van u overtuigt Mij van zonde?" (Joh. 8 : 46).

De priester als plaatsbekleder van Christus op aarde. Inderdaad, onder mensen kan het gebeuren dat iemand de plaats van een ander inneemt nl. wanneer de ander afwezig is of niet meer in staat is zijn funktie uit te oefenen. Welnu, dat is bij Christus niet het geval. Hij is niet afwezig, zodat Hij een plaatsbekleder op aarde nodig zou hebben, want: „Ziet, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld" (Matth. 28 : 20). Het is ook niet, omdat Hij niet (meer) in staat zou zijn ons Zelf zalig te maken, zodat Hij dat aan een ander zou moeten delegeren: „Hij kan volkomen zalig maken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden" (Hebr. 7 : 25).

„ Want alzo liefheeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwig leven hebbe" (Joh. 3 16).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen