IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HET CELIBAAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET CELIBAAT

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze priesters bewijzen dat zij het volledig menen, want zij brengen vrijwillig het offer van het ongehuwde leven.

ONS ANTWOORD:

In de eerste plaats deze vraag: Is het huwelijk dan een bewijs dat men het niet oprecht meent met zijn godsdienst? Ook gehuwden kunnen toch een volledige oprechte godsdienstige overtuiging hebben.

2. Het celibaat (de ongehuwde staat) heeft alleen dan evangelische waarde, wanneer het voor Gods Koninkrijk dienstig is, dat men ongehuwd blijft. Onze vraag: Is dat nu wel zo duidelijk dat het beter is voor de kerk, dat een geestelijke steeds ongehuwd is?

3. Het celibaat kan alleen dan juist beleefd worden om wille van Gods Koninkrijk, wanneer men er door God toe geroepen is, die dan ook door zijn Heilige Geest de gave der onthouding schenkt. De kerk kan echter aan niemand de gave der onthouding schenken en heeft dus ook op geen enkele wijze het recht om iemand te verplichten tot het celibaat.

4. De priesters hebben zelf de verantwoording op zich genomen bij de aanvaarding van het celibaat. Dan hebben zij ook de verantwoording voor de al of niet voortzetting van het celibaat en dan mag de kerk hun het huwelijk niet verbieden, wanneer zij zelf tot de ontdekking gekomen zijn dat zij de gave der onthouding niet hebben ontvangen: „Het is beter te trouwen dan te branden van begeerte" (1 Cor 7:9).

5. Paulus geeft aan Titus de opdracht om in Kreta „in elke stad presbyters aan te stellen volgens de richtlijnen die ik u heb gegeven: trouwe echtgenoten… niet aan de wijn verslaafd" (Titus 1:5-7, r.-k. vert.).

Paulus stelt dus niet als eis dat die presbyters ongehuwd moeten zijn.

Waar haalt de paus dan het recht vandaan om zulk een eis wél te stellen?

Ook in de brief aan Timotheus gaat Paulus van de veronderstelling uit dat de presbyters gehuwd zijn. Zij moeten zijn de „man van één vrouw", iemand die zijn huis goed bestuurt en met ernst en waardigheid gezag uitoefent over zijn kinderen" (1 Tim. 3:1-5, r.-k. vert.).

En in diezelfde brief waarschuwt Paulus voor de dwaalleraars: „Deze lieden verwerpen het huwelijk en het gebruik van bepaalde spijzen". En hij benadrukt dan dat alles wat door God is ingesteld, goed is: „Want al wat God geschapen heeft, is goed, en niets is verwerpelijk dat in dank wordt aanvaard: het wordt geheiligd door het Woord van God en het gebed" (ib. 4:1-5).

Nogmaals, waar haalt de paus dan het recht vandaan om het huwelijk voor de presbyters te verbieden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HET CELIBAAT

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's