IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Transsubstantiatie, mis en geld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Transsubstantiatie, mis en geld

USA-dollar-missen verdringen de Indiase rupy-missen van de markt

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1 Sam. 2:12-17 lezen we over de afschuwelijke misdrijven van de zonen van Eli.

„Doch de zonen van Eli waren kinderen van Belial; zij kenden de Heere niet".

En dan lezen we, hoe de knecht van de priester dreigde desnoods met geweld

zich het offervlees toe te eigenen, hoewel hij daar geen recht toe had.

De zonen van Eli sliepen met de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de tent der samenkomst.

Ik was er ondersteboven van, toen ik begon te beseffen, wat er gaande was in de r.-k. kerk van Kerala in India. Van de ene kant aanvaardde ik in goed geloof de leer van de transsubstantiatie nl. dat de priesters de macht zouden hebben brood en wijn te veranderen in het lichaam van Christus; de leer ook van de mis als een offer met oneindige verzoenende waarde. Maar ik kon dat alles maar moeilijk in overeenstemming brengen met de onheilige handel in missen, waarover ik steeds meer te weten kwam. Ik betwijfel of de protestantse oecumenische leiders daar ook maar een flauw idee van hebben. En ik meen met enig gezag hierover te kunnen spreken, want ik was een lid van het kapittel van onze kloosterorde in Kerala (ongeveer te vergelijken met iemand die in een protestantse kerk gekozen is tot lid van een generale synode. H.J.H.) en op de vergaderingen van dat kapittel werd deze kwestie tot vervelens toe behandeld.

Als priester predikten wij de leer dat de kerk van Christus is gebouwd rond het altaar. Toen kerkgebouwen en bisschoppelijke paleizen steeds meer de hoogte in schoten gedurende de vijftiger en zestiger jaren en-bijna de wolken gingen krabben, begon dit spottende gezegde in omloop te komen: „De kerken zijn niet gebouwd rond de missen, maar dóór de missen".

Wat zijn deze missen? Ik heb inzage gekregen in deze missen-handel, die gevoerd werd met medeweten en oogluikende toestemming en zelfs soms met volle instemming van de zogenaamde Heilige Stoel in Rome, gedurende de jaren 1965-1970.

Mis-prijzen

De mis is volgens de r.-k. theologie van oneindige waarde. Omdat de mis hetzelfde offer is als van Christus aan het kruis, is ze heilig en goddelijk. Daarom kan ze niet gekocht en verkocht worden als een handelsartikel. Maar roomse canonisten (r.-k. wetgeleerden) en casuïsten (uitpluizers van gevallen —casus—, in hoeverre een wet van toepassing is. Dikwijls betekent dat een studie, hoe je tussen de mazen van de wet kunt doorglippen. H.J.H.) hebben echter een vernuftige oplossing voor die moeilijkheid gevonden in het systeem van de z.g. misstipendia. Ze leren dat een gelovige, wanneer hij aan een priester vraagt om de oneindige waarde van zijn mis toe te passen op een gebedsonderwerp (intentie), een bepaalde som moet betalen voor het levensonderhoud van de priester. Dat geld is dan een werkzaam teken dat de Heere werkelijk die bepaalde gunst, waarom de gelovige vraagt, zal schenken, wanneer de priester die gunst als allereerste gebedsintentie in de mis aan God kenbaar maakt. Natuurlijk is dat niet de prijs van de mis, zo voegen ze er dan spitsvondig aan toe. Ofschoon de som die neergeteld moet worden voor de verschillende soorten missen, van hoger hand wordt vastgesteld, waarbij in aanmerking wordt genomen het kostenpeil van het dagelijkse leven, het aantal priesters dat beschikbaar is, de geldkoers enz., is het toch even goed, zo beweren deze mannen van de wet en van de gevallen, een vrijwillig gebracht offer van de afzonderlijke gelovige.

Toen ik priester werd in 1961, was de vastgestelde „prijs" van de stille (eenvoudig gelezen) mis in Kerala (India) 2 rupies, van de gezongen mis rs. 3.50, van de plechtige mis (meestal met drie priesters) rs. 10. Toen de levensduurte toenam, hebben de bisschoppen deze misstipendia ook aangepast aan het stijgende prijspeil. Ook de mis kwam zodoende in de bekende spiraal van lonen en prijzen terecht. In 1965 werd de prijs van een stille mis vastgesteld op rs. 3. Thans is de „prijs" van zulk een mis rs. 4.

De wet van vraag en aanbod

In de na-oorlogse jaren heeft de „dollar-mis" haar intrede gedaan in de r.-k. kerk van India. Volgens de r.-k. leer is de mis een offer van oneindige verzoenende waarde, ook voor de zielen in het vagevuur. Maar de arme Indiërs konden nu nog alleen maar „ramen-likken" bij de altaren in de kerken. De zielen van hun overleden dierbaren moesten nu langer dan vroeger voortsudderen in het vagevuur, want de Amerikaanse dollar-missen verdreven de Indiase rupy-missen van de markt. Hoe kwam dat? De Amerikaanse priesters kregen een enorme aanvraag voor het lezen voor de zielemissen voor gesneuvelde Amerikaanse soldaten van de laatste wereldoorlog. Later kwamen daar nog de gesneuvelden in Korea en Vietnam bij. De vraag overtrof verre het aanbod; er waren lang niet voldoende Amerikaanse priesters voorhanden voor het lezen van al die zielemissen.

Nu was (en is) er de mogelijkheid dat die missen naar het Vatikaan worden gezonden, waar men dan voor verdere distributie van die te lezen missen zorgt. Maar dan moet men het hele bedrag van dat misstipendium storten in de Vatikaanse schatkist. Daar hadden ze in de V.S. weinig zin in.

Maar een handjevol gewiekste Amerikaanse jongens (waaronder ook bisschoppen, monseigneurs en priesters) sloegen de handen in elkaar. Gedreven door een evangelisatorische en missionaire geest ( ! ) vonden ze een heel praktische oplossinig. Ze voerden intense campagne's om zoveel mogelijk misstipendia te krijgen met als motief: We laten die missen lezen door priesters in de missielanden en zo helpen we hen bij de verbreiding van het Evangelie onder de heidenen.

India, afzetgebied voor missen

Natuurlijk dachten deze „heilige zaken"-mensen meteen aan India met zijn uitgestrekte mogelijkheden en zijn vele priesters.

In de tijd na de wereldoorlog (1947—'57) ontvingen heel wat Indiase priesters, die trouwe kerkvolgers bleken te zijn, een gelegenheid om zich in Rome verder te bekwamen door studies aan een van de pauselijke universiteiten zoals de Gregoriaanse, de Lateraanse, enz. In feite was dat een stukje strategie van Rome om hun eigen marionetten te vormen, die straks, als de Europeanen India zouden verlaten, de leiding van de kerk aldaar zouden moeten overnemen. Niet zonder reden vreesde het Vatikaan dat een onafhankelijk India niet langer missionarissen uit het buitenland zou tolereren. De slimme Amerikaanse handelslui in misstipendia knoopten vriendschap aan met deze priesters uit India en stelden hen aan tot hun vertegenwoordigers in verschillende streken van India. En zo begon een van de meest goddeloze religieuze business van onze moderne tijd, en dat onder de rook van het Vatikaan, under the very nose of the Most Holy Roman Pontiff, Pacelli.

Groot- en kleinhandel in missen

Slechts weinigen weten van deze klandestine handel af. Hoe ging dat in zijn werk? Ik wil die vraag beantwoorden vanuit de nasporingen, die ikzelf heb verricht in Kerala.

Tot 1970 bedroeg het misstipendium in Kerala rs. 3. Maar in de V.S. wordt er $ 2.— neergeteld voor een stille mis. Dat staat gelijk aan rs. 15. De agenten ia Amerika verzamelen duizenden van deze „Twee-Dollar-Missen" en sturen die missen ter lezing door aan hun vertegenwoordigers in Kerala, onder deze overeenkomst dat zij één dollar in Amerika behouden voor de eigen kerk. De vertegenwoordigers op hun beurt behouden rs. 2.50 voor zichzelf en verdelen daarna de missen „genadig" onder de Indiase priesters, die tenslotte rs. 5.— krijgen voor de door hen te lezen mis. De Indiase priester-cliënt krijgt zodoende dus toch nog rs. 2.— méér voor een mis dan wanneer hij een mis moet opdragen voor een inwoner van India.

In deze schakels van de verschillende transakties vaart iedereen er wél bij. Maar de laatste verliezer is de arme Indiase rooms-katholiek, die niet tegen deze dure dollarmissen kan concurreren. Het generale kapittel van onze kloosterorde heeft dan ook in 1969 aan de oversten van de plaatselijke kloosters een verzoek doen uitgaan om geen missen te weigeren van de arr.en rondom het klooster, die niet meer dan drie rupies konden betalen voor een mis.

Pauselijke cheque uit de geestelijke schatkist

Honderdduizenden missen worden aldus verhandeld. Een ander frauduleus aspekt van deze zaak is, dat jaarlijks heel wat missen niet gelezen worden, omdat de daarvoor bestemde financiën ^eeds vóór het einde van het jaar verbruikt zijn. Maar dan is Rome een redder in deze (gewetens-)nood. Met de alvermogende macht van de sleutels van Petrus past Rome dan een zogenaamde „sanatio" (letterlijk: gezondmaking) toe. De genaden die deze rooms-katholieken zouden hebben ontvangen, wanneer de missen die ze betaald hadden, voor hen zouden zijn opgedragen, worden dan op bevel van de paus die daar immers over kan beschikken, geput uit de zgn. „Thesaurus Ecclesiae", de onuitputtelijke bron van de verdiensten van Jezus Christus, aangevuld door de verdiensten van Maria en de heiligen. Natuurlijk hebben de arme gelovigen in India geen weet van deze mis (selijke)-handel en van het feit dat de Amerikaanse dollar er oorzaak van is dat zij herhaaldelijk worden afgewezen, wanneer ze met hun zuur verdiende Indiase rupies een priester komen smeken een mis te willen opdragen voor hun dierbare overledene, die nu al zo lang moet branden in het vagevuur.

Waar is een nieuwe Luther?

We leven niet meer in de dagen van de handel in aflaatbrieven, waartegen Luther zijn stem verhief in zijn 95 stellingen. We leven in een tijd van oecumene. Wie zal nu deze verschrikkelijke handel in missen (= de onbloedige opnieuw-tegenwoordigstelling van het kruisoffer van Christus, volgens Rome) aan de kaak stellen? Het is ook financieel voor Rome bijna niet mogelijk om de leer van de transsubstantiatie te vervangen door de leer van de transsignificatie. Rome moet deze scholastieke leer over de aard van de wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie wel handhaven, want voor een gedeelte is het financiële gebouw van deze kerk opgetrokken op dit fundament.

Wie zal in onze tijd de zonen van Eli aanklagen? Laten wij Rome wijzen op deze verbastering van het ware christendom. O God, wees ons, zondaars, genadig!

ORLANDO MOLINA IN CHILI

We kregen goede berichten van br. Molina in Chili. Het werk groeit enorm. Zestien volwassenen volgen de belijdeniskatechisatie. Ook het werk onder de kinderen neemt toe. Maar veel families gaan door grote moeilijkheden vanwege hun vroegere sympathieën voor Allende.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Transsubstantiatie, mis en geld

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's