IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Mijn nieuwe lied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mijn nieuwe lied

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En Hij heeft een nieuw lied in mijn mond gegeven, een lofzang voor onze God" (Ps. 40:4).

Tijdens een van de samenkomsten in Vancouver zong mevr. Marian Koning enkele liederen, die zij liet voorafgaan door een kort getuigenis. Ik vroeg haar dat getuigenis voor ons op te schrijven en we laten dat hier volgen.

Ik ben de Heere dankbaar voor wat Hij gedaan heeft in mijn leven en voor wat Hij nog steeds aan mij verricht en voor de wonderbare veranderingen in de levens van zovele christenen in deze dagen.

Gedurende onze theologische opleiding en met name tijdens de praktische lessen voor ons, predikantsvrouwen, werd één raad er voortdurend bij ons ingehamerd: BEWAAR DE NODIGE AFSTAND! Dien de Heere. Doe al het mogelijke om de mensen te helpen, maar wees niet al te vriendelijk, voor niemand. Bewaar de nodige afstand, leg niet al te zeer je hart in je werk, houdt je hoofd koel en voel je persoonlijk niet al te zeer betrokken bij de noden van de mensen. Ik nam deze raad in mij op en toen ik als predikantsvrouw meerdere keren innerlijk gekwetst was, besloot ik deze raad op te volgen. Ik wilde liever niet telkens geestelijk gewond worden en daarom ging ik bewust muren om mijn hart bouwen om mijzelf te beschermen tegen dergelijke verwondingen. Ik hield nog wel van de mensen — dat heb ik altijd gedaan — maar ik wilde niet langer persoonlijk hun moeilijkheden mee doorleven. Ik wilde hun problemen meer op een afstand bekijken, als een enigszins zakelijke toeschouwster.

Maar door deze opwekkingscampagne heeft de Heere mij getoond dat deze houding onjuist is. Hoe kunnen wij „elkanders lasten dragen", zoals de Heere ons bevolen heeft, wanneer wij ook niet met ons gehele hart ons inleven in de noden van anderen? De Heere liet mij zien, dat dit anders zou worden, wanneer ik met Hem zou sterven. Immers iemand die dood is, voelt geen pijn meer. Als ik met Hem gekruisigd ben, dan doet het er immers niet toe, wat anderen van mij denken. Christus leeft in mij.

Ik dank de Heere dat Hij mij heeft laten zien, dat het zonde is zich zo af te sluiten van de anderen en je te pantseren om maar niet gekwetst te worden. De Heere heeft de muren, die ik rondom mijn hart had opgericht, afgebroken en Hij heeft in mij Zijn liefde uitgestort, Zijn liefde voor Zijn volk.

In deze tijd van de opwekking heeft de Heere mijn hart geheel en al doorzocht en mij laten zien dat er nog heel wat gebieden waren in mijn leven, waar de verhoudingen scheef lagen. De Heere heeft mij de kracht gegeven om orde op zaken te stellen en Hij is Zijn werk aan mij begonnen om van mij te maken een lege vaas, die door Hem gevuld wordt.

Een wonderbare vrede was het gevolg van dit werk van de Heere in mij en Hij liet mij ook nog een andere grote waarheid van Zijn Woord zien. Als christin had ik altijd er naar verlangd dat de vrucht van de Geest in mijn leven zichtbaar zou worden. Ik bad daar altijd voor en tóch moest ik altijd weer de nederlaag lijden en begon ik mij gefrustreerd te voelen. Ik probeerde het oprecht en toch waren daar de herhaalde mislukkingen. De Here liet mij de reden daarvan zien: Mijn eigen „ik" zat nog op de troon. Maar nu de Heere Zich verwaardigd heeft mij van mijn troon te stoten en Zelf erop te gaan zitten, nu heeft Hij mij laten zien dat de vrucht van de Geest mogelijk is, maar door Hem, door Hem alleen. Al die prachtige dingen die Paulus in Gal. 5:22 beschrijft als vrucht van de Geest, kunnen niet verworven worden door menselijke inspanning. Die vrucht rijpt als een werk van de Heilige Geest dat Hij volbrengt in de harten van hen, over wie Hij de heerschappij voert.

Maar dat moeten wij dan ook doen: aan Hem de heerschappij over ons geven, Hem geheel en al in ons laten werken. „Stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid, want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade" (Rom. 6:13-14). Wij kunnen de Heilige Geest bedroeven en zelfs uitblussen (Ef. 4:30 en 1 Thess. 5:19). Maar wanneer wij ons in Zijn kracht aan Hem overgeven, dan leeft Christus in ons door Zijn Geest en dan ben ik het niet die die vrucht voortbrengt, maar Christus die in mij leeft. En hoe mooi is die vrucht van de Geest: „Liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid" (Gal. 5:22).

Toen ik aan de opwekkingssamenkomsten deelnam, wilde ik eerst niet ja zeggen tegen de Heere, want ik was bang dat Hij iets van mij zou vragen, waar ik niet toe bereid was. En inderdaad vroeg de Heere dergelijke dingen, maar, toen ik mij aan Hem had overgegeven, deed ik een nieuwe ontdekking. Waar ik eerst zo tegen op zag, dat deed ik nu graag. In Ps. 37:4 lezen we: „Verlustig u in de Heere, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten", en wanneer wij geheel aan Hem zijn overgegeven, dan worden Zijn Verlangens onze verlangens.

Inderdaad, een opwekking brengt kosten met zich mee. Het kostte mij mijn leven. Maar het leven dat ik eerst leidde met mijzelf op de troon, was niets, betekende niets in vergelijking met het nieuwe leven dat ik nu in Christus mag bezitten, nu Zijn Geest de heerschappij over mij is gaan voeren. Vóór de opwekking probeerde ik met alle krachtsinspanning een goed christelijk leven te leiden, maar nu leeft de Heere Zijn leven in mij, en wat een verschil is dat! Ik wil beslist niet meer terug naar die vroegere manier van leven, want er is geen groter vreugde denkbaar dan het besef en de werkelijkheid dat je onder de liefdevolle heerschappij staat van de Heilige Geest en dat je geheel bent overgegeven aan Christus en aan Zijn wil.

Dit heeft de Heere voor mij gedaan. Moge Zijn naam verheerlijkt worden! Penticton B.C. (Canada), 199 NcPherson Cres.

Mevr. Marian Koning

ONDER EDE BELIJD IK ….

Krachtens het r.-k. kerkelijk wetboek zijn alle priesters verplicht, willen zij de vergunning krijgen om te preken en biecht te horen, onder ede de gn. „Geloofsbelijdenis van Trente-Vaticanum I" af te leggen (C.I.C. can. 1406 § 1,7°). Met de hand op het Evangelie moeten zij daar verklaren: „Met alle beslistheid belijd ik dat de beelden van Christus en van de Moeder Gods en altijd Maagd alsmede van de andere heiligen er moeten zijn en bewaard blijven en dat daaraan de verschuldigde eer en verering moet worden gebracht".

Vroeger moesten de priesters ook de anti-modernisteneed afleggen, maar die is drie jaar geleden afgeschaft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's

Mijn nieuwe lied

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1972

In de Rechte Straat | 36 Pagina's