IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VRUCHTBARE POLEMIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRUCHTBARE POLEMIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

U zult gemerkt hebben dat ik de laatste tijd steeds, wanneer ik een uitlating van een ander meen te moeten bestrijden, van tevoren copie van mijn artikel toezend en tevens de gelegenheid geef tot een antwoord, dat dan een rechtzetting kan zijn of een andere belichting.

Ik had dat echter niet gedaan met de twee artikelen (I.R.S. jan. 1967), waarin ik de uiteenzetting van dr. Kraan over zijn pelgrimstocht naar Rome bestreed. Waarom niet? Omdat die uiteenzetting van dr. Kraan duidelijk genoeg was en ook omdat ik bewust wilde schokken.

Antwoord van dr. Kraan

Nu heeft dr. Kraan in De Havenloods van 9 maart een antwoord gepubliceerd op mijn artikelen en ik ben daar blij om. Zo komen deze zaken aan het rollen en worden de schijnwerpers van de Bijbel erop gericht. Ik hoop in een volgend nummer hierop terug te komen.

Onvruchtbare debatten

Dr. Kraan schrijft in zijn antwoord over de onvruchtbaarheid van debatten over geloofszaken.

Ik kan het met hem eens zijn, wanneer het gaat over openbare mondelinge debatten. Dan worden de debatteurs gedrongen in de situatie van twee kemphanen terwijl het publiek hen aanvuurt, toejuicht of uitjouwt. In zulk een klimaat kan men niet rustig denken. Dan is het niet de waarheidsvraag die in het midden staat, maar dan gaat het om slagvaardigheid, om een overtroeven van de ander.

Onvruchtbare polemiek

Maar ook schriftelijke polemiek kan onvruchtbaar zijn en is het in het verleden vaak geweest, met name ook in kerkelijke twistvragen. Dat gebeurt als men de ander allerlei dingen laat zeggen, die hij beslist niet bedoeld heeft, bv. door zinnen en woorden van hem aan te halen, die volkomen uit hun verband zijn gerukt; door allerlei konklusies uit de beweringen van een ander te trekken en daar dan maar op door te hollen, terwijl de ander zulk een konklusie helemaal niet voor zijn rekening zou willen nemen enzovoort.

Er is ook vruchtbare polemiek

In onze tijd heeft men duidelijk gezien dat zulk een polemiek, zoals die in het verleden meerdere malen gevoerd is, onchristelijk, liefdeloos en daarom onvruchtbaar is. Maar nu dreigt men naar het andere uiterste over te slaan en met het badwater ook het kind weg te gooien.

Er is immers een oud Frans spreekwoord dat zegt: „Uit de botsing van de ideeën springt de waarheid naar voren". In zulke oude spreekwoorden zit dikwijls een diepe wijsheid, die wij niet licht mogen versmaden.

Zulk een polemiek moet dan echter aan bepaalde voorwaarden voldoen. Allereerst moet ze doordrongen zijn van liefde, algemene mensenliefde, christelijke liefde of welke vorm van liefde ook. Zulk een liefde brengt dan vanzelf met zich mee: eerbied voor de overtuiging van een ander, ook al is die nog zo verschillend van de onze. Verder geduld, zelfbeheersing, luisteren naar de ander, hem laten uitpraten en vooral: een onverbiddelijke eerlijkheid, de vaste wil om de ander op geen enkele wijze onrecht aan te doen. Daarom lijkt het me over het algemeen zeer gewenst dat men vóór de publikatie aan de ander inzage geeft in de artikelen die men over hem wil schrijven. Daardoor kunnen misverstanden reeds van tevoren uit de publikatie geweerd worden. Pater Schoffelmeer en ik hebben het laatste jaar steeds op deze wijze met elkaar van gedachten gewisseld.

Dit MOET kunnen

Als men denkt dat zulk een rustige gedachtenwisseling over de diepste verschillen niet mogelijk zou zijn, dan moeten we maar ophouden met al ons gepraat over oecumene. Dan is dat allemaal maar schone schijn, die weldra uit elkaar zal spatten tegen de keiharde werkelijkheid van onze zondige natuur.

Ik las bv. de „oecumenische leergangen voor jongeren", geschreven door priesters en predikanten. Angstvallig wordt daarin vermeden alles waarin men van elkaar verschilt en slechts naar voren geschoven datgene waarvan men denkt dat het met elkaar verbindt. Het is echter allemaal zo lief en zo vriendelijk en zo zoet.

Het doet mij denken aan een Fransman en een Duitser, die elkaar ontmoeten op een diner en netjes met mes, vork en lepel eten. Ze zeggen „pardon", als ze elkaar per ongeluk aanstoten; ze vragen beleefd verlof om de ander te passeren. En de volgende dag breekt de oorlog uit en ze trachten elkaar een bajonet in de buik te steken.

Zo meen ik ook, dat deze oecumenische vriendelijkheid teveel het diepe bederf van onze menselijke natuur ontvlucht en daarom niet genoeg bijbels-realistisch is.

„Oefen u"

In de Bijbel worden wij meerdere keren opgeroepen om ons te oefenen „in de godzaligheid (godsvrucht)" (1 Tim. 4:7), „om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en bij de mensen" (Hand. 24:16), „in de kastijding (tucht)" met als „vreedzame vrucht de gerechtigheid" (Hebr. 12:11), „de zinnen, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads" (Hebr. 5:14).

De goede polemiek kan een uitstekende oefening zijn om goed en kwaad bij jezelf te onderscheiden, althans als iemand zich, zoals Paulus, wil oefenen om altijd een onergerlijk geweten te hebben. Als wij onze innerlijke roerselen bij de polemiek ontleden, dan zullen wij heel goed kunnen merken, waardoor wij ons laten leiden: door de liefde of door verbittering, door wraakzucht, door gelijkhebberij, door hoogmoed, achterdocht, liefdeloosheid.

De gelovige van het Nieuwe Testament

Een andere vraag is: Het N.T. tekent ons de gelovige als een mens, die uitsluitend door de weg van het Woord en het Sakrament en krachtens de werking van de Heilige Geest gemeenschap heeft met God in Jezus Christus. Nooit lezen we van die mensen, dat zij ook maar enigszins steunden op uiterlijke ceremoniën, bedevaarten ondernamen naar het graf van Jezus, relikwieën van Jezus, Maria of martelaren vereerden, wijwater gebruikten enzovoort.

De vraag is nu: Is de Bijbel ook een negatieve norm? Ik bedoel daar dit mee: Moeten wij ook al die religieuze uitingen vermijden, die wij ook bij de gelovigen van het N.T. niet aantreffen?

In hoeverre is de Bijbel norm?

Ik meen dat de Bijbel ook daarin norm voor ons is. Ik meen dat de soberheid van het leven bij Woord en Sakrament alleen, zoals we dat bij de eerste christenen telkens weer bespeuren, ook aan ons als norm en voorbeeld is gegeven.

Dr. Kraan meent dat ik dan te weinig ruimte geef voor de christelijke vrijheid. Ik dacht echter dat wij de christelijke vrijheid allereerst moeten opvatten als een vrijheid van de vloek der wet; vervolgens als een vrijheid van het juk van menselijke (kerkelijke) tyrannie; of meer positief: een vrijheid om vanuit innerlijke instemming Gods geboden te volbrengen, daar ze immers bij de wedergeboren mens in het hart geschreven zijn.

En vervolgens ben ik inderdaad wel erg bang voor de zondigheid van mijn eigen hart en de zondigheid van ons hele mensdom. Daarom lijkt het mij althans veiliger om mij zoveel mogelijk te houden aan de norm van Gods Woord. De geschiedenis van het oude Israël en de kerkgeschiedenis heeft, meen ik, voldoende aangetoond hoe gevaarlijk het is, wanneer de mens probeert te varen op het kompas van zijn eigen religieuze hart; en dat ondanks de beste bedoelingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1967

In de Rechte Straat | 48 Pagina's

VRUCHTBARE POLEMIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juli 1967

In de Rechte Straat | 48 Pagina's