IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

karakters worden openbaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

karakters worden openbaar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de diktatuur van Hitier zijn vele karakters openbaar geworden. Mensen die vroeger een grote mond hadden bij redevoeringen en in geschriften, bleken nu ineens lafaards te zijn. En mannen van weinig woorden, van wie men niet veel had verwacht, kwamen uit hun vroegere stilte en teruggetrokkenheid tevoorschijn als helden, als onverzettelijken in het verzet.

Honingzoet en alles gladstrijkend

Dat is ook nu weer het gevale nu Paulus VI zo diktatoriaal heeft ingegrepen. In De Tijd zijn enkele artikelen over de laatste concilieweek verschenen aan de hand van de bekende pater-jezuiet, Danielou. Honingzoet en alles gladstrijkend en goedpratend. Gelukkig heeft prof. F. Haarsma echter in een artikel in De Tijd daarop gereageerd en aangetoond, dat Danielou bij die goedpraterij gebruik had gemaakt van duidelijke onwaarheden.

Ook prof. Schillebeekcx 'heeft in De Bazuin van 23 dec. 1964 eenzelfde „lieve" poging ondernomen. Zijn konklusies: „De gebeurtenissen van de laatste week der derde sessie komen neer op enkele psychologische fouten". „Naar mijn aanvoelen is de laatste week van de derde sessie een geestelijke zuivering voor heel het concilie". Kopjes van zijn artikel: „Geen verkrachting van bisschoppelijke rechten". „Ontferming over het bezwaarde gen?ten der minderheid". Deze clericale slaafsheid is zonder meer weerzinwekkem.

In Te Elfder Ure keert dr. E. Brongersma zich ook tegen de veel te optimistische geluiden van mgr. Bekkers voor de televisie. En verder schrijft hij:

De tiara voor kapitaalkrachtige armen

„In De Bazuin van 10 december beschrijft Yves Congar in hooggestemde bewoordingen het gebaar, waarmee de paus zijn tiara aan de armen offerde, als profetisch. Kennelijk wist Conugar toen nog niet, dat met de armen een Amerikaans kardinaal bedoeld was. Laten we niet hopen, dat deze geschiedenis profetisch blijkt. Symbolisch is 'het gebaar al genoeg als we bedenken hoe dollars, die Amerika destijds schonk voor de onderontwikkelde gebieden van Zuid Italië dank zij de machinatie van de — door het vaticaan gesteunde — Democrazia Christiana, grotendeels ten goede kwamen aan de rijke industriëlen van Milaan en Turijn. Aan de voormalige aartsbisschop van Milaan kan dit niet ontgaan zijn. En zo ligt er een verrukkelijke ironie in dit wedergebaar, waarmee opnieuw, onder het motto de armen te helpen, de rijken verrijkt worden".

„Een eenvoudige pelgrim" reist super-eerste klas

„Na dit alles is de paus dan naar Bombay getrokken, op zijn uitdrukkelijk ver zoek als „een eenvoudige pelgrim". Dat wil zeggen: in een eerste klas compartiment, versierd „met goud en ivoor in patronen, welke doen denken aan Benaresbrokaat", en ingericht met vier stoelen, een bureau en een bed. Hoe moeilijk 'het is, de pretentie plaatsbekleder van God de Zoon te zijn, te verenigen met het voeren van een grootse wereldse staat, bleek duidelijker dan ooit, toen de komst van de vicaris Christi moest worden voorbereid met arrestaties aan de lopende band en het drijven van de bedelaars uit de stad. Johannes de Doper deed het eertijds anders. Natuurlijk heeft de paus gevraagd de gearresteerden vrij te laten en natuurlijk heeft de Indiasche regering, naar de regels van oosterse wellevendheid, glimlachend verklaard dat ze al weer vrij waren. In de avondbladen kon de paus lezen dat dit niet waar was. En daar is het dan bij gebleven. De door Johannes gewekte goodwill is verloren, de conciliemeerderheid machteloos gemaakt, de cultus van het schoonschijnende holle gebaar en het triomfalisme zijn met hernieuwde kracht teruggekeerd".(bl. 490).

Prof. Delfgauw schrijft over: „Optimisme?

,,Ook na de derde zitting van het Concilie hoort men optimistische geluiden. Deze zitting heeft toch zoveel goeds gebracht in de erkenning der collegialiteit en op velerlei andere punten. Het is vooral verheugend, dat de genomen beslissingen met zo overgrote meerderheid zijn genomen, enz.

In feite echter zijn alle argumenten voor optimisme argumenten voor het tegendeel. De erkenning der collegialiteit is door de nota praevia praktisch gefrusteerd.Wanneer de collegialiteit in de praktijk geheel afhankelijk is van de Paus, is er geen collegialiteit. Niemand kan immers zeggen, wat een louter theoretische collegialiteit anders betekent dan een niet-erkenning der collegialiteit. Dat de meerderheid voor de collegialiteit zo groot was, is achteraf evenmin verheugend, want er wordt alleen door bewezen, dat de Paus zelfs de grootst mogelijke meerderheid negeert. Er zijn op het Concilie veel goede en, ware zaken gezegd door het wereldepiscopaat, maar uiteindelijk is dit alleen show, want de Paus (d.i. de Curie) beslist. De Kerk toont haar onvermogen de evangelische boodschap in onze tijd te brengen." (bl. 488).

„Montini is duidelijk de voortzetter gebleken van de absolutistische traditie, die aan politieke verhoudingen ontspringt, welke via ancien régime en Middeleeuwen teruggaan tot het absolutisme van de Romeinse keizers. Het wereldse van het verleden heeft getriomfeerd over de bijbelse traditie." (bl. 489).

En prof. Haarsma over „al te brave leken"

„Lekebeest" is een lelijk clericaal woord. Leken mogen het eigenlijk niet horen. Men gebruikt(e) het voor een priester die om welke reden dan ook — niet altijd goed — zijn vertier zocht bij leken en zich daarvoor losmaakte van de eigen groep.

Daarvoor in de plaats moet een ander komen. Hoe het luiden zal, weet ik nog niet. Misschien zal het beschaafder klinken dan „lekebeest", voor mijn part „lieveheersbeest". (Dat woord zal dienen om aan te duiden) de leken, die alles voor zoete koek slikken wat door het kerkelijk gezag gezegd en gedaan wordt; die nietszeggende toespraken houden en diplomatieke antwoorden geven; die zorgen dat hun eenmaal verworven posities niet in gevaar komen; die de eigenlijke vragen heel zorgvuldig weten te dekken; die uit prudentie buiten schot blijven.

Na twee Concilie zittingen, waarop leken officieel vertegenwoordigd waren, vraag ik mij met enige zorg af, of er nog niet te veel van dit soort waren. Waarom horen wij anders zo weinig van hen? Heeft de Paus zelf niet gezegd, dat zij op het Concilie moesten komen luisteren (hetgeen zij braaf gedaan hebben), maar na het Concilie de taak hebben om te spreken? Ook dit doen zij braaf, maar te braaf. Althans, zo dacht een clericus en hij niet alleen".(bl. 491).

F.H.

„Waar wrikt de concilie-schoen?"

Onder deze titel verscheen een redaktioneel artikel in De Bazuin, waarin men zich distancieerde van de al te optimistische geluiden van Sdhillebeeckx en Congar, die de „gebeurtenissen minimaliseren tot enkele randstoringen die het wensbeeld van het Concilie niet of nauwelijks beïnvloeden".

De redaktie schrijft vervolgens: „Wat ons en velen met ons droevig stemt, is het feit dat de Kerk zich belachelijk heeft gemaakt in de ogen van de gelovigen van de wereld. Een Kerk die zichzelf serieus neemt en zich in 'paitorale bekommernis tot de wereld wil richten, mag bij haar overleg op het hoogste niveau geen manipulaties tolereren, waarvoor een normaal parlementair bestel zich zou schamen Velen hebben zich in deze weken geërgerd van de Kerk afgewend. Waarom? (...) De gewone gelovige, de man van de straat, zegt: Wat daar in Rome gebeurt, is niet eerlijk, dat is gekonkel. (...) Want DAT er oneerlijk is gemanipuleerd in deze laatste week, — dat weet langzamerhand iedereen

Relleltjes van r.k. reactionairen

„Kardinaal Feltin, aartsbisschop van Parijs, heeft uitdrukkelijk gewaarschuwd tegen een reactionaire beweging onder de katholieken, welke herhaaldelijk scherpe vormen aanneemt en soms zelfs tot wanordelijkheden bij vergaderingen en spreekbeurten aanleiding geeft". „De scherpe waarschuwing van kardinaal Feltin kwam na een reeks van gebeurtenissen in Frankrijk, waarin uiterst behoudzuchtige inzichten binnen de kerk in botsing, kwamen met voormannen van de vernieuwing". „De bekende pater Congar heeft een voordracht moeten afbreken, omdat enkele groepjes hem toeschreeuwden met kreten als: „marxist" of „ga naar Moskou". Een rede van pater Chaigne moest om dezelfde reden worden onderbroken en kon pas worden voortgezet in....... een naburige protestantse kerk".

„Rooms relletje in Engeland — Rumoer rond opzienbarend boek over katholicisme". Dit lazen wij in De Tijd van 14 jan. 1965. Sinds de reformatie is er niet meer zulk een diepgaande interne beroering geweest in de r.k. kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

karakters worden openbaar

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's