IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

2 Pius XII en de Jodenvervolging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2 Pius XII en de Jodenvervolging

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit boek wordt ook op volkomen zakelijke wijze de houding van het Vatikaan ten overstaan van de Jodenvervolging weergegeven. Allereerst is er een gedeelte uit een „Koerierbrief van de Duitse gezant bij de Heilige Stoel, Ernst von Weiszacker aan het ministerie van buiten landse zaken, Berlijn, 28 oktober 1943

De Paus heeft zich, hoewel er naar verluidt van verschillende kanten sterk op aangedrongen werd, niet laten verleiden tot een demonstratieve uitlating tegen het wegvoeren van de Joden uit Rome. Hoewel hij er rekening mee moest houden, at deze houding hem van de kant van onze tegenstanders verweten en door de protestantse kringen in de angelsaksische landen voor propagandistische doeleinden tegen het katholicisme gebruikt wordt, heeft hij ook in deze netelige kwestie alles gedaan, om de ver- houding tot de Duitse regering en de zich in Rome bevmdende Duitse instanties niet te belasten. Aangezien hier in Rome vermoedelijk verder geen Duitse acties in het Jodenprobleem meer gehouden behoeven te worden, kan er dus op gerekend worden, dat deze voor de Duits-Vaticaanse verstandhouding onaangename kwestie is opgelost.

Van de zijde van het Vaticaan wijst hierop in ieder geval een bepaalde gebeurtenis. De „Osservatore Romano" heeft namelijk op 25/26 oktober op een in het oog lopende plaats een officieus communiqué gepubliceerd over de liefdedaden van de Paus, waarin in de voor het Vaticaanse blad kenmerkende stijl, d.w.z. rijkelijk ingewikkeld en onduidelijk, wordt gezegd dat de Paus zijn vaderlijke zorgen uitstrekt over alle mensen zonder onderscheid van nationaliteit en ras. De veelsoortige en onophoudelijke activiteit van Pius XII is in de laatste tijd tengevolge van het toenemende lijden van zovele ongelukkigen nog vergroot, zo zegt het blad.

Tegen deze publikatie kan des te minder bezwaar worden gemaakt, omdat de tekst, die in vertaling hierbij wordt gevoegd, slechts door zeer weinigen zal begrepen worden als een speciale verwijzing naar het Jodenprobleem.

Vervolgens uit een verslag van SS-Obersturmführer Kurt Gerstein, op 4 mei 1945 in Rottweil:

„Ik trachtte eveneens verslag uit te brengen aan de pauselijke nuntius in Berlijn. Daar werd mij gevraagd of ik soldaat was. Hierop werd mij elk gesprek geweigerd en ik werd verzocht, het gezantschap van Zijne Heiligheid te verlaten. Bij het verlaten van het pauselijk gezantschap werd ik achtervolgd door een politieagent op een fiets, die vlak langs mij reed, afstapte, mij toen echter onbegrijpelijkerwijze liet lopen. Daarna heb ik alles nog aan honderden mensen verteld, o.a. aan de adviseur van de bisschop van Berlijn, Dr. Winter, met het uitdrukkelijk verzoek, mijn mededelingen door te geven' aan de pauselijke Stoel".

„Der Stellvertreter"

Over deze houding van Pius XII heeft de Duitse auteur, Rolf Hochhuth — nog maar 32 jaar oud —, een toneelstuk geschreven onder de titel: „Der Stellvertreter", dat een bestseller is geworden. (Uitg. Rowohlt Verlag, Reinbek).

De inhoud van het toneelstuk: De pater-jezuïet, Riccardo Fontana, is diepgeschokt, omdat de pauselijke nuntius in Berlijn zo koel reageert op het verslag van de uitroeiing en de marteling van de Joden, dat hem gedaan werd door de protestantse SS-generaal, Kurt Gerstein.

Hij besluit om naar Rome te reizen en het Vatikaan wakker te schudden. Hij hoopt de paus te kunnen bewegen tot een duidelijke en openlijke veroordeling van deze volksmoord.

Als een koude diplomaat aanhoort Pius XII hem en besluit om niet ann zijn verzoek te voldoen, op grond van allerlei financiële en politieke overwegingen.

Dan besluit Riccardo om zelf „plaatsvervanger van Christus" te worden, nu de officiële „plaatsvervanger" zo verschrikkelijk faalt. Hij spelt zichzelf de Jodenster op zijn priestertoog en laat zich met hen naar Auswitz voeren. Een pistoolschot maakt daar een einde aan zijn gefolterde leven.

R.K. reakties

De reakties van r.k. zijde zijn uitermate fel geweest op dit toneelstuk. De Duitse bisschoppen hebben zelfs een officieel protest uitgevaardigd.

Over deze r.k. reaktis schrijft het r.k. blad „Adelbert" van juli j.1. op bl. 103: „Nu wil het ons voorkomen dat de katholieke pers in haar reacties op Hochhuhts voorstelling van zaken, zo gauw ze van argumenten uitgaat, bijzonder ongelukwig is geweest. Pater Leiber S. J. wilde het b.v. doen voorkomen alsof de Paus om mensenlevens te redden het zwijgen zou hebben bewaard. Als bewijs wordt het woord van de Nederlandse bisschoppen aangehaald, dat de maatregelen van de nazi's tegen de katholieke joden in Nederland zou hebben veroorzaakt. Nu lijkt ons dit toch een uiterst, zwak betoog. Wie heeft ooit de Nederlandse bisschoppen verweten de vervolging van onze joden door hun veroordeling van het nationaal-socialisme te hebben bewerkstelligd? Wie heeft ooit de moedige mgr. van Galen Hitiers optreden tegen geesteszieken voor de voeten gegooid? Nog afgezien van de enorme morele steun die een pauselijk woord OP TIJD voorde Duitse nazi's bedoeld zou zijn. Zijn de opvattingen van deze schrijver over Paus Pius XII juist, dan is de schande niet voor degene die ze aan de kaak stelt. En wat denet men te bereieen met een gerechtelijee aanelacht wegens laster tegen de schrijver? Erg verstandig lijet dit alles niet."'

„Zo lopen ze allemaal de laan af, allen naakt, mannen, vrouwen, kinderen. — Moeders met zuigelingen aan hun borst, ze komen naar boven, aarzelen, gaan de dodenkamers in! — Ze beklimmen het trapje en dan zien ze alles, maar ze gaan binner voortgeduwd door degenen die achter hen lopen of door de leren zwepen van de SS. Het merendeel zonder een woord te zeggen. Een Jod vap omstreeks 40 iaar, met vlammende ogen, roept dat het bloed dat hier wordt vergoten, over de moordenaars moge komen. Ze krijgt vijf of zes slagen van een rijzweep in haar gezicht, dan verdwijnt ook zij in de gaskamer", p. 134.

MOORDENAARS IN DE NAAM VAN GOD

We hebben hier nog een ander boek voor ons liggen: „Assassins au nom de Dieu" (moordenaars in de naam van God), door Hervé Laurière.

Dit boek komt met een andere aanklacht tegen de r.k. kerk, met name tegen Mgr. Stepinac en via hem tegen Pius XII.

In Yugoslavië zijn n.1. onder de oorlog door de „Oustachis" (zo werden daar de nationaal-socialisten genoemd) ruim 500.000 Grieks-orthodoxe Serviërs vermoord. Hun verschrikkelijke leider was Anté Pavelitch.

Hij had met goedkeuring van Hitier het „onafhankelijke koninkrijk Kroatië" opgericht. Op 18 mei ging Pavelitch met groot gevolg naar Rome om aan de hertog van Spoleto de koningskroon van Kroatië aan te bieden.

Hij werd toen ook in audiëntie ontvangen door Pius XII, en dat, terwijl Pius XII toch moest weten, dat deze Pavelitch in 1935 bij verstek was ter dood veroordeeld door het gerechtshof van Aix en Provence in Frankrijk in 1935, omdat hij de instigator was geweest tot de moord op Koning Alexander I van Yugoslavië en van Louis Barthou, minister van buitenlandse zaken van Frankrijk. Pius XII wist dat toch. Hoe kon hij dan zulk een koningsmoordenaar officieel ontvangen?

Maar vooral: Pius XII was toch ook goed geïnformeerd omtrent de toestanden in het nieuwe koninkrijk van Kroatië. Hij kende toch de nazipraktijken, die Pavelitch daar uitvoerde.

In Le Vatican contre la France van Edmond Paris, uitg. Librairie Fischbacher, Paris, lees ik op blz. 37: „Op 12 maart 1942, ter gelegenheid van de verjaardag van de pauseroning van Pius XII, zond Pavelitch hem zijn „nederige en oprechte geluewensen", waarop de paus hem bedanete en uiting gaf aan zijn „verlangens voor het eatholieee welzijn". (Hrvatski Narod, 21 mrt. 1942).

En zelfs op nieuwjaarsdag 1943 ontving deze hoofdman van de moordenaarsbende nog de apostolische zegen „voor hemzelf en voor het hele Kroatische volk". (Katolicki List, no. 23, 1943, r.k. dagblad).

Ook de chef van de veiligheidspolitie, de Kroatische Gestapo, Eugen Kvaternic, en honderd van zijn ondergeschikten, allen beulen en folteraars, ontvingen de eer van een pauselijke audiëntie. De Osservatore Romano van 23 juli 1941 vertelt dat zelf.

En dat terwijl juist in die zomer van 1941 de Oustachis van Yugoslavië begonnen waren met de stelselmatige uitmoording van hele dorpen van Grieks orthodox Servië.

En dat terwijl vooral onder leiding van de franciskanen men de Grieks-orthodoxen met geweld trachtte te „bekeren" tot de r.k. kerk. In het boek staan foto's van massa's Serviërs, die bepreekt worden door een pater franciskaan, terwijl de Oustachis er rondom staan om de prediking te bevestigen met de wapens die zij dragen.

Ook bisschoppen hebben deze „bekeringsaktiviteit onder bedreiging met fusillade en concentratiekampen" goedgekeurd. Zo schreef mgr. Janko Simrak: „Wij moeten nu met daden bewijzen wat wij zo diewijls gedurende eeuwen gesproeen hebben. Tot nog toe hebben wij op het gebied van de beeeringen geen tastbare resultaten gehad. Wij waren bang voor allerlei eleine moeilijeheden, wij vreesden de verachting van het vole en daarom hebben wij steeds maar geaarzeld. Elk groot were heeft echter zijn tegenstanders, en daarom moeten wij een besliste houding aannemen, wanneer het gaat om de heilige eenheid, om het heil van de zielen en om de grotere eer van onze Here, Jezus Christus" („Clasnik Krizévacke Nadbiseupije", officieel orgaan van het aartsbisdom van Krizevci, no. 2, 1942).

En een andere bisschop, mgr Aksamovitch, bisschop van Djakovo, richtte zich in een proklamatie tot de Grieks-orthodoxe Serviërs met deze woorden: „Tot nu toe heb ik reeds meerdere tienduizenden Grieks-orthodoxen in de schoot van de Katholieke Kerk opgenomen. Neem een voorbeeld aan uw broeders en wend u zonder nog langer te talmen tot ons en vraag uw bekering aan tot het katholicisme. Als katholieken zult u rustig in uw huis en haard kunnen blijven en niet gestoord worden in uw dagelijkse arbeid".

Wij moeten echter meteen erbij voegen, dat er ook loffelijke uitzonderingen waren.

Dat was allereerst de oude bisschop van Mostar, Aloïs Misitch. In een herderlijke brief van 18 aug. 1941 schrijft hij:

„De tyrannen geven orders en zelfs terwijl de nieuw-beeeerden de mis in de kerk bijwonen, eomen zij opdagen en nemen mee wie zij willen, zonder te letten op leeftijd of geslacht. Ze behandelen hen als slaven en zenden ze in massa's naar de eeuwigheid. Over enige jaren zal heel de wereld het recht hebben om deze onbezonnen aetie te veroordelen".

Ook kardinaal Tisserant heeft ernstig geprotesteerd tegen deze gewelddadige bekeringsakties, die vooral door de franciskanen werden verricht. Dat blijkt uit een verslag van de ambassadeur in Rome van de Kroatische staat aan zijn minister van buitenlandse zaken, op 6 maart 1942.

Het helpt echter allemaal niets. Terwijl de massale uitroeiing van de Grieksorthodoxe Serviërs voortgaat, zendt Pius XII op nieuwjaarsdag van 1943 nog zijn apostolische zegen voor de bandiet Pavelitch en het hele Kroatische volk.

ONS OORDEEL OVER HET VERZUIM VAN PIUS XII

Wij mogen het verzuim van Pius XII niet al te zeer als een persoonlijke schuld aanrekenen in die zin, dat wij daarin bijna een goedkeuring zouden lezen van al die wreedheden. Zo was Pius XII beslist niet. Het zou een groot onrecht zijn hem zo voor te stellen.

Wij moeten niet vergeten, dat hij een uiterst moeilijke positie innam. En wanneer je dan allemaal zelf de beslissingen moet nemen, wordt de last van je verantwoordelijkheid dan niet zo zwaar, dat je geest er door verduisterd wordt en je geen juiste kijk meer op de dingen kunt krijgen?

Er zal heel wat door Pius XII heen zijn gegaan, toen hij telkens weer zijn besluit meende te moeten handhaven om geen officieel duidelijk en krachtig protest te laten horen tegen die massale uitroeiing van zoveel mensen. Al zal hij dan gemeend hebben allerlei gewichtige redenen te hebben voor zijn zwijgen, toch zal het leed van zoveel miljoenen zwaar op zijn geweten hebben gedrukt.

Objektief moeten wij echter zeggen, dat het verzuim van Pius XII zwaar zondig, zelfs misdadig is geweest, al herhalen wij nog eens uitdrukkelijk, dat wij geen uitspraak willen doen over zijn persoonlijke schuld.

Het bloed van onschuldigen roept tot de hemel om wraak. Wie op zo'n verantwoordelijke post staat, mag dan nooit zwijgen, al zou het Pius XII zijn leven hebben gekost. Hoeveel profeten van het Oude Testament zijn er niet gedood, omdat zij onverschrokken het Woord Gods verkondigden en hun veroordeling uitspraken over het zondige gedrag van de koningen?

Maar een veel belangrijker konklusie is deze: Elk weldenkend mens van nu zal erkennen, dat Pius XII verschrikkelijk gefaald heeft. Maar wat blijft er dan nog over van de beweerde onfeilbaarheid van de pausen?

Die onfeilbaarheid wil toch zeggen, dat de paus niet kan dwalen, als hij ex cathedra een uitspraak doet over geloof en zeden. Dan heeft hij de onfeilbare bijstand van de H. Geest, beweert Rome.

Maar als nu iedereen inziet, dat Pius XII gefaald heeft door te zwijgen in zulk een gewichtig uur van de geschiedenis, wat blijft er dan over van de beweerde bijstand van de H. Geest, waardoor de paus niet falen kan.

Misschien gaat iemand zeggen: Ja, maar de paus is alleen maar onfeilbaar als hij spreekt, maar niet als hij zwijgt. — Ik meen echter, dat er maar heel weinige r.k. theologen in onze tijd serieus met zulk een scholastieke spitsvondigheid zullen komen aandragen.

Misschien zegt een ander: Maar de paus is alleen maar onfeilbaar als hij een uitspraak doet over de beginselen van het geloof en de zeden, maar niet als hij een uitspraak doet over konkrete toestanden of feiten.

Dit is echter een moedwillig uit elkaar rukken van de gaven Gods. In 1 Kor. 12:8 worden de gaven van de kennis en de gave der wijsheid als gaven des Geestes op gelijke voet naast elkaar gesteld. Er wordt helemaal niet bij gezegd, dat de I i. Geest aan de gave der kennis de onfeilbaarheid zou verbinden en aan de gave der wijsheid niet.

En wanneer de pausen, en ook Pius XII, beweren, dat zij onfeilbaar zijn in de kennis, in de theorieën, die zij ex cathedra ten beste geven over geloof en zeden, dan antwoorden wij: Wij kunnen dat reeds daarom niet aannemen, omdat u in sommige punten, zoals in dit geval van het verzuim van Pius XII, duidelijk de gave des Geestes van de wijsheid niet blijkt te bezitten.

Een ander bezwaar tegen de pretentie van de pauselijke onfeilbaarheid is natuurlijk het feit, dat Paulus de gave der kennis als gave van de H. Geest helemaal niet alleen voor één mens reserveert, die dan aan het hoofd van alle gemeenten van de gehele wereld zou staan.

„Want de een wordt de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest" (1 Kor. 12:8).

Laten we toch a.u.b. ophouden met op mensen te bouwen. Het geval van Pius XII is toch wel weer een afschrikwekkend voorbeeld. God heeft ons zijn Woord toevertrouwd in de Schrift, die onfeilbaar is. Hij zendt ons zijn H. Geest om als plaatsvervanger van Christus ons te leiden naar de volle waarheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

2 Pius XII en de Jodenvervolging

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's