IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

SCHUDT DE SLAPENDEN WAKKER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCHUDT DE SLAPENDEN WAKKER

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Matth. 25:6 „

GEEN ERGERNIS........

Onder dit opschrift stond er in de Kruisbanier van 20 september een schrijven weergegeven van Mevr. Voorwinden. Een heel goed bedoelde brief, die echter toch een antwoord nodig maakt.

Op de twee conferenties voor ex-rooms-katholieken, welke in Nederland gehouden zijn en bij tal van andere gelegenheden is er gesproken over de methode van Evangelisatie onder de rooms-katholieken. Als Mevr. Voorwinden gelijk heeft met haar brief, dan kunnen de Predikanten en Evangelisten wel op hun lauweren gaan rusten. Er spreekt in die brief een medelijdend hart, dat er aan denkt, wat een gewetensconflicten het lezen van „verboden" boeken teweeg kan brengen bij roomse priesters. Daarom raad zij af om aan roomse priesters het boek van Ds. Hegger: „Mijn weg naar het Licht" te zenden. Omdat wij weten, dat er meerderen zijn, die zo denken en die ons soms zeggen: „Ik snap niet, waarom U zich zo druk om anderen maakt. Laat die mensen toch gerust, ze laten U toch ook met rust!", daarom wijden wij ons artikel ditmaal aan dit probleem. Als men even doordenkt op de consequenties van zulk een schrijven, dan zal het al gauw duidelijk worden: „Nee, dat is toch te gek, dat is een misplaatst medelijden."

EN DE GOEDE HERDER DAN?

Laten we eens naar de allergrootste en de allerbeste Evangelist aller tijden gaan kijken: JEZUS CHRISTUS ZELF!

Hij noemt Zichzelf de Goede Herder, die er allesbehalve passief onder blijft, als Hij merkt, dat één van Zijn schaapkes dwaalt. Misschien loopt dat schaapje heel rustig ergens te grazen en is het heel tevreden, maar de Herder ziet de grote gevaren, die het loopt en Hij gaat het ophalen. Misschien heeft het verloren schaap wel erg gesparteld, toen het opgenomen werd en op de schouders van de Herder werd gelegd. Het zag het nut en de noodzaak daarvan helemaal niet in, maar intussen deed de Herder toch Zijn werk. Datzelfde werk wil de Goede Herder nog steeds blijven doen, maar nu door middel van Zijn dienaren. „Nog andere schapen heb ik, die niet van deze stal zijn; ook clie moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder." Joh. 10:16. De conclusie, welke uit bovengenoemde brief volgt, zou echter zijn: „och, laat die beestjes toch gerust, ze mochten een onrustig en opgeschrikt worden ....

DEPLICHT OM TE GETUIGEN.

Jezus gaf de Zijnen bij verschillende gelegenheden de uitdrukkelijke opdracht om UIT TE GAAN: „Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam van de Vader en des Zoons en des Heiligen Geestes EN leert hen onderhouden al wat ik U bevolen heb." Matth. 28:19. Zijn leerlingen waren dan ook onruststokers. Saulus van Tarsus kookte van woede, als hij zag wat die gehate christenen allemaal uitspookten onder de vrome Joden. Hadden zij hen daarom maar met rust moeten laten?

Misschien zal iemand zeggen: Ja, maar dat waren geen christenen en dat kan je van de roomse priesters toch niet zeggen. Laat die mensen in hun eigen gedachten, ze bedoelen het goed en ze weten niet beter.

Luisteren wc weer naar het Evangelie: Matth. 25 vertelt ons over de wijze en de dwaze maagden. De dwaze maagden hadden geen olie, hun lampen konden niet branden, ze waren niet gereed om de Bruidegom te ontvangen. Misschien waren ze wel misleid geworden door anderen, die hen op hun gemak hadden gesteld: „oh, dat kan altijd nog wel", „hier, pak maar aan, hier is alles wat je nodig hebt" — en ze hebben dat geloofd en straks zal blijken, dat ze NIET hebben, wat ze nodig hebben. Veronderstel, dat U langs die slapende vrouwen loopt en bemerkt, dat ze niet klaar zijn. Zou het juist zijn te zeggen: „ach, laat ze slapen, ze liggen daar zo lekker " Hoe erg, als dan midden in de nacht het geroep zou weerklinken: „ZIET DE BRUIDEGOM KOMT" en velen zouden geen olie hebben, terwijl U hen had kunnen waarschuwen, maar ge had „medelijden" met hen gehad. Zouden de afgewezenen naar U toe komen om U te bedanken voor Uw humaniteit, voor het respect voor hun heerlijke rust, die U getoond heeft? Ik denk van niet.

EEN PURPER GORDIJN!

Vele „getrouwe zonen der Moederkerk", vele priesters hebben nog nimmer een „verboden" boek gelezen. Velen hoorden nimmer een ander dan een rooms geluid. Als een „zorgzame Moeder" heeft Rome die trouwe zonen omgeven met een haag van dreigementen van dood en verdoemenis (d.w.z. onder doodzonde verboden) als zij dit of dat zouden lezen.

Alles en alles is er bij de opleiding der priesters op gericht om hen de echte „sensus catholicus" bij te brengen. Vandaar, dat de meeste priesters dan ookrooms denken en rooms „aanvoelen". Waar de ROOMSE leer gevaar loopt, daar zijn zij direct in afweer-toestand, daar komen zij in actie. Waar het echter de eer van God, de waarheid van Gods Woord om het heil der zielen, daar tonen velen een onbegrijpelijke apathie.

De KERK aanranden, de Rooms-Katholieke wel te verstaan, dat is veel erger dan zondigen; die dood-ordinaire zondetjes, die iedereen doet, daar komt men met drie of tien Wees Gegroetjes penitentie wel weer van af.

De onfeilbare KERK aanranden, dat betekent voor de meesten: alle grond onder hun voeten weghalen. Omtrent Gods Woord verkeren de meeste priesters in een verschrikkelijke onwetendheid. Zij kennen alleen de LEER van de KERK, die zegt Gods Woord pas-klaar voor hen gemaakt te hebben. Zij vinden het inderdaad heel niet prettig geconfronteerd te worden met het feit, dat VELE priesters die „onfeilbare" „moeder" de rug toe hebben gekeerd. Zij snappen daar niets van. Zij hebben daar uit hun moraalboeken hun oordeel al over klaar: apostasie, in de ban, ketters, doodzonde enz. enz., maar begrijpen doen ze er niets van. De uitdrukking PURPEREN GORDIJ N is nog zo heel gek niet. Zoals de mensen achter het IJzeren Gordijn dom gehouden worden en alleen weten, wat hun leiders hen laten weten, zo is het ook met zovele priesters, „getrouwe zonen der Moederkerk."

TRAGISCHE ONWETENDHEID.

Het is met bewogenheid, dat ik deze regels schrijf. De bewogenheid van iemand, die zelf jaren lang verschrikkelijk geleden heeft onder de  goede zorgen van Moeder de Kerk". Honger naar God, liefde voor de zielen, puur idealisme, liefde vooral voor Jezus doet velen, zo niet de meeste, kloosterlingen en seminaristen besluiten om de wereld te verlaten en zich te wijden aan de dienst des Heren. Dat is iets, dat vast staat als een paal boven water.

Maar wat een tragiek, wat een verdriet, als deze mensen tot de ontdekking komen, dat zij in plaats van de ENE kostbare Parel een valse hebben, waarvoor ze alles hebben prijsgegeven. Nog tragischer is het, dat velen zozeer verblind zijn, dat zij wel erg lijden onder een mislukt geestelijk leven, dat niet tot uitbloei kan komen, hoezeer zij zich ook ingespannen hebben, maar dat zij door hun vooringenomenheid aangaande de „onfeilbare" kerk er toch nimmer toe komen om de parel, die ze hebben, eens te onderzoeken op zijn gehalte en echtheid. Zoiets te gaan onderzoeken, zou al twijfel insluiten en dat is DOODZONDE! Nee, het KAN NIET aan de Kerk liggen, dat komt eenvoudig niet in hen op, het moet aan hen zelf liggen, dat kan niet anders.

En zo sukkelen ze dan voort, jaar in jaar uit, met een „vrijwillig" op zich genomen last, die Jezus hen nooit opgelegd heeft, zuchtend en bevend onder wetten, die vertegenwoordigers van een menselijk-systeem hen op de schouders hebben gelegd. Anderen weer zijn zozeer betoverd door de Engel des Lichts in zijn SCHONE roomse gestalte, dat zij nog steeds erg blij zijn met het schijnschoon, met de valse parel. Ze gaan er groot op, dat zij vurige MARIA-kinderen zijn, dat ze LIEFDES-slaven van Maria zijn in de school van Grignon de Montfort en propagandist van dit of van dat. Ze worden nog steeds zoet en bezig gehouden; straks zal er alweer een dogma de kroon van Maria verrijken!

Misschien zijn ze zelfs wel propagandisten van de devotie tot het Heilig Hart van Jezus en staat die Jezus in het middelpunt van hun aandacht. Maar zij weten niet, dat dat de ROOMSE Jezus is en NIET de Jezus der Schrift, de JEZUS, zoals de Schrift ons Hem doet kennen: JEZUS, DIE ALLES VOLBRACHT, wat er gedaan moest worden, JEZUS, die VERLOSSER is, die vrijmaakt uit de slavernij van de zonde. Ze zijn geboeid door de heerlijke Persoon van Jezus, maar zij kennen Zijn Heerlijkheid en Zijn kracht niet, want die is bij Rome op de bon via Paus en sacramenten. Onwetend is men omtrent de heerlijke beloften van Jezus. Onwetend is men omtrent de alles-herscheppende kracht van Jezus' Geest, de olie, die zij niet in hun lampen hebben, terwijl hun kerk hen in slaap sust met de verzekering, dat ze door doopsel en vormsel alles hebben wat zij nodig hebben. Tragische onwetendheidl

IK WAS HONGERIG

EN GIJ HEBT MIJ NIET TE ETEN GEGEVEN ......

Het beeld van de rijke vrek in zijn houding tegenover de arme Lazarus is wel heel erg weerzinwekkend. Maar moeten wij allen, die de heerlijkheid van het volle Evangelie ontdekt hebben, niet erg op onze hoede zijn, dat wij geestelijke „rijke vrekken" worden? Wij voeden ons tot verzadigens toe met het heerlijke voedsel van Gods leven-wekkend Woord, maar geven wij er ook van aan anderen? Een kind, dat alleen maar op zijn fopspeen wil zuigen, zal van honger omkomen. Zo kan het ook een werk van echte naastenliefde zijn om Roomse priesters iets in handen te geven, dat er hen misschien toe zal brengen om zich te gaan voeden aan de bronnen des levens, aan Jezus met Zijn goddelijk Woord. De reactie van de een zal zus, die van de ander zal zo zijn, maar dat weet men van te voren. Geef hen te eten! De meeste van hen komen om van honger en dorst, zijn naakt en zitten in de gevangenis. Gij hebt overvloed!! Geef hen te eten en te drinken, bekleed hen met Christus, breng ze naar de Verlosser uit alle gebondenheid, opdat de vrede en blijdschap van het christen-zijn ook hun deel mag worden. En als ge bang zijt dat ge teveel forceert, denk dan aan de aansporing van Paulus aan Timotheus: „Verkondig het Woord, dring er op aan, welkom of niet, wederleg, bestraf en bemoedig in alle lankmoedigheid en met alle soort van lering." 2 Tim. 4:2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

SCHUDT DE SLAPENDEN WAKKER

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1958

In de Rechte Straat | 20 Pagina's