Verschijningen van Maria

Na de ontvangst van uw brief vond ik het mijn plicht om alle toespraken te lezen die paus Benedictus XVI in Lourdes gehouden heeft. Dit heb ik gedaan om een antwoord op losse uitspraken, die uit hun verband gehaald zijn, te vermijden. Ik ben het echter eens met uw opmerking dat de paus in een oogwenk het Bijbelse inwisselt voor het mariale. Het is onbegrijpelijk dat iemand die zo veel Bijbelkennis heeft de maagd Maria voorstelt als hoeksteen van zijn theologie en van het godsdienstige leven van zijn kerk.

Wat me het meest aan verschijningen van Maria verrast, is dat de onbevlekte ontvangenis op zich liet wachten tot het jaar 1858 na Christus voordat ze haar mysterie openbaarde. Als het zo belangrijk is voor het christendom, hoe heeft zij dan kunnen wachten tot 1858 om ons haar mysterie te doen kennen?

Wij trekken het grote voorrecht niet in twijfel dat God aan Maria van Nazareth heeft gegeven door haar te verkiezen als moeder van de Messias. Uitverkoren door God was het haar taak om het levenslicht te geven aan de Messias, en de taak van de Messias is Zijn volk zalig te maken van hun zonden (Matth. 1:21). Als iemand, die deze twee taken wil vermengen, voor Jezus staat, zegt Hij: “Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die Gods Woord horen en dat doen” (Luk. 8:21). Jezus heeft duidelijk gemaakt dat bloedverwantschap tot niets leidt, omdat, zoals Hijzelf zegt, het de Geest is Die levend maakt en het vlees nergens toe dient (Joh. 6:63). Deze woorden van Jezus zouden voldoende moeten zijn om de devotie van de maagd nader te overwegen.

Tot het jaar 1854 had de kerk van Rome geen dogma van de onbevlekte maagd. Paus Pius IX heeft in zijn bul “Ineffabilis Deus” (De onuitsprekelijke God) op 8 december 1854 dit dogma verkondigd. Als we deze feiten analyseren, zien we dat nauwelijks vier jaar nadat het dogma van de onbevlekte maagd is vastgesteld, de onbevlekte maagd in Lourdes verschijnt. Dit was voor het pausdom de bevestiging van zijn dogma en zou vele bisschoppen en theologen beschamen. Maar als we naar de Schriften kijken, missen deze feiten elke Bijbelse grond.

De Heere zegt in Zijn Woord: “Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van wat boven in de hemel is, noch van wat onder op de aarde is, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen…” (Ex. 20:4,5).

Waarom? Omdat “God een Geest is, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid” (Joh. 4:24).

Het gebod van God zegt: “Gij zult u voor hen niet buigen, noch hen dienen.” Toen de paus voor het beeld van Lourdes stond, boog hij voor Maria en diende hij haar. Daardoor was hij ongehoorzaam aan God en zette hij vele andere gelovigen ertoe aan om hetzelfde te doen.

Als de paus degenen die lijden en strijden toeroept: “Keer u tot Maria!” nodigt hij de mens dan niet uit tot afgoderij? Het Woord van God is vol van uitnodigingen om ons te keren tot de Heere onze God, maar in geen enkel Bijbelgedeelte kom je een uitnodiging tegen om “ons tot Maria te keren”. De uitnodiging van de paus blijkt een loze bewering te zijn, die geen grond heeft in de Bijbel. De Heere roept ons in Zijn Woord voortdurend op om “ons tot Hem te keren”! “Zo gij u bekeren zult, Israël! spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij”. (Jer. 4:1)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen