IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Terug naar Rome?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar Rome?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van mijn boek: 'Eén in de levende Christus' stelden vier journalisten mij de vraag: "Als u nu nog in de R.-K. Kerk zou zijn en u zou tot de ontdekking van het Evangelie van de vrije genade zijn gekomen - zou u dan de R.-K. Kerk hebben verlaten?" het blijkt dat mijn antwoord op die vraag hier en daar wat verwarring heeft gsticht. Daarom ben ik blij dat IRS mij de gelegenheid geeft om mijn antwoord te verduidelijken.

Mijn antwoord luidde: "Misschien zou ik nu de R.-K. Kerk niet verlaten hebben." Waarop baseerde ik dat antwoord?

De eerste protestant

In de eerste plaats op de eerste protestant, de reformator Maarten Luther. Het is heel duidelijk dat Luther niet uit de R.-K. Kerk wilde treden. Hij wilde haar slechts re-formeren, her-vormen. Luther zou zo goed als zeker de kerk niet hebben verlaten, als de pausen de prediking van de rechtvaardigmaking door genade en geloof in Christus alleen zouden hebben toegestaan. Dat blijkt o.a. uit zijn brief van 6 september 1520 aan paus Leo X , dus drie jaar nadat hij zijn 95 stellingen tegen de aflaat had aangeslagen tegen de deur van de slotkerk van Wittenberg. Hij was toen al lang van dat Evangelie overtuigd. De aanhef van die brief luidt: "In God allerheiligste Vader". (Hij was kennelijk nog niet los van de paus). Uit de brief citeer ik: "Zo kom ik dan nu tot u, heilige Vader Leo, ik lig aan uw voeten en ik bid u: zo het mogelijk is, wilt gij uw handen tot mijn zaak reddend uitsteken." Hij voegt er echter wel aan toe: "Dat ik echter mijn leer zou moeten herroepen, gelukzalige Vader, daarvan kan niets komen." Dit laatste heb ook ik in mijn boek gezegd. Ik schreef daarin dat ik mijn boek "Moeder, ik klaag u aan" nog steeds handhaaf en dus niet herroepen kan.

Reformatorisch denkende priesters

De tweede reden van mijn antwoord was: er is zo enorm veel in de R.-K. Kerk veranderd. Toen ik in 1948 de R.-K. Kerk verliet was het niet mogelijk om als priester het geloof in Christus als de enige en volkomen Zaligmaker openlijk te belijden. In onze tijd is dat echter wèl mogelijk. Ik heb heel hartelijke contacten met enkelen van deze 'reformatorisch denkende' priesters. Eén van hen, Frans Horsthuis, bezoekt ons al meer dan vijftien jaar. Hij vraagt nooit: "Kom terug bij ons"; ik spoor hem nooit aan: 'Verlaat je kerk.' Waarom niet? Omdat wij beiden alle vertrouwen hebben in Jezus Christus, de Heere van de kerk, het Hoofd van Zijn lichaam. Hij is het die beslist in welke kerk iemand het Evangelie moet verkondigen.

Getuigen van Christus Zelf

Een vraag: is dat niet een (misschien wel: dè) grondfout van veel kerkleiders en kerkleden: wij hebben zo weinig vertrouwen in de leiding van Christus? In het verleden - gelukkig gebeurt dat nu wat minder - werd enorm veel tijd en energie gestoken in de poging te bewijzen dat ónze (mijn) kerk de enige door Christus gewilde is. Zou het niet beter zijn om met de inzet van al onze krachten en van al onze tijd te getuigen van Christus Zelf en om de zoekenden de weg naar Hèm te wijzen en het verder aan Zijn wijsheid over te laten waar Hij iemand inschakelt voor Zijn Koninkrijk, in welke kerk of geloofsgemeenschap?

Omdat ik zo'n innig geloofscontact heb met dergelijke priesters die op eenzelfde manier het Evangelie van de vrije genade belijden en beleven, denk ik wel eens: als ik nu, in 1999, tot diezelfde ontdekking was gekomen als destijds in 1948, zou ik misschien net als deze priesters erin zijn gebleven. Nogmaals: 'misschien' want ik weet natuurlijk niet wat Christus over mij zou hebben beslist.

Ik herhaal echter wat ik ook in al die interviews heb gezegd: geen haar op mijn hoofd denkt erover om terug te keren naar de R.-K. Kerk. Daarvoor zijn de leerverschillen zoals ik die sinds de vele jaren na mijn uittreden heb leren kennen, nog steeds te ingrijpend.

Welke protestantse kerk?

Ik wil aan het bovenstaande nog deze vraag koppelen: is de eigenlijke reden waarom deze reformatorisch denkende priesters hun kerk niet verlaten, misschien de verschrikkelijke protestantse verdeeldheid? Voor welke kerk zouden ze moeten kiezen? Elke protestantse kerk heeft weer haar eigen tradities, haar eigen tale Kanaans, haar eigen bijbelvertaling, haar eigen cultuur, soms zelfs haar eigen kleding, haar al of niet refo-ghetto en min of meer haar eigen politieke partij. Is het dan te verwonderen dat zij het misschien zuchtend Petrus nazeggen: "Heere, tot wie zouden wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens" (Joh. 6:68). Zou het de Heere niet meer welgevallig zijn, als wij ons zouden verootmoedigen over onze onderlinge ruzies en verdachtmakingen? Jezus heeft de Farizeeën fel veroordeeld omdat zij zo'n hoge dunk hadden van zichzelf en van hun kerkelijke partij. Ook zij riepen iedereen toe: "Je moet bij ons zijn! Wij hebben de juiste leer! Wij, wij, wij, ik, ik, ik!"

Zijn we er wel voldoende van doordrongen: "Want God weerstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade" (1 Petr. 5:5)?

Tenslotte

Zelf houd ik niet van dergelijke vragen: "Als …, wat zou u dan?" In de eerste plaats omdat het niet belangrijk is, wat ik in zo'n geval zou doen. Maar vooral omdat dit volgens mij een beetje tekort doet aan de leiding van de Heere in iemands leven. Een gelovige wil zich laten leiden door de Heere. En die leiding kan hij van te voren niet berekenen. Toch heb ik ook begrip voor journalisten. Ze moeten zorgen voor een boeiend verhaal, liefst een beetje pikant; anders wordt het niet of nauwelijks gelezen. Daarom antwoord ik zo goed mogelijk op hun vragen. Ik houd van openheid. Natuurlijk is er privacy, maar als ik sommigen hoor antwoorden: "geen commentaar", komt dat vaak kil of zelfs arrogant bij mij over. En van christen-journalisten verwacht en vertrouw ik dat het geen paparazzi zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Terug naar Rome?

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999

In de Rechte Straat | 16 Pagina's