IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Is mijn geloof meer waard dan dat van een ander?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is mijn geloof meer waard dan dat van een ander?

28 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezing, uitgesproken door prof. dr. W.H. Velema uit Apeldoorn op de conferentie in Rhederoord, 1 tot 4 maart 1996. (slot) De tekst is hier opgenomen zoals hij is uitgesproken.

Laat ik het vanmorgen op een wat andere manier mogen zeggen om deze elementen die ik zojuist noemde daarin toch te verwoorden. Ik denk dat als men ons vraagt: "Is uw, is mijn geloof meer waard dan dat van een ander?", je heel sterk komt bij: wij zijn door God geschapen en van God vervreemd. Dat hoort heel wezenlijk bij de belijdenis van ons geloof. Dat wij dat leren kennen, dat wij dat leren inzien. Dat wij door onze zonden van God vervreemd zijn.

Door God gezocht

Het tweede is, dat de Heere ons heeft opgezocht en dat wij door Hem gevonden zijn. Dat is niet dat ik de Heere gevonden heb, maar precies andersom. Dat Hij mij opgezocht en gevonden heeft. Ik heb dat eens heel mooi gehoord van een broeder uit onze kerken die naar Zuid-Afrika ging, naar zijn kinderen. En toen ook het zendingsterrein, Venda, in het noorden van Zuid-Afrika bezocht. Het was een, laat ik zeggen, geheide Chr. Ger. broeder die daar in gesprek kwam met een ouderling uit de Vendakerk. En wat vraag je dan? Die man vroeg natuurlijk aan die zwarte broeder: "Hou je veel van de Heere Jezus?" Een heel begrijpelijke vraag, een hele warme vraag. Ik geef u te raden wat zijn antwoord was. Zijn antwoord was: "Hij houdt veel van mij!" Hij had de omslag verstaan. Het gaat er niet om dat het bij mij begint en dat ik het van mij uit weet op te brengen, maar: Hij houdt veel van mij. Dat is: gevonden door de Heere God omdat Hij mij heeft opgezocht. En dan: geborgen bij deze God. Dat wil niet zeggen dat je dat altijd even sterk beleeft en dat je altijd op de hoogtepunten bent, maar het geloof geeft geborgenheid.

De hoop

En dan als derde zou ik willen zeggen: het perspectief voor het leven. Toekomst, hoop, verwachting. Te mogen weten dat de Heere het werk dat Hij begint voltooit. De laatste jaren, als ik het votum mag uitspreken aan het begin van de morgendienst, dan komt dikwijls in mijn hart het wonderlijke dat je mag zeggen: "Die trouw houdt en eeuwig leeft en -en dan komt het- Die nooit laat varen enig werk dat Zijn hand begonnen is." Daar heb je het perspectief, daar heb je de toekomst.

Dat heel kort samengevat. Als je mij dus zou vragen: "Wat is voor u nou eigenlijk heel persoonlijk de betekenis van uw geloof?", dan zou ik dat in deze woorden willen zeggen.

Ik wil dat nu graag met wat woorden vanuit de Bijbel toelichten en verduidelijken. Ik zeg het nog een keer: Door God geschapen en door eigen schuld en zonden van Hem vervreemd. Door God gezocht en gevonden. Bij God geborgen. En dan perspectief voor het leven.

Zijn Zoon gegeven

Maar u merkt dat ik in deze woorden een Naam niet gebruikt heb, Die vanmorgen toch eigenlijk heel centraal moet staan. En ik wil dat vanmorgen, in het antwoord op het thema, vanuit een aantal teksten doen. Ik zal een aantal teksten eigenlijk met u willen lezen om u daarbij te bepalen en ook wat houvast aan te geven. Dan als eerste de bekende tekst, Joh. 3:16. Een tekst die je weieens in de kerstdagen, de kersttijd, hoort gebruiken, maar die eigenlijk heel het jaar door van toepassing is.

"Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe."

In geen andere godsdienst

Dat is het meest karakteristieke van het christelijk geloof. Dat God Zijn eniggeboren Zoon, Zijn enige Zoon gegeven heeft. Dat vind je in geen enkele andere godsdienst. Wat je van de god die de hindoeïsten en die de islamieten belijden ook kunt zeggen, je kunt niet zeggen dat die god zijn eigen wezensgelijke. eigen enige zoon gegeven heeft. En je kunt ook niet zeggen dat die zoon gekomen is zoals het hier staat: "Opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar eeuwig leven hebbe." Beste vrienden, dat is het meest karakteristieke van het christelijk geloof.

God heeft ons lief

En dan kun je ook denken aan 1 Joh. 4:10, dat is nou wat die Vendadominee tegen zijn Chr. Ger. broeder eigenlijk zo prachtig onder woorden bracht: "Hierin is de liefde" -en dan moet u eens opletten- "niet dat wij God liefgehad hebben" dus niet dat het bij ons begint, dat wij het initiatief nemen,- "maar dat Hij ons liefgehad heeft. En Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden." Dat is de kern van het Evangelie. En als wij op een of andere wijze vanmorgen spreken over waarin ons geloof meer waarde heeft, van meer waarde is dan dat van een ander dan zullen we altijd moeten komen bij de Heere Jezus Christus, Die door de Vader gegeven is tot verzoening. Dus het hele offer van onze Heiland, waaraan we op deze lijdenszondagen voorafgaande aan Pasen in de prediking steeds weer denken, dat Hij gekomen is.

De opdracht

En dan zou ik vanmorgen naast deze twee een andere tekst met u willen lezen. Dat zijn de woorden van onze Heiland voordat Hij ten hemel voer. Op de Olijfberg. Matth. 28:18b-20. Daar zegt de Heere Jezus: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan heen, onderwijst al de volken dezelve dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld." Beste vrienden, als je mij vraagt: "Wat is nou de essentie van je christelijk geloof?" en "Wanneer wil je, als je anderen ontmoet, getuigenis afleggen van wat God de Vader, de Zoon en de Geest voor je betekenen?", dan wijs ik heel graag naar deze tekst. Men noemt deze tekst weieens de magna charta voor de prediking. U weet, dat is eigenlijk de grote grondwet voor de prediking. Hier vind je nou eigenlijk samengevat wat er gepredikt moet worden. Ik heb zelf in Apeldoorn de studenten in de predikkunde mogen onderwijzen en ik heb ze vaak expliciet of impliciet op deze tekst gewezen. Dat is de opdracht, zoals het hier staat. Ik onderstreep daar eens een paar dingen uit.

Alle macht aan Hem

Eerst het slot van vers 18: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde." Dat betekent dat wij een Heiland belijden, en dat kun je eigenlijk alleen doen als je Hem kent, Die alle macht heeft in hemel en op aarde. Dus dat er geen macht in de wereld is die niet onder Zijn heerschappij en zeggenschap valt. Er wordt daar in de oorspronkelijke taal een woord gebruikt dat inderdaad zeggenschap, bevoegdheid betekent. Niet alleen dat Hij de kracht heeft om die macht uit te oefenen, maar dat Hij ook het recht heeft. Dat Hem de heerschappij door God is toegekend. En onwillekeurig denk je dan aan de verzoeking in de woestijn. Matth. 4:8 en 9, waar de duivel de Heere Jezus juist op dit punt verzoekt. "Hij nam Hem mee op een zeer hoge berg, toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid en zei tot Hem: "Al deze dingen zal ik U geven indien Gij nedervallende mij aanbidt." Dus dat is de macht over de wereld, de macht over de schatten van de aarde.

En de Heere Jezus heeft daar, wij weten dat, Gode zij dank, de verzoeking afgewezen en de verzoeker teruggewezen. Maar in de weg van de kruisgang heeft Hij de heerschappij verdiend, mogen we zeggen. Hij krijgt als loon de kroon straks in de hemel. Dat is het eerste.

Alle volken voor Hem

Nou moet je er eens op letten hoe dat in vers 19 staat: "Onderwijst al de volken." Zonder uitzondering. Dat is alomvattend. Al de volken. Nadat Hij dus gezegd heeft: "Alle macht." Prachtig is dat in die slotverzen van Matth. 28. Ik zal er nog verder op wijzen, tot vier keer toe komt dat woord AL voor. Eerst ALLE macht, daarop is geen uitzondering. Dan AL de volken, dus het moet naar ieder en overal.

Alles onderwijzen

En dan zegt Hij: "Onderwijst ze, dezelve dopende in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Dus daar hebben we ook de doop. Als inhoud van het Evangelie. Je kunt natuurlijk over de doop een heel uitvoerig gesprek met elkaar hebben. Ik ben bereid, als u dat wilt. om daar wat nader op in te gaan. Laat ik nu mogen zeggen dat de doop teken en zegel is van Gods beloften. En dan de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. En daar hoort ook bij: "Lerende hen onderhouden ALLES wat Ik u bevolen heb." Dat is het derde ALLES. Alles wat Ik u bevolen heb. Niet maar een paar dingen, niet maar de helft, zelfs niet maar 99%, maar 100%. Alles wat ik u bevolen heb. Dus dat hoort ook bij ons geloof en bij onze geloofsbeleving. Dat we alles leren onderhouden in de kracht van de Heilige Geest, door de macht van de Heere Jezus tot eer van de Vader.

Altijd nabij

En dan dat laatste: "Ik ben met ulieden AL de dagen." Daar heb je het voor de vierde keer. Al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Dat is ook het prachtige in deze tekst: de nabijheid van de Heere Jezus als een belofte en aan de andere kant de voleinding. Vanuit Zijn heerschappij is dat onbetwijfelbaar. "Ik zal bij u zijn alle dagen tot aan de voleinding." Zoals ik het daarstraks zei: "Die nooit laat varen enig werk dat Zijn hand is begonnen." Dus in deze tekst ligt opgesloten de belijdenis van de Drieënige God. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wij zijn de Zoon en de Vader al tegengekomen in Joh.3:16: "Want alzo lief heeft God de wereld gehad." Hier komt ook de Geest erbij. Ik zal daar straks nog iets meer van zeggen. Daar hoort ook bij de doop, als het teken van Gods verbond en de bezegeling van Zijn belofte en tegelijk de aanwijzing voor onze weg door het leven. Ik herinner nog even aan iets wat ik eerder noemde: waar komen we vandaan? Onze herkomst. De Heere God.

Waar komen we vandaan?

Waar komen we vandaan zoals we hier zitten? Onze schuld in vervreemding. Maar waar komen we vandaan als we hier samen de Bijbel lezen, als we hier samen zoeken om gesterkt te worden in en door het Evangelie? Dat komt ook van God. Dus daar heb je de herkomst.

En waar gaan we naartoe? De Bijbel wijst ons de weg naar de toekomst: "Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld." Dat de Heere Jezus Zijn werk, Zijn verlossingswerk op aarde met Zijn kerk en met ieder persoonlijk voltooit. Dat was het tweede, dat vindt u ook in deze tekst.

En hoe moeten we die weg gaan? Van onze herkomst naar de toekomst.


"Over heel deze aarde verenigen zich de miljoenen oprechte gelovigen. Steeds vuriger klinken verzuchtingen naar boven: "Rorate, coeli desuper!" Druppelt, hemelen van boven en laten de wolken gerechtigheid doen neerstromen. Moge dan de aarde van uw ziel zich openen, opdat het heil ook in u ontluike en Hij daarbij gerechtigheid doet uitspruiten.

Alle dorstigen, breekt uw tenten, die u gespannen hebt aan de oever van de rivier des doods. Verlaat de stroom die bezoedeld is door het vuil van eeuwenlange menselijke overleveringen. Komt en drinkt uit de heldere bron, die opspringt uit het onvervalste Evangelie van Jezus Christus."

Ds. H.J. Hegger (Uit: Moeder ik klaag u aan)


Onder "lerende hen onderhouden al wat Ik u geboden heb." Dus daar hebt u op een heel organische manier eigenlijk vanuit enkele teksten de dingen duidelijk gezet.

De Geest der waarheid

Ik zou nog iets zeggen over de Heilige Geest. Omdat we over Zoon en Vader al hebben nagedacht. Ik ga naar Joh. 16:13 en 14. Dat zijn woorden uit de gesprekken die de Heere Jezus in de Paaszaal met Zijn discipelen heeft gevoerd. Je kunt uit die gesprekken verschillende woorden over de Heilige Geest aanhalen. Ik kies nu vanmorgen voor 13 en 14. "Wanneer Die dat is de Trooster- zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelf niet spreken; maar zo wat Hij zal gehoord hebben,zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.

Hij zal Mij verheerlijken

Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen en zal het u verkondigen." Wat is dat geweldig. Wij staan heel vaak stil bij dat veertiende vers, ik doe dat nu ook eventjes. Kom dan terug tot dertien. "Die zal Mij verheerlijken." Werk van de Heilige Geest kun je altijd herkennen in je eigen leven en in het leven van anderen aan de verheerlijking van Christus. Dat moet u goed zien. In onze kringen is het gewoon om te zeggen dat de Heilige Geest het afbrekende werk doet, het ontdekkende werk doet, het ontgrondende werk doet. Laat ik die termen maar gebruiken. En dat hoort er ook bij. Maar dat is niet het meest karakteristieke. Het meest karakteristieke is: "Die zal Mij verheerlijken." En dan weet ik natuurlijk wel: de verheerlijking van Christus gaat in de weg van ontdekking, ontmaskering en zonde-onthulling. Maar "als Hij Mij verheerlijkt", zegt de Heere Jezus, "dan neemt Hij het uit het Mijne en dan zal Hij het u verkondigen." Dus dat is nou de Heilige Geest. Dat Hij het ons verkondigt. En dat prachtige woord "verkondigen" betekent eigenlijk dat Hij het door de verkondiging toeeigent, toedeelt.

Hij wil het u toeëigenen

Ik heb in een preek over deze tekst weieens het beeld gebruikt van de visafslag. Wel niet zo aardig in de kerk, maar goed, laten we dat toch maar doen. De visafslag. U weet hoe dat vroeger ging en misschien ook nog wel bij andere veilingen, dan was dat allemaal nog niet gemechaniseerd enzovoort, maar dan riep men: MIJN! Dat betekent: voor die prijs koop ik het, MIJN! En dan vraag ik weieens aan de gemeente: "Zegt u dat in uw hart weieens onder een preek, als Christus verkondigd wordt, MIJN!?" Zo wil Hij het u toeëigenen.

Dat Hij zo met Zijn liefde en genade naar u toekomt dat u daardoor overwonnen wordt en vervuld wordt en dat daar een antwoord op komt. Hij zal het uit het Mijne nemen. En dat verkondigen betekent eigenlijk: door de verkondiging toedelen, toepassen, uitdelen. Zodat je daar ook werkelijk deel aan krijgt. Als u nou vraagt: "Wat is de meerwaarde van mijn geloof, vergeleken met het geloof van een ander?" Dan zou ik het op dit moment eigenlijk willen samenvatten in dat de Heilige Geest mij het werk van de Heere Jezus Christus onder de verkondiging van het heil toeëigent en dat Hij het mij geeft. Dat dat een werkelijkheid is.

God Zelf in ons hart

En ik zeg zo graag in de kerk en waar ook dat als men tegenwoordig zo naar de oosterse godsdiensten kijkt: ervaringen, high zijn, enzovoort, je weet allemaal wel wat daarbij te paskomt, dat wij vanuit het gereformeerde belijden iets hebben dat daar ver boven uitkomt. Want die oosterse godsdiensten zijn niets anders dan religieuziteit uit je eigen hart. Van binnen uit, wat wij zelf hebben, wat wij zelf bedenken, wat een ander met ons bespreekt. Maar ONS geloof, in belijden en beleven, is een geloof dat door de Heilige Geest in ons hart komt. God Zelf. Bent u zich dat wel bewust? Denkt u daar weieens aan? Je kunt natuurlijk zeggen: "Daar ben ik nog niet aan toe", dan moeten we daar ook nog over praten natuurlijk, maar de echte beleving van het geloof is dat je de Heilige Geest in je hart ontvangt. En dat je daarin niet maar drager van de Heilige Geest bent, maar dat je door de Heilige Geest bewoond wordt. Met die aardige woordspeling, een dominee heeft het natuurlijk weieens gebruikt of wie dan ook in een preek:

Onbewoonbaar verklaard

"Ons huis is door de zonde onbewoonbaar verklaard". Ik heb dat in mijn jeugd nog meegemaakt in het dorp waar ik woonde. In een bepaalde wijk van het dorp, dan stond daar een bordje op dat huis gespijkerd: onbewoonbaar verklaard. Dan mocht er eigenlijk niet gewoond worden. Een heel enkele keer gebeurde dat dan toch wel eens. Maar door genade is wat we hier lezen vervangen met: onverklaarbaar bewoond. Het is bewoond op een onverklaarbare wijze. En dan moet ik daar toch iets bij zeggen, dan kom ik even terug op vers 13. Daar letten wij niet zo vaak op. De tweede helft. "Hij - de Trooster, de

Geest - zal van Zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij gehoord zal hebben zal Hij spreken." Hebt u daar weieens bij stilgestaan?

Een hoorgeloof

Wij hebben het vaak over de Heilige Geest, met name in allerlei charismatische bewegingen, Die geweldige dingen doet, soms boven Christus uit. Een soort nieuwe bedeling. Maar hier staat: "Hij zal van Zichzelf niet spreken." Ik heb dat weieens zo omschreven, eerbiedig bedoeld, Hij is niet origineel. De Geest is niet origineel. Want wat Hij gehoord heeft dat zal Hij spreken. En nou kom ik op een heel belangrijk punt in ons christelijk geloof. Ons geloof is in eerste instantie een hoorgeloof.

Ik wil eens even met u naar Deuteronomium 6:3 en 4. "Hoort dan Israël, en nu waar dat gij ze doet -dat gaat over de geboden van God- opdat het u welga en gij zeer vermenigvuldigt." En dan vers 4: "Hoort Israël, de Heere onze God is een enig Heere."

Van buiten af

Ons geloof is in eerste instantie, in zijn diepste wezen, een hoorgeloof. Dat betekent: het moet ons gezegd worden. Het moet ons aangezegd worden. We moeten het van buitenaf krijgen. We hebben het niet uit onszelf. Het borrelt niet op uit ons eigen hart. En dat heeft Paulus natuurlijk op een prachtige manier onder woorden gebracht in Romeinen 10:14 en 15.

Die bekende woorden, maar ik voeg ze nu in dit verband in: "Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in welke ze niet geloofd hebben en hoe zullen ze in Hem geloven -en dan komt het- van Welke ze niet gehoord hebben. En hoe zullen ze horen zonder die hen predikt."

De kracht van de Geest in de kerk

Daar hebt u het, ons geloof is een hoorgeloof. Daar blijft het niet bij. Als de Heilige Geest het ons toeïigent, uit het Zijne neemt en het ons verkondigt, dan ervaar je wat, dan gebeurt er wat. Dat mag je je ook weieens afvragen, gebeurt er 's zondags wat in de kerk? Als ik zo op de preekstoel sta en de mensen aankijk dan denk ik vaak: "Gebe urt er nou wat bij die mensen? Hoe zitten ze daar nou? Te zitten om te zitten? Te luisteren om de termen te horen?" Maar is dat het nou waar je de kerk mee uitgaat? Dat kan toch niet! Daar moet toch meer zijn? Er moet toch wat gebeuren in de kerk? Het Woord moet toch in de kracht van de Heilige Geest ons eigendom worden? Toegepast, beleefd. Die dingen waar ik nou net over sprak, van het werk van de Heilige Geest, die wil de Heere toch kwijt in een kerkdienst?

Horen en beleven

Als er over ingezonkenheid gesproken wordt, ik ben daar persoonlijk op het ogenblik veel mee bezig, de ingezonkenheid van de kerk, de lauwheid, de laksheid, het eigenlijk vanzelfsprekende dat je naar de kerk gaat -bij ons dan nog, hoe lang duurt dat nog?- maar dat er niets gebeurt! Dat is nou het Evangelie: dat er wat gebeurt! Dus begrijp goed: dat horen dat is niet ALLEEN maar horen.

Horen en beleven. En dan is er in het geloof ook wat te zien.

U weet dat dat woord nogal eens in de Bijbel voorkomt: "En ZIE, Ik ben met u alle dagen." Zie! Dus dat zien dat ziet op het beleven van het geloof. Dus begrijp goed: het gaat mij niet alleen maar daarom dat er wat woorden klinken, maar dat wat er gezegd wordt dat dat ook beleefd wordt. Dus een HOORGELOOF.

Het Woord open

Voor mij is dat de vreugde van ons echt protestant zijn. Dat het Woord ons gebracht wordt. Een heel enkele keer ben ik in de gelegenheid om zelf een kerkdienst mee te maken als kerkganger. Met mijn vrouw. Dan zegt mijn vrouw weieens: "Wat vond je van de preek?" Dan is voor mij eigenlijk beslissend dat ik kan zeggen: "Het Woord is opengegaan en in dat Woord is God tot mij gekomen." Dan gaat het er niet om of het een aardige preek was, een diepe preek, maar het Woord is opengegaan en de Heere heeft vanmorgen in de opening van het Woord gesproken.

Hoort Israël

Maar nu wil ik u nog eens even wijzen op het feit dat die hoorrelatie, waar ik het over had, niet alleen geldt tussen Israël en de Heere God of de Heere God en Israël. Want zo zagen we het in Deuteronomium 6: "Hoort Israël!" En Romeinen 10: "Hoe zullen zij geloven zonder te horen?" Maar hebt u er weieens op gelet dat er in het Evangelie naar Johannes teksten staan waaruit blijkt dat ook die hoorrelatie wezenlijk is voor de verhouding van de Vader en de Zoon? We zullen ze dadelijk lezen. We staan daar niet zo bij stil. Wij denken eigenlijk: "De Vader en de Zoon, Die communiceren als de Vader en de Zoon van het Goddelijk Wezen zonder woorden."

Door de Vader onderwezen

We moeten eens even naar Johannes 8:26. Daar zegt de Heere Jezus: "Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen, maar die Mij gezonden heeft is waarachtig -en dan komt hetde dingen die Ik van Hem gehoord heb, dezelve spreek Ik tot de wereld." Dus wat de Heere Jezus op aarde zegt dat zegt Hij omdat Hij het van de Vader gehoord heeft. Dat is voor ons misschien een hele vreemde gedachte. Ik moet u heel eerlijk zeggen toen ik bepaald werd, zo is het echt in mijn leven gebeurd, toen ik bepaald werd bij deze teksten, een aantal jaren geleden, heeft mij dat geweldig getroost. "De dingen die Ik gehoord heb." Dus de Zoon heeft naar de Vader geluisterd.

En de Vader heeft tot de Zoon gesproken

U vindt dat ook nog weer in vers 28. Het slot van dat hoofdstuk. Moet u eens opletten: "Maar deze dingen spreek Ik gelijk Mijn Vader Mij geleerd heeft." Voelt u wel? Dus de Zoon is door de Vader onderwezen. De Vader heeft de Zoon geleerd. En de Zoon heeft geluisterd en willen leren. Dus wat wij 's zondags in de kerk doen, beste vrienden, wat er, als het goed is, 's zondags in de kerk gebeurt: dat het Woord gebracht wordt. Dat is eigenlijk, kun je zeggen, een parallel van wat er tussen God de Vader en God de Zoon gebeurt. Die hoorstructuur van ons christelijk geloof gaat terug op de verhouding van de Vader en de Zoon.

Door de Vader gegeven

En dan ga ik nog even naar Johannes 17:8. Dat is precies hetzelfde, maar nog weer in een andere vormgeving.

"Want de woorden die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven."

Die woorden kunnen alleen maar door de Vader gegeven zijn doordat de Zoon geluisterd heeft naar de Vader. Het is, om zo te zeggen, met eerbied gesproken, niet zo dat de Vader als het ware een bundeltje woorden geeft en zegt: "Nou, daar heb Je ze."

Nee, die woorden, die heeft de Vader gesproken, dat blijkt uit alles. En de Zoon heeft daar naar geluisterd.

Dus het geloof is uit het gehoor.

De meerwaarde

Dus wat is nou de meerwaarde van mijn geloof boven die van andere godsdiensten? Ik heb hier iets van het hin doeïsme. Ik heb hier iets van het boeddhisme, dat overigens meer een levensfilosofie is dan dat het een godsdienst is. Ik heb de islam. Maar de meerwaarde is voor mij, en ik hoop dat u dat zo ook kunt nazeggen en mag toestemmen, dat wij woorden ontvangen van de Heere Jezus, die Hij van de Vader gehoord heeft. Dat is, om zo te zeggen de kern, het hart van de Bijbel. Er is natuurlijk een heleboel meer, dat voelt u wel.

Maar dat is de kern van het Evangelie. Dat de Vader de Zoon woorden toespreekt. Hij daarnaar luistert. Hij leert. "Wat Mijn Vader Mij geleerd heeft." En dat die woorden tot ons komen. Eigenlijk onvoorstelbaar.

Geen versleten boodschap

Wij zitten hier nu in deze heerlijke kamer op Rhederoord en nou denken wij hier na over ons geloof. Over wat God in Zijn genade ons geven wil. En dan zijn wij, 't is 2 maart 1996, dan zijn wij bezig met de woorden die de Eeuwige, de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde tot Zijn Zoon heeft gesproken. En de Zoon heeft die woorden doorgegeven. En de Zoon heeft ervoor gezorgd dat de Heilige Geest er was om die woorden aan de discipelen, als bijbelschrijvers, te geven. En ze zo, zoveel eeuwen later, ons te doen toekomen. Als je je dat goed indenkt vanmorgen, jongelui, daar zeg ik het nou eens heel bijzonder tegen, maar net zo goed tegen de ouderen, dan is dat geen ouderwetse zaak, dan is dat geen duffe zaak, dan is dat geen versleten boodschap. Maar dan is dat springlevend! Want zo heeft de Zoon geluisterd, zo heeft de Zoon gesproken en zo doet Hij het nog! "Want de Geest zal het u verkondigen, het uit het Mijne nemen." En in de verkondiging u toedelen.

Mag ik het eens samenvatten, dit stuk. Dan zou ik deze woorden willen gebruiken: Mijn geloof is een geschenk van Gods kant.

Genade voor zondaren.

Ik wil ook heel eerlijk zeggen, toen ik achttien was zou ik dat ook niet zo kunnen zeggen als ik het nu vanmorgen kan zeggen. Daar ligt ook een heel leven op de leerschool van de Heere Jezus achter. Maar ik vind het heerlijk, nu ik zesenzestig ben, om het zo te mogen uitdragen. Ook hier op Rhederoord. Mijn geloof is een geschenk van de Heere Jezus. Genade voor zondaren. En mijn geloof rust in de verzoening. Het verzoenende werk van de Heere Jezus. En mijn geloof is een geloof waarin het leven wordt gewerkt en gewekt door God. Puur van Zijn kant. Niets van mij. Alleen maar van Hem. En mijn geloof geeft leven waarvan ik geloof dat ik eeuwig mag leven.

Eeuwig mogen leven

Eeuwig mag leven! Wat een voorrecht dat je dat zo mag noemen.

Toen ik bij mijn afscheid, 19 januari, in Apeldoorn mocht bedanken heb ik God dank gebracht voor wat Hij betekende en toen heb ik gezegd waar zoveel mensen bij waren, maar het was mij een behoefte van het hart: "Ik verwacht door Gods genade dat ik straks eeuwig de lofzang mee mag zingen zoals die staat in Openbaring 7:12: "Amen, de lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte zij onze God in alle eeuwigheid." Dat is eeuwig leven. En wie waarachtig gelooft mag hopen en bidden dat God dat waarmaakt. Die nooit laat varen enig werk dat Zijn hand begonnen is.

Geen werk dar Gods werk

Beste vrienden, de Maria van de paus en het humanisme dat door heel dit testament van de paus heengeurt en kleurt, 't is het niet, want de mens moet het zelf doen. Mijn diepe conclusie uit het bestuderen van dit boek is dat de paus eigenlijk op het goede in de mens een beroep doet. Om het op die manier tot voleinding te brengen. Maar wat zal voleind worden van ons?

Alleen Gods werk.

En, dit mag ik ook zeggen, het boeddhisme en het hindoeïsme en de islam heeft het ook niet. Ik heb een boekje: "Het Evangelie en de vele religies". Het is wel aardig, maar het is om zo te zeggen niet de sterke, stevige orthodoxie die wij mogen kennen. En dan niet om de orthodoxie, maar om het leven.

Ik kom nu naar een paar praktische dingen.

Laat je gebruiken

Mensen worden ertoe geroepen zich onder de heerschappij van God te stellen. En daarbij wordt de mens niet weggedrukt. Hij krijgt op het krachtenveld van de Heilige Geest de volle ruimte. Dat mag ik ook zeggen. Dat is reformatorisch. U en ik, met wat God ons gegeven heeft, ieder in eigen gaven, hoe beperkt misschien ook en hoe klein, want wie zal groot van zichzelf willen spreken, worden door God geroepen om zich te laten gebruiken. Heel eenvoudig.

De kassière

Ik las het stageverslag van een van onze studenten. En die jongeman vertelde dat in de gemeente waar hij stage gelopen had er op een bepaalde zondag belijdenis gedaan werd. En hij schreef erbij: "Er is een meisje dat belijdenis doet van volstrekt onkerkelijke afkomst. En hoe heeft zij de Heere Jezus leren kennen? Omdat ze aan de kassa bij Albert Heijn in die stad een levend getuige ontmoette. Een meisje dat sprak met een paar woorden van wat haar vertrouwen en haar blijdschap was. Dat meisje kwam er elke week weer langs. En zo is in het hart van dat meisje de honger en de verwondering gewekt."

En dan zeg ik, als ik het op de preekstoel vertel: "Geef me nog wat meer van die kassières van Albert Heijn!" Heel eenvoudig.

Niet de grote dingen

Dus dat is een opdracht. Het zit hem niet in de grote dingen.

Het zit hem in de trouw en het zoeken van de gelegenheid. En dan wordt je niet weggedrukt. Dan hoef je niet allemaal dominee te zijn en ook niet professor. Als je maar trouw bent in wat de Heere God je opdraagt. En dan mag je ook de confrontatie uit liefde aangaan. Mag ik het nu nog eens zeggen zoals ik aan het begin gezegd heb: Het meerdere dat behoef je niet verbaal te bewijzen. Met andere woorden: je hoeft niet met woorden op punten te winnen. Want ik had het toch verloren toen ik bij die man wegging. Waar ik daarstraks van vertelde.

Hij zei: "Ik geloof er geen barst van". En dat is mij bijgebleven tot op vandaag en het is veertig jaar geleden! Je hoeft niet op punten verbaal te winnen. Maar je moet het existentieel, met je hele hart betuigen. Zo, dat de Heere God daarin grootgemaakt wordt. En dat Hij wordt geprezen.

Alles of raïets

Het is geen kwestie van meer of minder. Dat moet je goed zien. Het is een kwestie van ALLES of NIETS. Zo moet je dat tegen een ander zeggen. ALLES of NIETS. En waar moet je dan beginnen? Bij de vragende mens? Dat kan soms. Maar het gaat erom dat God het leven van die mens binnenkomt. En dat Hij Zijn werk voltooit.

En dan zitten we soms, laten we dat ook heel eerlijk zeggen, met het moeilijke van het onvolkomene, de gescheurdheid van de kerk, de verdeeldheid van de kerk. Het onvolkomene in het leven van mensen.

God moet het leven binnenkomen

Maar laten we dan heel eerlijk zeggen, beste vrienden, de Heere God moet het in ons leven ook doen met Zijn vergeving en met Zijn genade. We mogen vanmorgen zeggen het gans andere, het bijna onuitsprekelijke, dat mogen we betuigen aan de ander. En dan sluit ik af vanmorgen met woorden uit Efeze 3, waarin we tegenkomen vers 16 en 17, die prachtige woorden: "Opdat Hij u geve naar de rijkdom Zijner heerlijkheid met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens." Daar hebt u de Vader en de Geest.

En dan komt vers 17: "Opdat Christus door het geloof in uw harten wone." Daar hebt u het. "En gij in de liefde geworteld en gegrond zijt."

Welkom bij Jezus

Beste vrienden, waarin is mijn geloof van meer waarde dan dat van welke andere godsdienst of denominatie ook? Hierin, dat door genade God mij geeft versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens. En dan het wonder dat Christus door het geloof in onze harten woont. Ik weet te goed dat dat een strijd is. En niet altijd overwinning. Maar ik weet ook dat God het geeft aan ieder die Hem er nederig om vraagt, voor het eerst of opnieuw. Wees welkom bij deze Heere Jezus. Dat geldt voor u en dat geldt voor ieder die u ontmoet en tot wie u het mag zeggen.

Wees welkom bij deze Heere Jezus.

Ik dank u.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

Is mijn geloof meer waard dan dat van een ander?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1996

In de Rechte Straat | 24 Pagina's