IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

TERUG NAAR BETHEL…!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TERUG NAAR BETHEL…!

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Maak u op, trek op naar Bethel, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau" (Gen 35:1).

Het is bijna een algemene klacht geworden dat het tegenwoordig niet goed gaat. Je ziet het trouwens voor ogen hoe de mens zowel geestelijk als zedelijk verwildert. Onstuitbaar is de jacht naar genot en de roep om brood en spelen. De decadentie is groter en omvangrijker gebleken dan we ooit hadden kunnen en durven voorstellen. Op een 'rockfestival' in België gingen velen zich wentelen en rollen in modder en slijk. Blijkbaar gaf dit hen een 'kick'! Onze maatschappij lijkt wel een wildpark, waarin je zonder bescherming je niet meer veilig kunt bewegen.

Ik krijg de indruk dat ook in eigen kring een zekere moeheid is ingeslopen. De lust om met hart en ziel de Heere te dienen, ontbreekt veelal. De liefde voor Gods Woord en voor de bijbelse beginselen, waar onze vaders goed en bloed voor over hadden, leiden een kommervol bestaan. Ik raad u aan om in deze dagen van voorbereiding van de Reformatieherdenking het martelarenboek eens open te slaan. Je wordt er zo klein onder. Je krijgt er gewoon een rood hoofd van. Als je leest hoe krachtig velen hebben getuigd van de Christus der Schriften, dan ga je voor jezelf bekennen: "Wat is mijn leven toch maar een flauw afkooksel van dat moedig en strijdend christen-leven van de zovelen die met hun bloed hebben betaald voor het getuigenis van de Christus der Schriften". A. Kuyper schrijft in het voorwoord van het martelarenboek:

"Met wat minder schuifelens en aarzelens zou reeds nu 's Heeren volk in dezen lande kunnen opstaan, om weer hoog de banier van Jezus' glorie te verheffen. Maar daartoe faalt het aan moed, aan geestdrift, aan heiliger bedoelen. Denk u eens in, dat ge zulk een martelaar uw kamer zaagt binnen treden, en vraag hoe ge u met uw armzalig hart tegenover zulk een begenadigde geloofsheld zoudt gevoelen."

Is het voor ieder persoonlijk en voor onze kerken niet opnieuw nodig, ja dringend nodig, om gehoor te geven aan de roep van Gods Woord tot herstel en tot nieuwe gehoorzaamheid, zoals het vanuit Gen. 35 tot ons komt?

Opstaan uit onze ingezonkenheid!

De toestand in het gezin van Jakob was niet rooskleurig. Integendeel, zijn gezin was totaal ontwricht, want afgoderij en bijgeloof hadden zich vermengd met de dienst des Heeren.

Men ging huigen voor de waardeloze goden van de heidense omgeving. De scherpe scheidingslijn, die God Zelf had gesteld tussen Zijn volk en het heidense Kanaan werd bruutweg genegeerd. Het spreekt voor zich wat de gevolgen waren.

Lees maar Gen. 34! Jakobs enige dochter werd door een heidense knul schandelijk onteerd. Simeon en Levi gingen als wilden tekeer en met een vuile list hebben ze de hele mannelijke bevolking van Sichem uitgemoord! Wat een toestand! En dit alles als gevolg van een slap en ingezonken geloofsleven! Wanneer de deur naar de wereld wordt geopend, dan zal die wereld de kracht van ons getuigenis aftakelen en uithollen!

In dit pijnlijke proces van geestelijke lauwheid is er maar één oplossing: de weg terug! Terug naar Bethel! Met z'n allen moeten wij terug naar Bethel. Gehoor geven aan Gods roepstem: "Maak u op, trek op naar Bethel…" Wij moeten terug naar de plaats waar wij God hebben ontmoet. Terug naar de plaats waar God Zich aan u heeft laten kennen als de God van Genade, Die gedenkt aan Zijn verbond. Die getrouw is ondanks de ontrouw van Jakob, ondanks de ontrouw van u en mij.

Ondanks al het verkeerde in ons persoonlijke leven, ondanks de zondige moeite die er is naar elkaar toe, blijft Hij Dezelfde!

O hoe vertroostend! Wij zouden al lang omgekomen zijn indien onze God niet Dezelfde zou zijn als de God van Jakob. Maar hoe beschamend is het dan wanneer we bij onszelf ontdekken hoe slordig we met de Heere God omgaan, hoe slordig we met elkaar bezig zijn, hoe lauw we zijn in ons getuigenis naar de ongelovige toe.

De hemel blijft geopend.

We hebben met dezelfde God te doen als de God van Jakob. De eeuwen die liggen tussen Jakob en ons hebben daarin geen verandering gebracht! Dezelfde God, dezelfde trouw en dezelfde goedertierenheid waken ook vandaag over u en mij, over onze kerken en gezinnen. Het is een groot wonder dat de Heere ook vandaag nog naar ons omziet.

Dat is toch zo. Ondanks het rommeltje dat wij ervan gemaakt hebben, laat Hij Zich niet onbetuigd. Ben je al ooit eens tevergeefs naar Hem toegegaan? Heb je al ooit eens tevergeefs het Woord geopend? Door Zijn Woord spreekt Hij vandaag met dezelfde kracht als Hij sprak tot Jakob! Laten we toch niet denken dat Zijn Woord in de loop van de tijden zou zijn afgezwakt tot een vaag en zwevend verhaal, goed voor naïevelingen, die niet beter weten. Ja, zo moeten we 't nogal eens horen! Maar, Zijn Woord is zo concreet, zo krachtig, vermanend en vertroostend tegelijk.

We zien dit in het leven van Jakob. Scherp en zonder pardon wijst de Heere de wondeplek aan in zijn leven. De Heere herinnert Jakob aan zijn nalatigheid en ongehoorzaamheid. Dertig jaar geleden was Jakob op de vlucht voor zijn broer Ezau. Maar God grijpt in. Hij slaat Jakob niet om de oren, maar Hij vertroost hem met een blik op de geopende hemel en bovendien met heerlijke beloften.

Jakob wordt wakker en diep ontroerd zegt hij:

"Wanneer God met mij zal geweest zijn en mij behoed zal hebben op dezelfde weg, dien ik reis, en mij gegeven zal hebben, brood om te eten en klederen om aan te trekken, en ik ten huize mijns vaders in vrede zal wedergekeerd zijn, zo zal de Heere mij tot een God zijn. En deze steen, dien ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis Gods wezen, en alles, wat Gij mij geven zult, daarvan zal Ik u voorzeker de tienden geven!" (Gen. 28:20-22).

Al die voorwaarden zijn door God op een verrassende wijze vervuld geworden. Nooit heeft het Jakob aan Gods hulp ontbroken. Nooit heeft het hem aan brood en water ontbroken. Bij alle gevaren heeft God hem bewaard en beschermd. Hij is in Kanaan teruggekeerd in de tent van zijn vader, niet als een arme sloeber, maar als een rijke herdersvorst met een groot gezin en veel vee.

Maar… die opgerichte steen werd geen huis Gods. De mooiste beloften werden niet nagekomen. Ondankbare Jakob! De Heere herinnert hem aan zijn beloften en aan de open hemel te Bethel en zeer indringend zegt Hij: "Maak u op, trek op naar Bethel en maak daar een altaar".

Goede vrienden, hebben wij ook niet, zoals Jakob, onze Betheluren gekend? Tijden waarin ook voor ons de hemel openging en Gods engelen tot ons nederdaalden als boodschappers van heil en vrede? Je herinnert je toch nog de dagen van je eerste liefde, van je bekering, waarin je spontaan ging getuigen van uw geloof!

Of denk maar even terug aan dat wonderbare herstel uit een zware depressie of een ernstige ziekte. Denk maar aan de vele zegeningen, die je van de Heere ontvangen hebt in al die jaren dat je christen bent. Heeft het u ooit aan iets ontbroken?

Zeg nu eens eerlijk: heeft God ook niet alle reden om tot ons te zeggen: "Maak u op en trek naar Bethel…"? Ligt ook bij ons, die weieens klagen over het lage peil van ons geestelijk leven, hier niet de wondeplek? Ondankbaarheid; onze geloften niet nagekomen? Gods uitnodiging tot een heilige wandel genegeerd? Hierdoor en hierdoor alleen begon ook bij ons een langzame achteruitgang. Het levende kontakt met onze Hemelse Vader ging langzamerhand verloren. Wellicht zijn we, net zoals Jakob voor Ezau, voor elkaar op de vlucht omdat relaties kapot zijn gegaan?

Gods Woord: de kracht tot reformatie.

Gods Woord maakt ons duidelijk hoe ook wij ervoor staan. God laat ons niet los. Hij roept ons altijd weer terug met Zijn liefde, met Zijn geduld, met Zijn trouw.

Hoe duidelijk licht dit op in dit gedeelte, wanneer de Heere God tegen Jakob zegt: "Maak daar een altaar en dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau".

Proeft ge hierin iets van Gods vriendelijkheid en genade?

Het is alsof de Heere, na al die jaren wil zeggen: "Mensen, Ik ben niet veranderd. Ik ben na al die tijd dezelfde gebleven in Mijn almacht en in Mijn liefde! Eens heb Ik u uitgered uit grote benauwdheid.

Ik heb u uitgeholpen en vertroost! Ook nu ben Ik almachtig om te doen wat Mijn liefde doen wil. Hoe vertwijfeld en hopeloos de situatie lijken kan… bij Mij zijn uitkomsten tegen de dood! Het was uw schuld, Jakob, dat ge moest vluchten voor uw broeder Ezau. Toch deed Ik u niet naar uw zonde. De hemel bleef geopend! Ook nu is het weer uw schuld. Ge hebt uw belofte niet gehouden. Bekeer u en vervul uw belofte en je zult zien dat Ik niet veranderd ben."

Ook hierin hebben de eeuwen die liggen tussen Jakob en ons, geen verandering gebracht. Dezelfde God spreekt vandaag op dezelfde wijze tot u en mij: vol tedere liefde en vaderlijke zorg wijst Hij ons op vroegere uitreddingen en dit met de bedoeling om ons zacht en gevoelig te maken voor Zijn Woord en Zijn werk aan ons.

Hij wil ons prikkelen tot nieuwe gehoorzaamheid en tot een krachtige reformatie! En alleen Zijn Woord is de kracht daartoe!

Jakob heeft het verstaan en ter harte genomen. Hij gaat geen smoesjes meer verkopen om zich schoon te praten. Neen. Wij lezen dat hij zijn hele huis bij elkaar roept en zeer concreet aan eenieder voorlegt wat er van Godswege te doen staat: "Doet weg de vreemde goden die in het midden van u zijn, en reinigt u en verandert uw klederen".

Open en eerlijk zegt hij waar het op staat. Geen halve maatregelen meer, geen compromissen meer, om zo gezegd de lieve vrede te bewaren. Neen. Er moet vanaf nu een radikale breuk komen met het zondige verleden! Jarenlang heeft Jakob gezwegen, waarschijnlijk omdat hij zelf niet zuiver op de graat was. Hij zal de zonde wel gezien hebben in zijn leven en ook bij de anderen. Maar ja, hij liet het oogluikend toe. Het begon al met Rachel. De afgodsbeeldjes, die ze gestolen had uit het huis van haar vader, mocht ze behouden. Hij zal geen ruzie gewild hebben met Rachel. Maar het gevolg was dat zonde ingang vond in het hart en het gezin van Jakob. Van het een kwam het ander. De omgang met de heidense omgeving werd niet geschuwd. Langzamerhand wordt zijn leven een wereldgelijkvormig leven.

Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen.

Voor de eerste keer in zijn leven wordt Jakob in zijn hart gegrepen door het Woord van God. Een nieuwe gezindheid en een nieuwe aktiviteit wordt openbaar. Als een gebroken man, die zijn zonde en ongehoorzaamheid heeft leren zien, zegt Jakob in alle emst: "Doet weg de vreemde goden"! Het kwaad moet radikaal worden uitgebannen. Men moet zich reinigen en nieuwe kleren aantrekken; nieuwe kleren als teken van een nieuwe gezindheid.

Mijn broeder en zuster, hebt ge mogen verstaan dat dezelfde God Zich ook tot u richt, met dezelfde persoonlijke boodschap?

O zeker, we hebben geen terafïm. Maar we moeten wel goed beseffen dat alle vormen van wereldgelijkvormigheid onze terafim of vreemde goden kunnen zijn. De goden van de tijd kunnen onze gedachten en gedragingen beïnvloeden. Het jagen naar geld, het zoeken van zichzelf in eten en drinken, in klederdracht, in aanzien en eer; de begeerlijkheid der ogen en des vleses, het zijn terafim die ons huis en ons hart binnendringen. De gevolgen zijn duidelijk: geestelijke achteruitgang, de verborgen omgang met God wordt zeldzamer, en wellicht zijn er nog andere dingen die je niet durft te noemen.

Maar temidden van die nood zegt de Heere: Maak u op en trek naar Bethel! O mocht het toch ook bij ons zijn zoals bij Jakob, dat wij allen, vaders en moeders, jongens en meisjes, heel persoonlijk leren zeggen: Doet weg de vreemde goden! Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen!

Wij, die de God van Jakob kennen in Christus Jezus en voor wie de rijkdom van het Evangelie zoveel duidelijker is dan het voor Jakob was… laten wij toch onze vergeten beloften nakomen, breken met wereldgelijkvormigheid, onze geestelijke traagheid afleggen en getuigen van de grote daden Gods!

Dat ons leven mag worden uitgezuiverd van werelddienst en kerkelijk formalisme. Er is ook onder ons zoveel wat God bedroeft en onze kracht verlamt. Een nieuwe reformatie wil de Heere schenken, in een hernieuwde gehoorzaamheid aan Zijn Woord.

We moeten met zijn allen terug naar Bethel, naar de plaats waar God tot je hart heeft gesproken. Geef gehoor en bouw de Heere een altaar!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

TERUG NAAR BETHEL…!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's