JEREMIA MIDDENDOOR GEZAAGD?
Jeremia waarschuwde Israël voortdurend voor het heulen met Egypte: "De Heere der heerscharen, de God Israëls, zegt: Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte van No en over Farao en over Egypte en over haar goden en over haar koningen, ja, over Farao en over degenen die op hem vertrouwen" (Jer. 46:25).
Hij was daarbij geheel in overeenstemming met de prediking van Jesaja: "Zie, gij vertrouwt op die gebroken rietstaf, op Egypte; zo iemand daarop leunt, zo zal hij in zijn hand gaan en die doorboren; alzo is Farao, de koning van Egypte, voor allen die op hem vertrouwen" (Jes. 36:6).
De Joden vonden dat een vervelend gezeur en ze vonden dat hij moest ophouden met dat 'gejeremieer", met dat altijd weer 'doorzagen' over hetzelfde. Daarom hebben ze hem volgens sommigen "in stukken gezaagd" (Hebr. 11:37), volgens anderen is hij in Egypte tijdens een volksoploop gestenigd.
Zo zijn er, die ook ons verwijten dat wij steeds maar 'doordrammen', als wij waarschuwen voor de verleidende macht van Rome en van de paus. We verheugen ons er echter over dat we dan op één lijn staan met Jesaja en Jeremia.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1991
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1991
In de Rechte Straat | 32 Pagina's