IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Le Musée du Désert

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Le Musée du Désert

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds 1910 is het geboortehuis van de Hugenotenleider Pierre Laporte ingericht als een museum, dat tot op vandaag een krachtig getuigenis mag zijn van het volhardend geloof van onze Franse broeders en zusters in de Heere. Een geloof, gelouterd door een onnoemelijk lijden!

Le Musée du Désert ademt nog steeds het geloof van mensen, die bereid waren voor dat geloof hun leven te geven.

Le Musée du Désert getuigt van het werk van Gods Heilige Geest in eenvoudige doch gelovige lieden.

En gij zult gedenken

Vanwaar toch die naam Musée du Désert? Omdat het getuigenis aflegt van een bepaalde periode in de geschiedenis van het Franse protestantisme, een periode die inderdaad het best kan worden getypeerd als "l'époque du désert". Voornamelijk gaat het dan over een periode die ligt tussen de herroeping van het Edikt van Nantes in 1685 en het Tolerantie-edikt van 1787.

Het woord 'désert' (= woestijn) verwijst niet alleen naar de fysieke werkelijkheid van de verbanning en verwerping, maar evenzeer naar de bijbelse geladenheid van het woord, namelijk beproeving, lijden, wanhoop; maar in en doorheen dit alles de troost en de heilige rust vanuit het horen naar de klanken van Gods Woord!

Het is goed en heilzaam voor ons om iets te vernemen van het lijden van veel van onze broeders en zusters gedurende deze 'woestijn'-periode, opdat wij, o zo verwende christenen, zouden worden verootmoedigd bij het zien van Gods grote daden in het leven van kleinen en eenvoudigen! Opdat we ook zouden worden bekrachtigd om te getuigen van het Evangelie van vrije genade! "En gij zult gedenken aan al de weg, die u de Heere uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft" (Deut.8:2).

Edikt van Nantes

Het Edikt van Nantes, door Hendrik IV in 1598 ondertekend, bracht een betrekkelijke rust in het door godsdienstoorlogen geteisterde Frankrijk. Het edikt verleende gewetensvrijheid en vrijheid van godsdienstoefening aan de Hugenoten, de mogelijkheid van opname van de protestanten in alle ambten en betrekkingen, van hun kinderen in de scholen en van hun zieken in de hospitalen.

Er kwam meer welvaart in het land. Landbouw en handel herleefden. Kortom, er volgde een tijd van rust en van vrede in het land.

Heimelijke druk van bisschoppen en priesters

Na de dood van Hendrik begon de r.-k. geestelijkheid het Edikt van Nantes als een 'voorlopig' edikt te beschouwen.

De priesters drongen bij de nieuwe koning Lodewijk XIII erop aan om het Edikt van Nantes geleidelijk aan op te heffen. Toen het grondgebied van Navarre en Béarn, het erfelijk koninkrijk van de vrome Johanna d'Albret, die er de Hervorming had ingevoerd, in 1617 één werd gemaakt met Frankrijk, werd bij koninklijk besluit de r.-k. godsdienst in die streken hersteld en werden aan de priesters alle kerkelijke goederen teruggegeven, die sedert een halve eeuw het eigendom waren van de protestanten.

De Jezuiet Arnoux, de biechtvader van de koning, redeneerde zo: "Deze bezittingen behoren aan God, die daarvan de enige eigenaar is; niemand heeft derhalve het recht zich daarvan meester te maken; zij moeten dus tot Hem, dat is tot de Kerk, dat is tot de priesters, terugkeren"

Met geweld werden de mensen van Navarre en Béarn aan Rome onderworpen. Bijbels en protestantse geschriften werden verbrand; met stokslagen werden velen naar de mis gedreven!

Richelieu

Voornamelijk onder invloed van kardinaal Richelieu werd aan de Hugenoten de vrijheid ontnomen.

La Rochelle, de veste van de Hugenoten, werd door het Franse leger genadeloos onder vuur genomen. De toevoer van levensmid- delen werd afgesneden, waardoor een vreselijke hongersnood de stad teisterde. Dagelijks waren er twee a driehonderd doden!

De Hugenootse soldaten, die de stad verdedigden, geleken meer op schimmen dan op mensen. De huizen waren vol doden. Het ontbrak de levenden aan de nodige kracht om ze te begraven. Na 15 bange maanden heeft La Rochelle zich tenslotte moeten overgeven.

Het was de trotse kardinaal Richelieu die er de eerste mis heeft gezongen.

Een commentaar op dit gebeuren zegt: "Wellicht hadden ook de handen van hem, die gedurende de oorlog de rol van priester met die van krijgsman had verwisseld, wel eerst mogen gereinigd worden, eer zij de zinnebeelden aanraakten der liefde van Hem, Die een Vorst des Vredes is" (Dr.C.P.Hofstede de Groot).

Maar in alle druk, onder talloze plagerijen en mishandelingen, bloeide het protestantse leven. Meer dan honderd jaren had de regering alles in het werk gesteld om het te vernietigen. Maar de ware godsvrucht en de geestkracht van de Hugenoten overleefden al deze onheilen.

"Gelijk sterren, die na een onweder, aan het uitspansel verschijnen, bestraalden zij met hun glans het kleine overschot dat gespaard was gebleven. Zij verkondigden aan Frankrijk, hoe door en door edel de zaak was, die Rome trachtte aan de vernietiging prijs te geven, en hoezeer de roem der natie zou gestegen zijn, indien zij aan het protestantisme had vergund om zijn uitstekende vermogens in vrede te ontwikkelen, zijn vele deugden door het gehele land te verspreiden en zijn kostelijke vruchten tot rijpheid te brengen" (Dr.C.P.Hofstede de Groot in 'De Geschiedenis van het Protestantisme').

Lodewijk XIV

Voor Lodewijk XIV was het nog maar een kleine stap om het Edikt van Nantes te herroepen. Wat ook prompt gebeurde in 1685 te Fontainebleau: "Ik heb het besluit genomen en stipt ten uitvoer gelegd om nimmer enige gunst aan lieden van die religie te betonen, niet uit bitterheid maar uit goedheid, opdat zijzelf tot erkentenis komen van de voordelen, welker genot zij zich vrijwillig ontzeggen".

De priesters en de monniken deden een dringende oproep om nog meer ijver aan te wenden om 'het monster van de ketterij geheel ten onder te brengen'. Zij zonden zgn. 'bekeerders' uit, wier opdracht het was om protestanten te bekeren tot de R.-K. Kerk. Voor elke 'bekeerling' konden zij rekenen op een flinke som geld. Vrijpostig drongen zij de huizen en de kerken binnen. Bijna wekelijks werden nieuwe besluiten en edikten uitgevaardigd tegen de Hugenoten. Het werd hun verboden om nog gelden in te zamelen voor het onderhoud van hun predikanten, boeken te drukken zonder goedkeuring van een roomse overheidspersoon en goedsdienstoefeningen te houden wanneer een bisschop zijn ronde deed. Er mochten geen gelden worden ingezameld ten behoeve van zieken; ook mochten zij niet ten huize van partikulieren worden verpleegd. De zieke Hugenoten moesten naar de openbare hospitalen worden vervoerd, waar zij ten prooi werden aan de ijver van de r.-k. 'bekeerders'.

Godsdienstoefeningen op ongewone tijden werden verboden. Op straffe van verbanning van de predikant met verbeurdverklaring van zijn goederen én van sluiting van het kerkgebouw, mocht niemand, tenzij de leden van de gemeente, het kerkgebouw binnen treden; ook niet diegenen die tot het protestantisme wensten over te gaan of wie het verlaten had.

Iedere afvallige die hiervan misbruik wilde maken, had het in zijn macht om een gehele gemeente te verwoesten.

Zo werden vele kerkgebouwen waar de Hugenoten samenkwamen, met de grond gelijk gemaakt.

De Hugenoten waren zo goed als vogelvrij verklaard. Hun huiselijke vrijheid alsook hun ouderlijke rechten werden met voeten getreden. Kinderen werden aan de ouders onttrokken, in kloosters opgesloten en in de r.-k. leer onderwezen! Wat een onzegbaar verdriet in vele gezinnen! Er werd zelfs een fonds opgericht tot aankoop van zielen! Het hoofdkantoor bevond zich te Parijs met vertakkingen in alle provincies van het land. Ook de soldaten werden bij deze arbeid ingezet. Overal waar Hugenoten te vinden waren, werden zij heengestuurd. Meestal waren het 'dragonders', die voor dit werk in aanmerking kwamen. H un brutaal en onbeschoft geweld heeft de n a am van 'Dragonades' gegeven aan de wreedste en beestachtigste vervolgingen, waaraan de Hugenoten werden prijsgegeven.

Over deze verschrikkelijke tijd wil ik het hebben in een volgend artikel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Le Musée du Désert

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991

In de Rechte Straat | 32 Pagina's