CALVIJNS LEVENSWERK belicht vanuit zijn brieven

In IRS maart 1989 hebben wij reeds deel 5 uit deze serie "Calvijn als leraar in de wijngaard des Heeren" besproken (uitg. De Banier - Utrecht). Thans kregen we deel 6 "Calvijn als herder en leraar" en deel 7 "Calvijns persoonlijk en huiselijk leven" ter recensie.

Ik zou deze boekjes dringend willen aanraden aan (gewezen) rooms-katholieken. Wij hebben vroeger een volkomen vertekend beeld meegekregen van deze reformator van Genève. Dat zult u vanzelf merken wanneer u deze boekjes leest. Maar ook veel 'evangelische' christenen hebben zulk een vals beeld van Calvijn meegekregen via - zonder dat ze zich daar bewust van zijn - deze onjuiste voorlichting van Rome.

De auteur, P. Kuijt, laat de persoon van Calvijn op zeer boeiende wijze voor ons opleven vanuit zijn brieven. Zo kan ieder zich daaruit zelf een oordeel over Calvijn vormen en zijn we dus niet afhankelijk van de mening van de schrijver, P. Kuijt.

We citeren uit deel 6: "U weet wellicht dat Calvijn onderscheid maakt tussen het leraarsambt en het herderlijk ambt. Het ambt van leraar is: 'alleen de uitlegging van de Schrift, opdat de zuivere en gezonde leer onder de gelovigen behouden worde'. Het ambt van de herder is: 'de leiding hebben van de tucht, de bediening van de sacramenten en de vermaningen en opwekkingen'. Zo lezen we in de Institutie, hoofdstuk IV, par. 4" (9).

Van harte ben ik het met dit onderscheid van Calvijn eens en ik geloof dat het tot zegen zou zijn van de kerken, wanneer we dat bijbelse onderscheid meer voor ogen hielden.

Uit deel 7: "Op 28 juli 1542 werd het huwelijk van Calvijn met Idelette van Buren gezegend met de geboorte van een zoon. Na enkele weken overlijdt dit jongetje reeds. Dan schrijft Calvijn aan Viret: De Heere heeft ons immers met de dood van ons zoontje een zware bittere slag gegeven. Maar Hij is de Vader. Hij weet wat voor Zijn kinderen goed is"(38).

Op 29 maart 1549 sterft Idelette. Dan schrijft Calvijn aan Viret: "De dood van mijn vrouw valt me verschrikkelijk zwaar. Ik probeer toch maar, zo goed en kwaad als het kan, mijn droefheid te overwinnen. U kent de gevoeligheid, of beter, de weekheid van mijn hart. Daarom, had ik me niet met geweld enige matiging opgelegd, ik zou niet meer overeind blijven staan als tot op heden. Het is geen kleine zaak, de oorzaak van mijn smart. Mijn levensgezellin is van mij genomen" (40).

Uit de voorrede op Calvijn's commentaar op de Psalmen: "Ook de lezers zullen het bemerken, als ik mij niet vergis, dat ik bij de verklaring van de meest intieme bevindingen van David spreken kan als van zaken, die ik uit vertrouwde omgang ken" (69).

Zij die het voorstellen alsof Calvijn een voorstander zou zijn van een louter zakelijke (voorwerpelijke) prediking, zijn dus niet juist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen