IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

DE HEERE ZOCHT MIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HEERE ZOCHT MIJ

Getuigenis van ex-priester R. Di Lorenzo

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik zou er nooit aan gedacht hebben mijn priesterambt neer te leggen en de R.-K. Kerk te verlaten. Wanneer iemand mij gezegd zou hebben dat ik als priester in volstrekte duisternis en dwaling verkeerde en dat de Heere mij met Zijn bevrijdende genade opwachtte in een ander land, in Velp (Nederland), zou ik dat als onzin hebben afgewezen. Maar de wegen van de Heere zijn anders dan de wegen van ons, mensen.

Toen ik 15 jaar was, trad ik in bij de kloosterorde van de salesianen. In 1956 werd ik priester gewijd. Ik kreeg een benoeming als leider van een internaat met 180 jongens in de leeftijd van 10 tot 14 jaar. Ik heb mij daarvoor helemaal ingezet en heb dat werk met veel plezier gedaan.

De aanleiding tot mijn uittreden

In maart 1965 werd ik door mijn overste naar Rome gezonden om als straf een maand in retraite (= geestelijke afzondering) door te brengen.

Wat was de misdaad die ik begaan had? U zult het nauwelijks geloven:

Ik was enigszins verliefd geraakt op een meisje. Ik had in mijn verhouding tot haar iets geproefd van de sublieme mogelijkheid van de liefde tussen man en vrouw. Maar ik had alle banden met haar verbroken. Waarom? Omdat ik trouw wilde zijn aan de gelofte van celibaat die ik had afgelegd. Ik geef toe: daar speelde ook een stukje eigenliefde in mee. Ik zou het vernederend hebben gevonden als ik zou moeten erkennen dat zij mij in haar ban zou hebben gekregen.

Ik had zo'n hoge dunk van mezelf. Ik was immers priester. Elke dag hield ik in de mis Christus, God Zelf, in mijn gewijde handen. De andere mensen zagen naar mij op als iets van God op aarde. Vanuit mijn verheven voetstuk als een 'andere Christus' verkondigde ik hen wat ze moesten doen om het eeuwige leven te verdienen. Ze kwamen bij mij hun zonden, met name ook op sexueel gebied, biechten en ik besliste dan of hun zonden al of niet zouden worden vergeven, of ze dus naar de hemel of naar de hel zouden gaan.

En nu van mijn voetstuk afdalen en neerknielen aan de voeten van een meisje dat mij betoverd had? Nee, mijn hoogmoed liet dat niet toe.

Ik wilde zo radikaal mogelijk een einde maken aan mijn relatie met haar en was daarom naar de overste gegaan om overplaatsing naar een ander klooster te vragen.

Ik vertelde hem de reden, waarom ik die overplaatsing vroeg. Stilzwijgend hoorde hij mij aan en zei mij dat ik de volgende dag bij hem moest terugkeren.

Ik verwachtte een gesprek met hem als met een vader. Want men had ons altijd voorgehouden dat de kloostergemeenschap gezien moet worden als een groot gezin, waarvan de overste een vader is voor wie wij niets moeten verbergen. Daarom had ik hem ook in alle openheid verteld over mijn amoureuze perikelen.

Maar ik kreeg van hem een brief voorgelegd met de eis die te ondertekenen. Daarin stond mijn straf te lezen: schorsing van de uitoefening van mijn ambt als priester en retraite in een klooster van een strenge orde, de passionisten, en dat alles gedurende een hele maand.

Ik kon dat niet zo maar aanvaarden en weigerde te ondertekenen. Ik zei: 'Ik ben geen misdadiger, omdat ik even onder de invloed ben geweest van de uitstraling van een meisje, zeker niet nu ik daar zelf volledig mee gebroken heb!'

De overste schakelde mijn vader in, alsof ik een minderjarig kind was. Een vriend van mij aan wie ik dit hele gebeuren had toevertrouwd, raadde mij aan om toch maar te tekenen. Er zat volgens hem niets anders op. En zo vertrok ik dan maar naar dat klooster in Rome.

Vanzelfsprekend werd ik niet opgenomen in die gemeenschap van priesters, want het was een heel andere orde dan de onze. Ik was daar dus volstrekt alleen.

Maar de Heere wachtte mij daar op en Hij zette het werk voort dat Hij aan mij begonnen was. Maar wat een geduld heeft Hij met mij moeten hebben, want ik had een harde kop!

In die maand kwamen de meest wanhopige en bittere gedachten in mij naar boven. Soms wilde ik op de vlucht slaan. Waar naar toe? - dat wist ik niet, als ik maar zo ver mogelijk uit dat akelige klooster vandaan zou zijn. Soms kwam een storm van haat in mij opsteken. Soms was ik zo moedeloos en terneergeslagen dat ik een einde aan mijn leven wilde maken.

De Heere vergeve het mij. Maar naast die momenten van volstrekte neerslachtigheid beleefde ik er ook tijden van diepe vroomheid. Dan riep ik in mijn nood de Heere aan en smeekte Hem om uitredding. Maar alles in en rondom mij bleef stil. Ik voelde mij als opgesloten in een gevangenis, terwijl mijn 'misdaad' slechts het aarzelende begin van een stukje liefde was geweest.

Het klooster lag op een van de zeven heuvels van Rome, de Celio, dicht bij het oude Rome. Van daaruit had ik het gezicht op heel de stad, ook op het Colosseum, waar de eerste christenen hun leven hadden gegeven voor de Heere en voor de leeuwen waren geworpen.

Ik kon ook het leven gadeslaan dat daar beneden aan mij voorbijstroomde. Ik zag hoe ze in het gras lagen te genieten van de zon, hoe ze likten aan een lekker ijsje of een frisse coca cola dronken. Ik zag ook hoe mensen hun liefde voor elkaar uitten in een omhelzing en een kus. En ik vroeg mij af: Is dat nu zonde? Of althans: mogen christenen, als ze volmaakt willen zijn, daar niet van genieten?

Ik werd jaloers op hun vrijheid. Ik wilde mij gaan mengen tussen die mensen om eenvoudig één van hen te zijn. Ik wilde die zwarte priestertoog kwijt, want daardoor was ik een vreemde, een wezen van een hogere orde, te midden van de mensen. Ik wilde zo graag gewoon, echt mens zijn zoals zij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1990

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

DE HEERE ZOCHT MIJ

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1990

In de Rechte Straat | 32 Pagina's