De gave van de profetie

In onze officiële kerken hebben wij zo goed als geen last van valse of voze profetieën, eenvoudig omdat de profetie door hen die geen predikant zijn, kerkrechtelijk niet wordt toegestaan.

Paulus schrijft: "Dat twee of drie profeten spreken en dat anderen oordelen" (1 Kor. 14:29). Wij hebben daarvan gemaakt: Dat slechts één persoon profetere. Bovendien is dat 'profeteren' door die éne persoon, de predikant, meestal geen profeteren in de bijbelse betekenis van dat woord, maar slechts Schriftverklaring.

Het is te begrijpen dat wij tot deze regelingen van de kerkorde zijn gekomen, omdat de kerkgeschiedenis heeft laten zien dat zonder zulk een regeling de valse en voze profetie gemakkelijk binnensluipt.

Maar desondanks moeten we ons de vraag stellen: Hebben we met het badwater ook niet het kind weggegooid? Wij hebben dan wel nauwelijks last van valse profetie, maar missen we daardoor misschien de zegen van de ware, NieuwTestamentische profetie? En in elk geval hebben wij ondanks onze uitstekende kerkorde de ketterij uit de gemeente niet kunnen weren. De vrijzinnigheid heeft voortdurend de kerken aangevreten.

Toen ik in Puerto Rico was, ontving ik van een predikant van een pinkstergemeente (Assemblies of God), nl. ds. T. Rodriguez P., een boekje in het Spaans: "De gave van de profetie om de gemeente op te bouwen".

Zeer geboeid heb ik het gelezen. Verreweg het grootste gedeelte van de brochure handelt over de valse profetie in het midden van de gemeenten. Hij geeft heel veel voorbeelden.

"Ik bezocht een gezin, waarvan de dochter regelmatig bij ons in de kerk kwam. De moeder behoorde tot een andere pinkstergemeente. Die moeder begroette mij en zei: 'Je bent een vat, mijn dienaar'. Haar man was ziek. Terwijl ik voor hem bad, prevelde ze telkens: 'Kom, vat'. 'Zie, hij bidt', 'Ik ben de Heere'. Kun je dergelijke korte, onsamenhangende uitroepen profetie noemen?" (p. 13). Ds. Rodriguez verwijst daarbij naar Hand. 16:16-18.

"Een andere keer maakte ik het mee dat iemand 'profeteerde': 'Kijk er is een wee' (in het Spaans rijmt dat: 'Mira hay un ay'). 'Er komt een wee'. Dat bleef zij herhalen gedurende de hele samenkomst. Een eenvoudige, argeloze broeder ging naar haar toe en vroeg haar voor wie deze profetie was bedoeld en wat de inhoud ervan was. Zij keek hem met een duivelse blik aan en knarste de tanden. Was zij desondanks een profetes?" (p. 14).

"Een keer kreeg een vriendelijke en bescheiden jongeman een 'profetie' dat hij zendeling zou moeten worden en wel in de Dominicaanse Republiek. De predikanten de ouderlingen raadden hem heel sterk aan om eerst eens de tijd van de Heere af te wachten. Maar dat wilde hij niet. Hij beriep zich telkens op die profetie. Gevolg? Hij is gegaan, maar het werd een volkomen mislukking. Hij is nu op middelbare leeftijd, maar psychisch een wrak, vol frustraties, totaal uit zijn evenwicht geslagen en ook zijn huwelijk dreigt uit elkaar geslagen te worden. En dat alles als vrucht van een 'profetie'" (p. 15).

"Een predikant vertelde mij dat hij het had meegemaakt dat hij een dienst bijwoonde waar de voorganger aankondigde welk Schriftgedeelte hij wilde voorlezen. Een vrouw (die noch lezen noch schrijven kon) stond op en zei, zogenaamd in de Geest: 'Nee, Mijn dienaar, ik wil dat u ps. 180 leest'. Was dit profetie?" (p. 16).

"In een andere gemeente ging een vrouw van bank tot bank en zei telkens: 'Ja, Ik zie je wel. Ik zie je'. 'Zie, Ik zal je zaad verwoesten'. 'Hoor, Ik, de Heere, ben het. Ik zal je zaad verwoesten'. Allen verlieten de dienst, volkomen in de war, sommigen hysterisch en bang, want de profetie was wel tot één persoon ('jij') gericht, maar zij vertelde niet de naam van die persoon" (p. 16).

Ik meen te kunnen volstaan met bovenstaande voorbeelden, die voldoende het gevaar tekenen van een sfeer, waarin men profetieën verwacht, zonder daarbij het strenge voorschrift van Paulus in acht te nemen: "En dat de anderen oordelen".

Deze brochure is vooral daarom zo waardevol, omdat ze geschreven is door iemand die de profetie, ook voor deze tijd, in het midden van de gemeente ten volle aanvaardt.

UW BLAD IS VAN GROTE WAARDE

Al jaren lees ik uw blad. Ik ben er erg blij mee. De leer die u verkondigt, is bijbelsrechtlijnig (daar hebben we behoefte aan in deze tijd vol verwarring). Uw uiteenzettingen zijn helder. De inhoud is levend, aktueel en openhartig. Uw stijl is waardig en lonkt niet naar moderne populariteit. De artikelen zijn een genot, omdat ze eenvoudig en diep tegelijk zijn, vol van de geladenheid van het Woord Gods.

Malaga (Spanje)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen