Ik geloof, Heere!

Ook ik zeg tegen U, Heere, zoals de vader van de maanzieke jongen: Ik geloof!

Ik zeg het met een intense vreugde: Ik geloof in U!

Ik vertrouw U helemaal. Elk woord dat U spreekt, is waarheid. Elk gebaar van U is oprecht. Uw gelaatsuitdrukking is zuiver. Uw glimlach is rein. U wilt niemand pijn doen.

Hoe kan het ook anders? U bent een en al liefde. U hebt dat bewezen, doordat U het kleed van Uw heerlijkheid hebt afgelegd en de vieze plunje van ons zondig mensenbestaan hebt aangedaan.

U hebt ons liefgehad tot het uiterste, tot in de dood, een verschrikkelijke dood… voor ons, voor mij, om ons, om mij te redden van de eeuwige dood die ik verdiend had.

Christus, Heere, ik val voor Uw voeten neer en aanbid U in Uw barmhartigheid. Goede Herder, Uw schaap komt telkens naar U toegehold, want bij U weet ik mij veilig. U beschermt mij tegen de wolven, tegen de machten der duisternis en tegen de boze machten in mijzelf.

Heere, zie in mijn ogen de gloed van de dankbaarheid. Zie in mijn hart de liefde voor U.

U hebt dat Zelf in mij neergelegd. U hebt die liefde in mij gewekt door Uw Heilige Geest, die mij Uw lieflijke gestalte deed zien vanuit Uw Woord.

Heere, ik geloof in U. Ik fluister U dat toe vanuit de innigheid, die U tussen U en mij bewerkt hebt. En soms roep ik het U toe, door de tranen heen, zoals de vader van die zieke jongen: Ik geloof in U!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen